Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Vermoord door een psychiatrische stoornis

(voor Alejandra Flora Pizarnik (1936 - 1972))

Je bent geboren op 29 april 1936 in Buenos Aires. Je Joodse ouders waren Elias en Rejzla Pizarnik Bromiker. Ze kwamen oorspronkelijk uit Rusland en Slowakije. Je oudere zus was Myriam. Bijna al je familieleden, die in hun land bleven, werden door het fascisme en het stalinisme vermoord.

Je groeide op in Avellaneda. Je had een zeer gecompliceerde jeugd. Je sprak Spaans met een Europees accent en je stotterde. Je kreeg onderwijs in het Spaans en Jiddisch. Je had verschrikkelijke problemen door acne en je tobde met overgewicht. Dit was de oorzaak van een minderwaardigheidscomplex. Je was gefixeerd op je lichaam en je vergeleek jezelf obsessief met Myriam.
Je begon amfetaminen te slikken, waar je al snel aan verslaafd was en waardoor je leed aan euforie en aanhoudende slapeloosheid. Bovendien had je te kampen met een borderline persoonlijkheidsstoornis.

Op je achttiende ging je studeren aan de Faculteit Wijsbegeerte en Letteren van de Universiteit van Buenos Aires. Je volgde cursussen in de literatuur, filosofie en journalistiek.
Op je eenentwintigste verliet je de universiteit zonder je studie te voltooien en je kwam in de leer bij de surrealistische kunstschilder Juan Batlle Planas. Je was net als Juan gefascineerd door de psycho-analyse.
Je bent sterk beïnvloed door Antonio Porchia, Arthur Rimbaud, Stephane Mallarme, de Romantiek en het surrealisme.
Je thema's waren: eenzaamheid, jeugd, pijn, dood, paranoia, angsten, wanhoop en schizofrene stemmen.

Op je negentiende debuteerde je met 'Hoe meer vreemd land', betaald door je vader, opgevolgd door 'Laatste onschuld', opgedragen aan je psycho-analyticus Oscar Ostrov.
Je was kettingroker en je gebruikte hallucinerende middelen, ooit een week lang, terwijl je luisterde naar Janis Joplin. Je zong liever de blues, dan dat je 's nachts dichtte, waar je gek van werd. Je had vaak psychisch labiele perioden en je voelde je nooit thuis in Argentinië.

Op je vierentwintigste ging je naar Parijs, waar je vier jaar verbleef. Je werkte voor het tijdschrift 'Les Lettres Nouvelles' en voor enkele uitgevers.
Je publiceerde gedichten in kranten en je vertaalde Antonin Artaud, Henri Michaux, Aime Cesaire en Yves Bonnefoy. Aan de Sorbonne bestudeerde je religie en Franse literatuur.
Je was bevriend met Octavio Paz, Julio Cortázar, Rosa Chacel, Rúben Vela, Olga Orozco en Arnaldo Calveura.
Je publiceerde 'Boom van Diana', 'Extractie van de Steen van Waanzin' (de climax van je oeuvre) en 'De muzikale hel'. Daarna nog drie bundels tijdens je leven en in totaal negen bundels.

In 1964 was je terug in Buenos Aires. In 1966 overleed je vader en in 1968 was je terug in Parijs.
In 1969 ontving je een Guggenheim Fellowship, waardoor je naar New York reisde.
In 1970 werd je door een eerste suïcidepoging in een psychiatrisch ziekenhuis opgenomen.
In 1971 won je een Fullbright Sholarship en je publiceerde je prozawerk 'De bloedige gravin'. Je was teleurgesteld in de kracht van je poëzie en je matige talent om proza te schrijven. Je vond jezelf een vreemde op aarde.
Je dichtte: 'De tijd heeft mijn ster gewurgd', 'Zelfdoding plegen is eenzamer dan woorden' en 'In de taal controleer ik het gewicht van mijn dood'.

Op 25 september 1972 pleegde je zelfdoding in een appartement aan de Montevideo Straat. Je slikte 50 pillen Seconal. Dat deed je in een vrij weekend, terwijl je verpleegd werd in een psychiatrisch ziekenhuis in Buenos Aires, want je had twee pogingen tot zelfdoding ondernomen en je was zwaar chronisch depressief.
In Guenes Straat staat een monument voor jou.
Je werd zesendertig jaar en je bent bij je vader begraven op Cementario La Tablada in Buenos Aires.

Schrijver: Joanan Rutgers, 21 september 2013


Geplaatst in de categorie: idool

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 65



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)