Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

OVER INCARNATIE

Van de twaalf artikelen van de aloude Apostolische geloofsbelijdenis hebben er niet minder dan zes betrekking op Jezus Christus. Daaruit blijkt wel de centrale plaats die Hij in de christelijke beeldvorming over God inneemt. En dat is begrijpelijk, want voor christenen is Hij het geweest in wie God zich bij uitstek aan de mensen heeft geopenbaard. Dat neemt niet weg, dat ook zij het beeld "Zoon van God" niet meer allemaal op dezelfde manier interpreteren. In een interview in Trouw in 1996 zei prof. dr Arthur Peacocke, biochemicus en theoloog:

"In een tijd waarin natuurwetenschappers ons confronteren met "zwarte gaten", superstrings, quarks en gluonen en met het feit dat onze moeder aarde slechts een stofje is in het heelal, kun je als kerk niet meer aankomen met begrippen en beelden uit voorbije tijden. Dan haken mensen af. Je ziet dat ook. Steeds meer gelovigen kunnen niet meer uit de voeten met de klassieke opvattingen omtrent God, Jezus, hemel, hel, zonde, verrijzenis en laatste oordeel."

Door de eeuwen heen hebben kerken en concilies sterk de nadruk gelegd op Jezus' zoonschap van God ten koste van zijn evenzeer bijbelse kwalificatie als Mensenzoon. In zijn indertijd veel opzien barende boek “Eerlijk voor God” schreef de Engelse bisschop John A.T. Robinson:

"Het is zelfs een open vraag of Jezus zich zelf ooit Zoon van God, laat staan God genoemd heeft. Misschien heeft hij deze titel aanvaard, wanneer die door anderen werd gebruikt - zelf gaf hij de voorkeur aan 'Zoon des mensen'."

De Heidelbergse catechismus (een van de reformatorische belijdenisgeschriften) zegt met een beroep op de bijbel, dat drie onderscheiden personen, namelijk de Vader, de Zoon en de Heilige Geest de enige, waarachtige en eeuwige God zijn. Drie onderscheiden personen – dat is wel een héél plastisch, aards en menselijk beeld. Over zulke godsbeelden schreef Robinson in zijn bovengenoemde boek:

"Zodra ze echter een substituut voor God worden, zodra ze God worden, en dus ook alles wat niet in het beeld zijn neerslag vindt, uitgesloten of ontkend wordt, hebben we weer een nieuwe afgoderij gekregen en moet het woord van gericht opnieuw worden gesproken."

Professor Kyoung Jae-Kim, hoogleraar in de systematische theologie aan de universiteit van Hanshin, Zuid Korea, zei ooit in een gesprek met Trouw-journalist Ton Crijnen:

“De wijsheid van de oude Gautama Siddhartha, Confucius of Lau-tse moge wellicht groter zijn geweest dan die van de 30-jarige Jezus, maar deze was desondanks uniek omdat hij een kosmisch bestaan volledig combineerde met het concrete aardse leven. Hij heeft zich nimmer onttrokken aan het lijden en het kwaad in de wereld, maar was juist één met de zwakkeren en de lijdenden, tot aan de dood op het kruis toe. Zo werd hij het archetype van de mens als evenbeeld van God. Daarin en daarin alleen ligt zijn uniciteit."

"Eniggeboren Zoon" wil dus zeggen: in Jezus Christus openbaart zich op unieke wijze de Liefde die aan God wordt toegeschreven. Daarom gaat hij ook voorop als leidsman in die Liefde en noemen zijn navolgers Hem: onze Heer. “Allen die Hem hebben aanvaard,” zegt Johannes “allen die in zijn naam geloven, mogen zich ook als kinderen van God beschouwen. Ook zij zijn niet uit bloed, noch uit de wil van het vlees, noch uit de wil van een man, maar uit God geboren” (Joh.1:12-13).

Dus wie gelooft dat Jezus lijfelijk uit een maagd geboren is omdát dat nu eenmaal letterlijk zo in de bijbel staat, zou er even stellig van overtuigd moeten zijn dat iédere oprecht gelovige niet door een man, maar door de Heilige Geest verwekt is. Dat staat hier immers net zo goed letterlijk! Maar de strekking van het verhaal over de maagdelijke geboorte is kennelijk: wat Jezus bezielt, is niet van beneden, komt niet vanuit een gebroken mensheid, maar komt van boven, van de Geest van Liefde. En voor wat de bezieling betreft van de navolging van Christus geldt dus hetzelfde.

Als "geloven in Jezus Christus" alleen maar betekende: aanvaarden dat alle bijbelse verhalen over hem letterlijk waar zijn, dan zou dat tot op zekere hoogte gemakkelijk zijn. Dat geloof hoeft alleen maar in het hoofd verankerd te worden en bij voldoende indoctrinatie lukt dat meestal wel. Maar zo simpel ligt het natuurlijk niet. Geloven in Jezus houdt in: geloven in de BOODSCHAP die hij in woorden en daden uitdroeg. En ook dan gaat het weer niet alleen om een verstandelijke acceptatie. Door de boodschap alleen maar te beoordelen en juist te achten, stellen we ons er eigenlijk boven. Echt gelóven is van een existentiële orde. Dan hebben wij niet zozeer met ons verstand de bóódschap aanvaard, maar dan heeft de boodschap óns te pakken, is in ons geïncarneerd, bepaalt ons doen en laten. Idealiter zijn we andere mensen geworden.

Schrijver: H.P. Winkelman, 27 oktober 2012


Geplaatst in de categorie: religie

3.7 met 6 stemmen 178



Er zijn 2 reacties op deze inzending:

Naam:
H.P. Winkelman
Datum:
28 oktober 2012
@ Hendrik Klaassens
Dank voor je reactie. We verschillen op dit punt, zoals al eerder is gebleken, fundamenteel van mening. Jouw redenering kan mij niet overtuigen en ik besef maar al te goed dat mijn redenering jou evenmin van standpunt zal doen veranderen. Het zij zo. Ik respecteer je standpunt.
Als het gaat om een “visie op de werkelijkheid” heb ik inderdaad meer vertrouwen in de natuurwetenschap dan in allerlei onderling verschillende religieuze beschouwingen over bovennatuurlijke gebeurtenissen die elke bewijsgrond missen en zelfs meestal principieel onbewijsbaar zijn. Laten we niet uit het oog verliezen dat ook de Bijbelse geschriften mensenwerk zijn en mensen zijn feilbare wezens. Vandaar ook de grote verschillen in verschillende religies op die visie op de werkelijkheid.
Dat mensen wonderlijke ervaringen kunnen hebben valt niet te ontkennen. Maar de interpretatie van die ervaringen is subjectief, menselijk, feilbaar. Wat in jouw eigen ervaring een wezenlijke beleving is geweest, kan natuurlijk voor jezelf ook van wezenlijke betekenis en grote waarde zijn, maar hoeft daardoor nog niet in dezelfde waarde en met dezelfde betekenis en betrouwbaarheid aan mij overdraagbaar te zijn.
Wat ik in mijn beschouwingen naar voren probeer te brengen, is juist dat er helemaal geen wondergeloof (wonder in de zin van mirakel) aan te pas hoeft te komen om je door de Bijbelse kérnwaarden aangesproken te voelen. Ook zonder te geloven in een God waarvan mensen zich een voorstelling kunnen maken, van een God die bewijsbaar ingrijpt of heeft ingegrepen in de natuurlijke orde, kan een mens als christen naar die kernwaarden (trachten te) leven met vertrouwen in de zin van het bestaan en in een als evolutie voortgaande schepping die zal leiden tot een nieuwe wereld waar gerechtigheid de basis zal vormen van een gelukkiger mensheid.
Piet Winkelman
Naam:
Hendrik Klaassens
Datum:
27 oktober 2012
Email:
klaassens38zonnet.nl
Goed geschreven artikel. Toch even een paar kanttekeningen. Veel moderne theologen hoppen probleemloos mee met de trend om bijbelse kernwaarheden sterk aan te passen aan de dominante, door de natuurwetenschappen gehanteerde visie op de werkelijkheid. Daardoor raken begrippen als opstanding, een persoonlijk voortleven na de dood en het goddelijke karakter van Jezus in de knel. Wie deze klassieke begrippen in modieuze zin herinterpreteert, loopt het risico dat de essentie van het christendom ondergesneeuwd raakt of zelfs verdwijnt.

Ook gaat men dan voorbij aan de concrete ervaringen die mensen door de eeuwen heen - zowel binnen als buiten het christelijk geloof - hebben gehad. Wonderen bestaan en tientallen miljoenen mensen over de hele wereld - waaronder ik zelf - hebben een BDE gehad. Dergelijke verhalen kan men niet simpelweg ontkennen of zó herinterpreteren dat ze aan de criteria van materialistische wetenschappers voldoen. Het risico bestaat dat daardoor op den duur de notie van een geestelijke werkelijkheid, die in wisselwerking staat met de materiële wereld, volledig zal verdwijnen.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)