Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

OVER DE CIRKELGANG VAN HET LEVEN

Religies beroepen zich voor het geloof in een individueel voortbestaan van de mensenziel na het sterven op goddelijke openbaring. Maar het feit dat het aantal verschillende voorstellingen van een hiernamaals ongeveer overeenkomt met het aantal religies doet eerder menselijke bedenksels vermoeden. Wie nuchter nadenkt over die onsterfelijkheidsclaim, komt voor heel wat vragen te staan. Ik noem er een paar.

- Wanneer en waar en hoe zou in de evolutie van het leven de onsterfelijke ziel zijn ontstaan?
- Waarom zouden alle levende wezens uitsluitend voortbestaan in de soort (door celdeling of geslachtelijke vermenigvuldiging), maar alleen de mens in de soort én individueel?
- Als ziel en geest identiek zijn, hoe kan de ziel dan voortbestaan als het brein is afgestorven? Als ziel en geest niét identiek zijn, wat wordt dan precies met "ziel" bedoeld en hoe kan ze dan (mede)verantwoordelijk zijn voor denken en doen dat voortkomt uit de geest?
- Hoe kan iets (het individu) dat een begin heeft, toch zonder einde zijn?
- Hoe moet ik me een individueel voortbestaan voorstellen? Jong of oud? Met of zonder herinneringen? En wat te denken van het persoonlijk voortbestaan van een ongeboren vrucht of van een kind zonder hersenstam of van een diep zwakzinnige? Hoe kan er sprake zijn van persoonlijk voortbestaan als zich (nog) geen persoon ontwikkeld heeft?

Zo zou ik lang door kunnen gaan. De onwaarschijnlijkheden en tegenstrijdigheden stapelen zich op. Niettemin zal iemand zich misschien afvragen waar dit scepticisme goed voor is. Kan een mens niet beter leven in hoopvolle verwachting (zelfs als het een illusie zou blijken te zijn), dan in de uitzichtloze "zekerheid" (ook onbewezen, maar steekhoudender te beredeneren) dat zijn individualiteit, zijn "ik", eindig is? Wel, ik wil graag proberen duidelijk te maken waarom ik denk dat een mens vrede kan hebben met de tijdelijkheid van zijn persoonlijke bestaan.

Ook ik geloof in een leven na de dood, maar dan op de manier die we delen met al onze medeschepselen. Ik geloof in de universele samenhang van HET leven op aarde van laag tot hoog, van microbe tot mens. De mens daarin zo'n uitzonderlijke plaats toe te dichten, vloeit m.i. voort uit een nogal antropocentrische en individualistische denkwijze. Om het met een beeld toe te lichten: het leven in al zijn verscheidenheid is als een wijdvertakte boom met vezels, stam, bast, takken, twijgen en bladeren. Het leven van de boom berust op natuurlijke stofwisseling, wat onder meer inhoudt dat de bladeren afsterven, soms vergeeld in de herfst, soms nog groen door een voorjaarsstorm. Ze (die bladeren) hebben deel gehad aan "het leven" van de boom. Dát leven gaat verder. We zouden het absurd vinden te veronderstellen dat ook de afgevallen bladeren als zodanig nog blijven leven.
Een ander (bekend) beeld is dat van de graankorrel die in de aarde valt en ten koste van het eigen voortbestaan nieuwe graankorrels voortbrengt. Zó gaat het leven verder. Wie gelooft in een individueel voortbestaan, wil, bij wijze van spreken, dat ook de korrel die het leven doorgaf blijft leven.

Ja maar, zegt men, waar blijft dan de individuele verantwoordelijkheid voor je daden. Of je nu goed of slecht hebt geleefd, het maakt immers allemaal niets uit als je er niet persoonlijk op wordt afgerekend.
Maakt dat niets uit? Dat is wel heel individualistisch gedacht. Als je je goed realiseert hoe je doen en laten de toekomstige ontwikkeling beïnvloedt van HET leven (waarvan ook jij “aandeelhouder” bent), dan gaat je verantwoordelijkheid dubbel zwaar wegen.

Ja maar, is het volgende bezwaar, hoe het verder gaat met de mensheid, daar heb je dan zelf geen weet meer van.
Nee, maar is dát bepalend? Stel voor dat ik zou weten dat ik door een ziekte volgend jaar een totaal geheugenverlies krijg, zou ik dan denken dat het er niet toe doet hoe ik dit jaar leef, omdat ik daar na mijn geheugenverlies toch geen weet meer van heb?

Ja maar, het voortbestaan in volgende generaties kan dan misschien nog een acceptabele gedachte zijn voor mensen met kinderen, maar wat moeten kinderloze mensen daarmee aan?
Weer te individualistisch gedacht, vind ik. Met of zonder kinderen, wij hebben deel aan één en hetzelfde leven, waarvan wij de toekomst door ons doen en laten ten goede of ten kwade beïnvloeden. Het gaat er niet om wié het leven doorgeeft, maar dát het leven verder gaat.

Niet erg troostrijk als het met leven en dood zo gesteld zou zijn?
Maar als je nu bedenkt, dat het alleen je lichaam is dat sterft (het blad dat afvalt), maar dat HET leven waaruit jouw leven is voortgekomen en waarmee het weer verenigd wordt, doorgaat (de boom die blijft)? En als je nu gelooft, hoopt, verwacht dat de mensheid op pelgrimage is naar het beloofde land, naar een betere samenleving, naar een nieuwe aarde waarop gerechtigheid de boventoon voert? Dan mag dat toch wel enig vertrouwen, enige rust en enige troost bieden?

Het individuele leven is als een druppel van een fontein, hoog opspringend uit de Levensbron en daarin ook weer terugkerend en zich er weer mee vereenzelvigend. Liever een bijbels beeld? Dan moet je bij Paulus zijn. “In Hem leven wij, bewegen wij ons en zijn wij.” “Uit Hem, door Hem en tot Hem zijn alle dingen.”

Ziedaar de cirkelgang van het leven.

Schrijver: H.P. Winkelman, 6 oktober 2012


Geplaatst in de categorie: religie

3.8 met 6 stemmen 222



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)