Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

OVER DE LICHAMELIJKE OPSTANDING

In een van de oudste christelijke geloofsbelijdenissen, het Apostolicum, is tweemaal sprake van opstanding uit de dood, namelijk eerst met betrekking tot Jezus Christus en aan het slot met betrekking tot de mens. Beide liggen in elkaars verlengde. Het gaat hier om een vanouds essentieel leerstuk van de christelijke kerk: de lichamelijke opstanding van Jezus Christus, de overwinning op de dood en de zekerheid die christenen daaraan ontlenen, dat ook voor hen de dood slechts een doorgang is naar een eeuwig leven. Is dit in de letterlijke en dus miraculeuze betekenis allemaal nog aanvaardbaar voor de moderne mens? En zo niet, zullen we het dan maar niet in het rariteitenkabinet plaatsen, zodat we er zo rond Pasen nog eens een blik op kunnen slaan, glimlachend over zoveel naïveteit? Of setzen wir uns mit Tränen nieder aan de rand van het graf van onze verloren illusies?

Rogier van Aerde vertelt in zijn boek "Geloof je het zelf?" (Ambo, Utrecht, 1969) een verhaal over eenvoudige Russische gelovigen die bij de viering van het Paasfeest, dwars tegen alle atheïstische propaganda van de communisten in, hun oude bisschop blijven nazeggen: Christus is waarlijk opgestaan! De schrijver zegt dan met betrekking tot het verhaal over Jezus' dood en opstanding onder meer het volgende:

"Toen ze antwoordden: 'Hij is waarlijk opgestaan!' toen spraken ze over zichzelf, zoals dit allemáál gaat over de mens zelf. Drie eeuwen geleden woonde er in Breslau een dichter die Angelus Silesius genoemd wordt en hij schreef: 'Werd Christus duizendmaal te Bethlehem geboren, en niet in u, dan waart ge nog verloren.' (...) Dan moet dat antwoord 'Hij is waarlijk opgestaan!' dus ook betrekking hebben gehad op een opstanding in hun hárt. Zoals ze gevoeld hebben, diep van binnen, dat hij verraden is en vermoord en begraven, zo moeten ze er bij dat woord van die ouwe bisschop opeens zeker van zijn geweest dat hij in hén was opgestaan. Dat is geen kwestie van 'ik zou het zo graag willen' of van 'o god, als dat eens wáár mocht zijn', maar van zeker weten: toen zijn dood ontegensprekelijk was vastgesteld, toen ik geen enkel verweer meer had, geen enkele hoop, niets om me aan vast te klampen – toen hoorde ik zijn roep in mijn hart, waarin IK hem vermoord en begraven had. En al zal ik tot mijn dood dezelfde stumper blijven met altijd dezelfde erbarmelijke tekorten, ik weet dat die roep nooit sterft. Hij is het die leeft, die is opgestaan. En het is of ik hem tegen mij hoor roepen: 'Lazarus, kom naar buiten!'"

Deze beschouwing spreekt mij aan. Het lijdens- en opstandingsverhaal wordt hier uitgetild boven de wat triviale vraag: echt gebeurd of niet? Daarover moet iedereen maar denken wat hij wil of wat hij meent te moéten denken, want ten diepste gáát het daar niet om. Waar het om gaat (zegt Rogier van Aerde met zoveel woorden), is dat we pas echt iets hébben aan een geloof in Jezus' geboorte, leven, lijden, sterven en opstanding, als we dat alles op ons eigen leven betrekken, als we existentieel beseffen dat wij zélf hem verloochenen, verraden en doden telkens als wij in ons eigen leven de Liefde verloochenen waarvan Hij immers de personificatie is, dat Hij dan in óns begraven ligt, maar ook in óns weer opstaat en ons tot nieuw leven roept.

Dit wonder verheft zich boven het mirakel!

Schrijver: H.P. Winkelman, 9 april 2012


Geplaatst in de categorie: religie

3.8 met 8 stemmen 208



Er zijn 2 reacties op deze inzending:

Naam:
Iris
Datum:
18 april 2012
Email:
iris.aguirretigo.com.py
De dag dat mijn man op sterven lag, brak ik een takje af van de mooie pijnboom die hij als jonge scheut geplant had. Ik smeekte het takje mijn man in leven te houden. En jawel, enkele uren daarna was hij aan de beterhand. Een paar weken later begon de prachtige pijnboom af te sterven. Hij bleek met niets te kunnen gered worden. Hij had zijn leven ingewisseld met dat van een mens. Mijn man vertelde mij later van de doodservaring die hij gehad had liggende in de ziekenwagen. Alles was ongelooflijk rustig geweest. Het had niets te maken met wat gelovigen vertellen over hun doodservaring –die naar het schijnt– er helemaal anders uitziet. Alleen mensen die enkele seconden dood zijn geweest weten wat “opstanding” betekent. Ze is in woorden niet weer te geven.
Naam:
Joanan Rutgers
Datum:
9 april 2012
Mooi vanuit het menselijk perspectief geschreven en inderdaad, de Christusgeest behoort in ieder individu te ontwaken, dat is de kernboodschap en moeilijk genoeg, we moeten Haar/Hem niet op een voetstuk plaatsen, maar Haar/Hem naar ons toe trekken, incorporeren, op gelijke voet handelen tijdens ons aardse bestaan.
Maar ik blijf wel geloven dat de persoon Christus Jezus als Eerste en Laatste het dichtste bij de Levengever staat, die hoe dan ook Eeuwige Liefde blijft uitstralen, wat voor ons als eeuwige geesten Hemelse Feesten belooft, maar net zo goed hier op aarde, voor wie daar de nodige moeite voor wil doen! Methoden te over.
Door een korte, maar uiterst intense Christusverschijning is mijn leven voorgoed veranderd en weet ik dat er achter de aardse coulissen een Liefdesvuur op ons wacht, waar we ons hier geen voorstelling van kunnen maken!...

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)