Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Hoe het gepeste kind in jou jaren later kapseisde

(voor Hjalmar Fredrik Elgérus Bergman (1883 - 1931))

Je bent geboren op 19 september 1883 in Örebro. Je vader was de bankdirecteur Claes Bergman en je moeder was Fredrique Elgérus.
Je had twee zussen, Esther en Elna.
Op school had je geen vrienden, omdat je verlegen en onhandig was. Je bezat niet het gereedschap om vriendschap te sluiten, je dacht dat iedereen zo eenzaam en terneergeslagen was. Je werd op school gepest, omdat je een gemakkelijke prooi was, omdat je anders dan de meesten was en vooral omdat je te dik was. Deze pesterijen hebben de rest van je leven verpest en getekend. De gestoorde daders zouden zich rotschamen als ze ontdekten wie zij in wezen hebben buitengesloten en psychisch beschadigd. Er kleeft absoluut bloed aan hun handen en tongen. Door die domme, primitief projecterende pestkoppen was jij voortdurend zwak en labiel. Daarbij worstelde je ook nog levenslang met je verwarrende seksualiteit.

Na de middelbare school studeerde je een jaar filosofie aan de Universiteit van Uppsala en daarna studeerde je een jaar kunst, taal en literatuur aan de Universiteit van Florence. Je stopte met je studies om een vrije schrijver te zijn.
Op je tweeëntwintigste debuteerde je met 'Maria, moeder van Jezus', dat niet echt aansloeg.
Je vader had contact met de theaterdirecteur Augustus Lindberg en zijn vrouw, de actrice Augusta Lindberg. Zij speelden met hun reizende theatergezelschap in Zweden en Amerika. Op je vierentwintigste trouwde je met hun dochter Stina, die schrijfster was. Zij was toen negentien.

Op je zesentwintigste verbleef je drie jaar in Rome. Op je zevenentwintigste brak je door met de roman 'Zijn genade testamenten'. Daarna volgde 'Wij Bookar, Haken en wortelharen', geschreven bij je familie in Helsingborg. Samen met 'Loewe Verhalen' en de trilogie 'Komedies in Bergslagen', bestaande uit 'Twee gezinnen', 'De dans van Frötjäm' en 'Knutsmässo markt', vormen deze romans de Bergslagsresan Romans. De omgeving van Bergslagen is daarin het decor. Ook de roman 'Markurells in Wadköping' behoort tot deze serie en dit was je meest succesvolle roman, die verfilmd is, met Edvin Adolfsson als de roodharige herbergier Markurell.
Je had een superbe fantasie en mega-geheugen en je werd geïnspireerd door je ongelukkige kinderjaren. Je was een groot dramaturg, maar je gebruikte ook zeer gevatte humor. Een waardige opvolger van August Strindberg.

Je reisde samen met Stina door Europa en je huwelijk was uiterst vermoeiend, want zeer stormachtig. Je had meerdere, homoseksuele relaties vooral met jongere mannen. Je deed ook aan betaalde seks met jonge, mannelijke hoeren. Stina voelde zich opzij gezet en seksueel tekortgekomen.
Je enige vaste verblijfplaats was een huis op Sail Holmen in de archipel van Stockholm. Stina was je secretaresse en een gedreven verkoopster van je boeken.

Op je tweeëndertigste overleed je vader door een beroerte en verviel het feit, dat je door hem alle eerdere jaren financieel gespekt bent. Het familiebedrijf bleek ineens een hoge schuldenlast te hebben en dus werd je gedwongen om van je pen te leven en om lezingen te houden.
In de twintiger jaren begon je steeds meer alcohol te nuttigen en je begon drugs te gebruiken, zoals cocaïne. Het geestelijke spitwerk eiste zo zijn tol. Toch heeft je werk er niet onder geleden en bleef je vlijmscherp in je psychologie, met name over de ambivalentie van de menselijke emoties. Je schreef vooral zomers in je zomerhuis op Sail Holmen en ter ontspanning was je vaak lange tijden in dronkenschap. Ook dat gaf veel spanning in je huwelijk, al dronk Stina geregeld evenveel mee.

Je had veel belangstelling voor films en met de filmregisseur/acteur Victor Sjöström schreef je scripts voor films. Je verbleef vier maanden in Hollywood om daar als script-schrijver door te breken, maar dat mislukte. Toch heb je als een ware artiest die periode niet onbenut gelaten en wist je er je laatste roman uit te puren.
De Zweedse acteur Gösta Ekman speelde de hoofdrol in het drama 'Swedenhielms' en je raakte intiem bevriend met hem. Je laatste, zeer geslaagde, autobiografische roman 'Clown Jac' is niet voor niets aan hem opgedragen, want je hield zielsveel van hem. Hij ontving het boek als een verjaardagscadeau.
Je had daarnaast veel seksuele contacten met acteurs en auteurs, die net als jij een getrouwde homofiel waren. In feite leefde je nog altijd net zo afgezonderd als in je barre schooljaren. Die traumatische jeugddepressie kwam weer opzetten, ondanks de opgevoerde drank en drugs. Gösta ging na het vroege overlijden van zijn zoon aan de cocaïne. Gösta overleed door nierfalen en een longontsteking als gevolg van zijn lichaamsverwoesting.

Op 1 januari 1931 nam je in Berlijn bewust een overdosis morfine en alcohol. Doodgepest, lamgeslagen, ondanks je literaire overbruggingspogingen ondraaglijk geïsoleerd gebleven.
Stina was niet overdonderd, want ze wist dat het in de lijn der verwachting lag en ze wist hoe zwaar je geleden had, hoe groot je traumatische ervaringen waren geweest. Ze zag je fysiek afglijden, maar je keuze heeft haar, zoals je begrijpt, gruwelijk veel pijn gedaan. Zij had immers niemand anders dan jou, ook al was je haar ontrouw. Afkicken en psycho-therapie durfde je blijkbaar niet aan. Je was zielmatig te ver weg om die optie voor mogelijk te houden.

Je werd zevenenveertig jaar. Je bent begraven in de Noorder Begraafplaats in Örebro. Op 3 juli 1976 is je geliefde Stina bij jou begraven. Een engel zocht rust bij jou.

Schrijver: Joanan Rutgers, 22 april 2013


Geplaatst in de categorie: idool

4.0 met 1 stemmen 162



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)