Ze konden fluiten naar jouw martelgang
(voor Frederika Sophia Cohen (1903 - 1943))
Je bent geboren op 11 augustus 1903 in Amsterdam.
Je vader was Levie Cohen, geboren in Gouda, en je moeder was Esther Sarlie, geboren in Amsterdam. Je jongere zus was Sophie en je jongere broer Bernard Henri.
Je vader was een Joodse, socialistische diamantbewerker, die vaak zonder werk zat, wat de reden was om te verhuizen naar Antwerpen, waar meer werk was.
Op je tiende keerden jullie terug naar Amsterdam. Na de lagere school ging je naar de Amstel-Mulo. Als kind hield je veel van tekenen en je wilde graag tekenares worden, maar dat konden je ouders niet bekostigen, waardoor je een kantoorbaan nam.
Op je achttiende werkte je in de draad- en kabelfabriek Draka. Daar begon je reclame-advertenties te ontwerpen, die veel lof oogstten, waardoor je bij de uitgeverij N.V. Ontwikkeling kantoorwerk en tekenwerk mocht doen. Dit was de voorloper van uitgeverij De Arbeiderspers aan de Singel 262.
Je werd een goede vriendin van Alice van Nahuys, die later directielid van uitgeverij Emanuel Querido werd, wat je veel ontwerpopdrachten voor boekbanden opleverde. Je maakte grafische ontwerpen voor de socialistische jeugdbeweging Arbeiders Jeugd Centrale. Dankzij een studiebeurs kon je naar de Kunstnijverheidsschool. Van de kunstschilder Wim Schuhmacher kreeg je les in modeltekenen.
Op je zesentwintigste behaalde je het Grafiek-diploma van je opleiding aan het Kunstnijverheidsinstituut. Via Henriette van Dam van Isselt kreeg je een baan bij het Gemeentelijk Bureau Kunstzaken. Je werkte drie jaar voor de Stadsdrukkerij Amsterdam, waar je wegens bezuinigingen werd ontslagen. Toch bleef je er nog negen jaren arbeidzaam als vrijwilligster. Je wist het drukwerk van de gemeente een persoonlijk gezicht te geven.
Je werkte voor de IVAO, het latere NIVON, en voor de SDAP. Je maakte vanaf 1933 illustraties voor de Joodse bladen 'De Vrijdagavond', 'Het Nieuw Israëlisch Weekblad' en 'De Proletarische Vrouw'. Je maakte boekomslagen voor de uitgeverijen De Arbeiderspers, Querido en de Wereldbibliotheek. Daarbij maakte je tevens exlibrissen, bladwijzers, geboorte- en huwelijkskaarten, kalenders, landschappen, stadswapens, vignetten, ansichtkaarten en koppen voor bladen/tijdschriften, bijvoorbeeld voor het Joodse vrouwenblad 'Ha-ischa' en voor 'Vrijheid, Arbeid, Brood'.
Je maakte ook portretten, o.a. van Lion Contran achter een piano. Je werkte voor Schiphol, vakbonden en boekhandels. Je werd beïnvloed door de kunst- en architectuurstromingen de Amsterdamse School, Jugendstil, de Nieuwe Kunst en de Nieuwe Zakelijkheid, evenals door het tijdschrift 'Wendingen'.
Op je dertigste gaf je in Engeland voordrachten over je baanbrekende, grafische prestaties.
Je was klein van stuk, je had donker haar en je was zeer beweeglijk. Je schilderde, tekende, lithografeerde en je maakte houtsneden.
Je woonde en werkte in je sfeervol ingerichte huis/atelier aan de Karel du Jardinstraat 11.
In de tweede wereldoorlog zat je ondergedoken in Amsterdam, Diemen, Rotterdam, Winterswijk en Borne. Je bleef met veel moeite illegaal doorwerken. Je was zeer vlijtig en energiek, wat je de bijnaam 'Saartje Wip' opleverde. Je had een robuuste stijl met een stevige zwart-wit schakering, die later wat losser werd. Je werkte als graficus samen met Joseph Gompers en je hebt een grote invloed op de vormgeving van de jaren dertig gehad.
Je moeder overleed op 1 november 1942.
Op 12 juni 1943 zat je op het platteland in Borne ondergedoken en je bent die vreselijke dag verraden door een of andere egoïstische kippenboer, die aasde op een beloning van de bezetters. Jouw bloed kleefde aan zijn misvormde klauwen. Enkele SS-ers hebben je gearresteerd, maar op een onbewaakt moment wist je een giftablet in te slikken, want die droeg je altijd bij je voor het geval je opgepakt zou worden. Paradoxaal genoeg een moedige verzetsdaad, maar in wezen de hoogste tragiek.
Na twee dagen in coma te zijn geweest overleed je op 14 juni 1943 in het ziekenhuis in Hengelo.
Je bent in een naamloos graf op de Joodse begraafplaats in Hengelo begraven.
Je werd negenendertig jaar.
Na de oorlog heeft je zus Sophie een steen op je graf laten plaatsen.
Je vader is in Auschwitz vermoord en je broer is in Bergen-Belsen vermoord.
Geplaatst in de categorie: idool
getalenteerd gezegend is met gratie en bijzondere kwaliteiten, wat juist ergernis, irritatie of nog veel erger oproept bij anderen...