Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Verstoken van aardse liefde

(voor Sint Marthe Robin (1902 - 1981))

Je bent geboren op 13 maart 1902 in Chateauneuf de Galaure. Je ouders kregen zes kinderen en jij was de jongste. Je vader Jozef Robin was een vriendelijke boer, die enkel op hoogtijdagen naar de mis ging. Overigens was hij niet je biologische vader. Je moeder Amelie-Celeste Chosson was gelukkig als moeder en huisvrouw en ze had ook niet veel met de kerk. Door een tyfusepidemie overleed je zus Clémence, maar jij overleefde het, al heeft het je gezondheid grote schade toegebracht. Op je zestiende kreeg je erge hoofdpijnen en op een kwade dag ben je in de keuken ingestort en je kon niet meer opstaan zonder hulp. De dokter dacht dat je hersenontsteking had en soms huilde je van de pijn. Toen je zus Alice bij je in de slaapkamer was, kreeg je voor het eerst de heilige maagd Maria te zien, terwijl Alice alleen een groot licht zag.

Vanaf je jeugd was je al zeer religieus ingesteld. Je raakte steeds meer verzwakt en je vond geestelijk voedsel in de biografie over Thérèse van Lisieux. Je gaf jezelf over aan de liefde en de wil van God. Op je vierentwintigste werd je weer heel erg ziek en dokter Aristide Sallier uit Saint-Uze zei dat er niets meer aan te doen was. Je was drie weken in coma en je kreeg van pastoor Faure het sacrament van de zieken. Iedereen dacht dat het met jou afgelopen was, maar je kreeg drie verschijningen van de heilige Thérèse van Lisieux en zij zei jou, dat je zou herstellen en dat je je missie ging voortzetten. Je kon nauwelijks bewegen en je vereenzaamde door het isolement, maar je gaf jezelf over aan de wil van God, zonder voorbehoud. Je was een aantrekkelijke jongedame met intense verlangens naar een troostende jongeman, juist jij in al je leed, maar ook dat moest je opofferen. De erotiek moest je noodgedwongen wel sublimeren. Je droeg je pijnlijke lijden met een barmhartige berusting. Je zei: 'Het lijden is een onovertroffen school van ware liefde.'

Op je zesentwintigste waren je benen volkomen verlamd en moest je in bed blijven voor de rest van je zware leven. Je lag op een kamer naast de keuken en je keek uit op de binnenplaats. Je benen waren verdraaid en je leefde zonder eten en drinken, zoals vele mystici is overkomen. Van 1928 tot 1981 leefde je van de heilige hostie, die je één of twee keer per week kreeg. Iedere hostie loste onmiddellijk op. Je moeder gaf je eens een kopje koffie (misschien was wijn beter geweest), maar dat stroomde direct uit je mond en je 'vader' huilde, omdat je niets verkeerds had gedaan en toch zo moest lijden. Bovendien had je helemaal geen slaap meer nodig en priester Netton troostte je in je lijdensweg, maar vooral Moeder Maria, die al gauw dagelijks verscheen. Je kreeg bezoek van twee kapucijner priesters en die snelden daarna naar de parochiepriester om hem te melden, dat jij een heilige was en bent!
Satanische tegenkrachten begonnen je aan te vallen en op een nacht sloegen ze twee tanden van jou kapot om je mentaal te breken. Je handen raakten ook verlamd en je leerde schrijven met een potlood in je mond. Je kon helemaal niet meer bewegen en bij iedere verplaatsing door anderen had je enorm veel pijn. Begin oktober 1930 kreeg je de heilige stigmata en je bloedde uit je voeten, handen en de hartstreek. Je zag de gekruisigde Jezus voor je en je glimlachte. Jezus gaf je ook de bloedende doornenkroonwonden, maar op jouw verzoek verdwenen deze wonden enkele maanden later, omdat je nederig wilde blijven en niet al te zichtbaar pronken. Je verloor je gezichtsvermogen en je kreeg ook het zware kruis te voelen, wat Jezus in Jeruzalem moest dragen. Je ouders schrokken van al dat bloed en dokter Aristide Sallier gaf je water te drinken, maar dat kwam er door je neusgaten weer uit. De dokter was ten einde raad en hij vroeg jou om voor hem te bidden, want hij wist dat je een heilige was.

Vele gelovige bezoekers gingen samen met jou bidden en dat bleef zo, terwijl de priesters Faure en Perrier de toestroom coördineerden. Pater Faure was degene die wel of geen toestemming voor bezoek gaf aan de bedevaartgangers. De vele cadeaus, die de bezoekers meenamen, schonk jij aan de armen en de missionarissen. Je lijden werd alsmaar pijnlijker en dat drieënvijftig jaren lang. Je zag hoe je ouders machteloos waren en je leed omwille van het feit, dat vele menselijke zielen niet voor de Liefde van God kozen, kiezen. Je herhaalde de lijdensweg van Christus keer op keer. Soms sloegen de kwade krachten je hoofd tegen de meubels en je huilde tranen van bloed. Je droeg de zonden van de wereld met je sterke geesteskracht.

Door jouw aandringen, is er in 1934 in een vervallen kasteel een christelijke meisjesschool gekomen, de Chateauneuf de Galaure School, die nog steeds dienst doet als middelbare en agrarische school. Op jouw verzoek aan priester Georges Finet van bisdom Lyon kwamen er 'Huizen van Liefde', retraitehuizen, waarvan er nu minstens 75 zijn. Je ouders werden vooral door jou diepe gelovigen.

Op 6 februari 1981 ben je overleden en er waren ongeveer 7000 mensen bij je begrafenis. Je pijnlijke missie is meer dan volbracht.

Schrijver: Joanan Rutgers, 6 november 2012


Geplaatst in de categorie: idool

2.0 met 6 stemmen 88



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)