Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Met een zwaarverduisterd hart

(voor Kostas Karyotakis (1896 - 1928))

Je bent geboren op 30 oktober 1896 in Tripoli.
Je vader was ingenieur voor de provincie Peloponnesos, waardoor je vaak bent verhuisd, o.a. naar Athene, Kalamata, Chania, Larisa, Lofkada en Argostoli.

Op je zestiende publiceerde je gedichten in tijdschriften voor jongeren, bijvoorbeeld in 'Infant Star'.
Op je zeventiende heb je in Hania een meisje liefgehad, voor wie je heel zorgzaam bent geweest, maar ze hield van iemand anders, met wie ze is getrouwd, waardoor jij in een poel van melancholie belandde.
Je studeerde aan de Nationale en Kapodistrian Universiteit van Athene, opgericht in 1837. Je deed Rechten en Politieke Wetenschappen en op je eenentwintigste ben je geslaagd. Je wilde geen advocaat worden, dus werd je klerk in de prefectuur Thessaloniki. Je had een gruwelijke hekel aan je werkzaamheden en je haatte de bureaucratie van het land, wat je in je poëzie uitwerkte. Een goed voorbeeld hiervan is je prozawerk 'Catharsis'.

Je meerderen kregen lucht van je libertijnse opstandigheid en daarom stuurden ze je naar de uithoeken van het land.
Tijdens de eerste wereldoorlog was er alom ellende en verveling, wat ook jou tergde.
Op je tweeëntwintigste verscheen je poëziebundeldebuut 'De pijn van mensen en dingen'. Deze bundel werd bewust verwaarloosd en critici, die zich er wel aan waagden, hebben het hardhandig de grond ingeboord.
Niet lang daarna verscheen de satire 'Het Been', welk boek je samen met je vriend Agis Levendis had geschreven. Na de zesde druk is het boek door de politie verboden.
Op je vijfentwintigste verscheen je tweede dichtbundel 'Nepenthe', wat 'drank der vergetelheid' betekent, met als ingrediënten zoiets als laudanum, absint, cannabis, belladonna en opium. In ieder geval was het een anti-depressivum.
Verder schreef je 'Pell Mell', een muzikale revue.
Op je zesentwintigste had je een liefdesrelatie met een collega in de regio Attica, Maria Polydouri (1902 - 1930), een dichteres. De relatie was tumultueus en botsend. Haar poëzie zit vol levensverdriet. Ze stierf twee jaar na jou aan tuberculose.

In 1923 schreef je het gedicht 'Treponema pallidum', wat de bacterie is, die syfilis veroorzaakt. Je had inderdaad syfilis en dat werd in jouw tijd als ongeneeslijk beschouwd. Je huisarts George Skouras bevestigde de syfilis. Je broer Thanasis vermoedde dat de familie er schande van zou spreken en het was de reden dat je de zes jaar jongere, bloedmooie Maria op een afstand hield.
In 1924 reisde je door Italië en Duitsland.
In 1927 verscheen je dichtbundel 'Elegieën en Satiren'.
In februari 1928 verbleef je in Patras, met een schitterend uitzicht op de Golf van Patras. Het ligt aan de voet van de bergketen Panachaikon. Later had je een maand vakantie in Parijs en in juni woonde je in Prevesa, gelegen aan de monding van de Golf van Acticum. Hier woonde je drieëndertig dagen tot je op 21 juli daar een einde aan je dichtkunstrijke leven maakte. Je werkte er als advocaat in de Speliadou-straat 10 en je verstuurde veel wanhopige brieven naar vrienden en familieleden, omdat je leed onder de ellende in deze stad. Een aanbod van je familie om op hun kosten in Parijs te verblijven, heb je afgewezen. Je angstgevoelens staan verwoord in je laatste gedicht 'Preveza', wat je kort voor je zelfdoding schreef.
Je walgde van de doodsheid in de alledaagse saaiheid en absurditeit. Je fatale manier van levensverachting kwam voort uit een chronische depressie, maar bovenal uit je angst voor neurosyfilis, want je wilde je dandy-achtige waardigheid bewaren. Bovendien leed je aan meerdere minderwaardigheidscomplexen en een gecultiveerde Weltschmerz.
Je zus kwam nog langs en op het strand van Preveza sta je met haar, een vriendin van haar (ze wilde je koppelen, maar jij beet niet, te down en lees verder waarom waarschijnlijk) en een neefje op de foto. Overigens zag je zus er ook niet echt vrolijk uit.

Je dichtstijl is sterk vergelijkbaar met die van Constantijn Kavafis en inhoudelijk even pessimistisch. Je schreef symbolistisch en je vertaalde Baudelaire en Verlaine.

Op 20 juli ging je naar het strand van Monolithi, waar je tien uur lang hebt geprobeerd om jezelf in de zee te verdrinken, maar dat mislukte, mede omdat je een uitstekende zwemmer was. De volgende ochtend kocht je een pistool en je ging wat drinken en roken in een café. Je schreef een afscheidsbrief. Op het strand Agios Spyridon ging je onder een eucalyptus-boom zitten en daar heb je jezelf door het diepbedroefde, gedesillusioneerde, verpulverde, dode hart geschoten.

Mede door je extreme zwartgalligheid kwam je tot deze ultieme zelfhaat. De tijdelijke verdovingsmiddelen werkten onvoldoende. Overschaduwd door de verlossende vooruitzichten van Thanatos, die je al veel eerder meester van je hart liet worden via levensgevaarlijke flirtations en danse macabres. Na je overlijden moesten velen erkennen dat je een grote vernieuwer bent geweest en velen gingen dichten in jouw stijl, maar ook velen volgden jou in je doodsdrift en beëindigden eveneens hun eigen leven.

In de herenliefde is er een grotere kans op syfilis. Was je stiekem homofiel en onderdrukte je die seksuele aard om de buitenwacht, wat oorzaak was van je heftige doodsverlangen? Kon je daarom niet echt met een vrouw aanpappen?...
Arme gevangene van je hypocriete tijd en bekrompen naasten!

Schrijver: Joanan Rutgers, 15 september 2012


Geplaatst in de categorie: literatuur

1.2 met 9 stemmen 92



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)