Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Een zwaardepressief geheimenis

(voor Bernd Heinrich Wilhelm von Kleist (1777 - 1811))

Je bent geboren op 18 oktober 1777 in Frankfurt an der Oder. Je was de oudste zoon van een officiersfamilie. Je kwam uit een oud-adellijke familie met wel achttien generaals en een andere dichter, Ewald von Kleist. Je vader Joachim von Kleist was een Pruisische majoor en je moeder heette Ulrike Juliane von Pannwitz. Je had één jongere broer en vijf zussen, waarvan twee uit het eerdere huwelijk van je vader met Caroline Louise von Wulffen (1773 - 1849). Je halfzus heet Ulrike en je correspondeerde veel met haar. Op je tiende overleed je vader, wat je ziel diep heeft verwond. Je had aanvankelijk weinig onderwijs genoten en op je vijftiende ging je bij het Pruisische leger, wat in de lijn der verwachting lag en je vocht tijdens de Franse Revolutie nabij de Rijn. Na zeven jaar bleek je haat groter dan je liefde voor het leger en verliet je deze rompslomp als luitenant. Je ging rechten en filosofie studeren aan de Universiteit van Viadrina in Frankfurt an der Oder. De universiteit is opgericht in 1506 door Joachim Nestor, keurvorst van Brandenburg. Ook de componist Carl Philipp Emanuel Bach zat op deze universiteit. Hij was de zoon van Johann Sebastian en Maria Barbara Bach. Op je zestiende overleed je moeder en de wond in je ziel verdubbelde. Je bent beïnvloed door Kant, Voltaire en Rousseau. Tijdens je studiejaren was je verloofd met Wilhelmine von Zenge, de dochter van een Pruisische generaal. Je reisde met je vriend Brockes naar Leipzig, Dresden, Potzdam en Würzburg. Door hem begon je te twijfelen aan je sexuele geaardheid. De omgang met hem was tevens een ware zielsverademing, maar je hield dit nauwlettend geheim. Op je drie-en-twintigste kreeg je een baan bij het Ministerie van Financiën in Berlijn. Een jaar later ging je naar Ulrike in Parijs en daarna woonde je in Zwitserland, waar je dik bevriend raakte met Heinrich Zschokke (1771 - 1848), schrijver en hervormer, en Ludwig Friedrich Wieland, de zoon van de dichter Christoph Martin Wieland (1733 - 1813). In Zwitserland wachtte je tevergeefs op Wilhelmine, die uiteindelijk de verloving verbrak en trouwde met de filosofie-professor Wilhelm Koch. Op je vijfentwintigste ging je terug naar Duitsland, waar je in Weimar Goethe, Schiller en Wieland senior ontmoette. In Dresden had je een korte affaire met Henrietta Schlieben, maar dat werd je benauwd en krankjorem van. Na nog een bezoek aan Ulrike ging je op je zevenentwintigste weer werken in Berlijn. Je onrust deed je naar het Franse leger van Napoleon overwaaien, want je wilde met hen Engeland veroveren, maar ze dachten dat je een Duitser was, wat je ontkende en wat je bijna de kop kostte, maar ze hebben je als spion vastgezet in de gevangenis van Fort de Joux te La Cluse-et-Mijour, overigens een schitterende locatie. Je chronische depressie maakte dat je roekeloze acties ondernam en je speelde vaak met het idee van suïcide. Eenmaal vrijgelaten ging je naar Dresden, waar je het tijdschrift 'Phöbus' publiceerde, samen met Adam Heinrich Müller (1779 - 1829), publicist/literair criticus/politiek econoom/filosoof, getrouwd met Sophie Haza-Radlitz. In 1809 ging je naar Praag en vervolgens weer naar Berlijn, waar je werkte voor de 'Berliner Abendblätter'. In datzelfde jaar leerde je via Adam Adolphine Sophie Henriette Vogel (1780 - 1811) kennen. Ze was getrouwd met de rentmeester Friedrich Ludwig Vogel en ze hadden samen een dochter, Pauline. Ze was bijzonder mooi en artistiek doorleefd. Je was onder de indruk van haar muzikale en intellectuele verdiensten. Je was geestelijk innig bevriend met Henriette, al gebeurde er sexueel gezien niets concreets. Adam was wel verliefd op haar lichaam. Henriette en jij waren de meter en peter van Isidora Gwendolyn Marie Cecilia Müller, de dochter van Adam en Sophie. Henriette leed aan terminale baarmoederkanker en ze verlangde naar het overlijden, maar ze durfde er niet zelf een einde aan te maken. Jij herkende die doodsverlangens van vroeger, dus vond je in haar een perfecte partner voor een afgesproken, dubbele zelfdoding. Je geloofde in de onvolmaaktheid van de mens, die wordt verscheurd door tegenstrijdige krachten en slechts overeind blijft door dwaze, oppervlakkige illusies. Als antwoord schreef je gedichten, essays, toneelspelen, romans en korte verhalen. Henriette kon het leven niet meer aan en ze zag het heengaan als een groot geluk. Na een kuise liefdesnacht in de herberg 'Stimming' wandelden jullie op 21 november 1811 hand in hand naar een heuveltop aan de rand van een idyllisch bos, nabij de Kleiner Wannsee. Jullie hadden een kleine picknicktafel meegenomen en jullie dronken koffie, wijn en rum. Om warm te blijven, maar vooral om moed en daadkracht te verzamelen. Het begon te tollen, nu moest het gebeuren. Rond vier uur haalde jij twee pistolen uit de picknickmand. Je schoot eerst Henriette in haar borst en nadat je zag dat ze levenloos bleek, stopte je de loop van het andere pistool in je mond en je schoot jezelf achter haar aan het hiernamaals in. Zeer luguber, maar ergens ook zeer trouwhartig, liefdevol, empatisch en deerniswekkend. Je bent samen met haar begraven aan de Bismarckstrasse bij de Kleiner Wannsee. Een plek waar nog steeds velen jullie herdenken.

Schrijver: Joanan Rutgers, 17 september 2012


Geplaatst in de categorie: literatuur

0.7 met 6 stemmen 125



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)