Fatale missie voor een misleid vogeltje
(voor Sint Kaatje Dierkx (1866 - 1900))
Je bent geboren als Anna Catharina op 3 maart 1866 in Ossendrecht. Je vader Petrus Johannes Dierkx was broodbakker en je moeder Judoca Carolina Withaegs was biertapster. Op je derde overleden een zusje en een broertje. Je moeder was eerder getrouwd geweest en toen jij vijf was is ze op het kraambed overleden aan de pokken, evenals haar pasgeboren zoontje. Petrus was niet in staat om twee eigen dochters en vier stiefkinderen op te voeden, dus vertrok hij op je zesde alleen naar Brussel. De stiefkinderen gingen naar familie van je moeder en opa Cornelis en oma Nely zorgden voor jou en je zusje Betje van twee. Je ging naar de school 'De Berghoeve' in Ossendrecht, geleid door de zusters van Oudenbosch. Op je twaalfde werd je kindermeisje bij de familie De Beukelaar. Later ging je werken in de koffiefabriek van Sjef Brouwers, waar je inpakster was. Op je achttiende werd je dienstbode bij de familie Coveliers in Antwerpen. Je maakte contact met de Franciscanessen Missionarissen van Maria, in 1877 gesticht door de Franse gravin Hélène de Chappotin de Neuville, die als non Maria van de Passie (1839 - 1904) heette. Er was veel armoede in Antwerpen en je hielp hen zoveel je kon. Op 19 maart 1893 werd je postulant bij deze orde, dat was in hun nieuwgebouwde klooster aan de Lange Congostraat. Twee jaar later deed je je geloften van armoede, zuiverheid en gehoorzaamheid. Weer drie jaar later deed je de eeuwige geloften. Er werd vijf uur per dag gebeden, met name door de Aanbidding van het Allerheiligste. Daarbij werd er in de missie gewerkt. Je verlangde ernaar om voor Christus Jezus te mogen lijden. Je heette zuster Marie Adolphine en je werkte in de keuken en je had de leiding over de wasserij. Toch wist je dat je naar een ver land werd gestuurd. Samen met zes andere zusters en vier priesters ging je op reis naar een weeshuis in Tai-Yuan-Fu in China. Je was toen drie-en-dertig. Je kon goed koken en brood bakken, wat een voordeel was. Jullie vertrokken uit Marseille per schip en de zeereis was zeer stormachtig. Een van de zusters was zr. Amandina (Pauline Jeuris) uit Schakkebroek nabij Hasselt. Je wist dat het een levensgevaarlijke missie was, want er waren al mensen vermoord door de opstandelingen. In zekere zin was het een kamikaze-actie en absoluut onvoorzichtig en onverantwoord. Het was een riskant spel met je leven, net zo gewaagd als Russische roulette, maar je deed het niet voor minder, sterker nog, je verlangde zelfs naar de martelaarskroon. Een krankzinnig doodsverlangen uit doorgedraaide, religieuze motieven. Je was niet bang voor gevaar, want je geloofde in het hiernamaals. Dat kan, maar daarom hoefde je je kostbare leven nog niet in de waagschaal te stellen. Als martelares zou je iedereen op aarde een deel van je martelaarskroon schenken. Ik weet dat de nonnen en priesters je dat hebben wijsgemaakt. Ze hebben je in wezen om de tuin geleid en je aangezet tot (passieve) zelfdoding. Ze hadden je nooit mogen uitzenden. Jouw bloed kleeft aan hun handen. Dat is één van de meest vreselijke kronkels van de roomse leer. Het martelaarschap van Jezus wordt als voorbeeld gesteld, maar dat was eens en nooit weer, Hij heeft al het lijden op zich genomen, Hij vraagt geen martelaarsbloed, want iedere seconde liefde is veel meer waard. Dus ben je eigenlijks zwaar gemarteld en de dood ingejaagd door je zogenaamde vriendinnen en vrienden van die knotsgekke Moederkerk. Op 4 mei 1899 kwam je in Tai-Yuan-Fu, provincie Chansi. Kung-Fu-les was niet verkeerd geweest. Je zorgde voor pasgeboren baby's, die bij de kloostermuren werden achtergelaten. Er waren meer dan tweehonderd weeskinderen. Je werd vaak ziek, net als de andere zusters. Jullie kregen de schuld van de ellende van de Chinese machthebbers en tijdens de Bokseropstand weigerden jij en de anderen om te vluchten, terwijl dat wel had gekund. Je was gekneed om een slachtofferrol aan te nemen en om je te laten vermoorden. Zodanig, dat er geen alarmbel meer rinkelde. Al boksten vele bijbelhelden wel terug. Welk een slap, fanatistisch, walgelijk fatalisme! Zelfs dieren vluchten in doodsnood. Op 9 juli 1900 werd jij door enkele wrede Chinezen gruwelijk vermoord, net als je zes medezusters en de priesters. Eerst moesten jullie kijken naar hoe de mannen werden geslagen en onthoofd. Daarna zijn jij en je zes medezusters onthoofd, terwijl jullie godsdienstige liederen zongen. In totaal werden er 250 vooral religieuze buitenlanders vermoord. Er werden ook 18000 Chinese christenen vermoord. In 2000 ben je heiligverklaard, maar was dat het allemaal wel waard?
Geplaatst in de categorie: idool