Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Hoe een oude, rijke man je de mond snoerde

(voor Julia Bertha Culp (1880 - 1970))

Je bent geboren op 6 oktober 1880 in de Folkingestraat 59 in Groningen. Later is daar de synagoge naast gebouwd. Je vader Baruch Culp was een contrabassist in het Orchest der Vereeniging De Harmonie en hij verhuurde toneelkostuums. Je moeder was Sara Cohen. Je jongere zus was Betsy.
Op je zevende begon je viool te spelen en Betsy speelde piano. Op je elfde trad je voor het eerst op, bij een feest van de Groninger zangvereniging Crescendo. Je speelde viool. Op je dertiende zong je voor het eerst in de Groote Bovenzaal der Harmonie. En je speelde viool. Kee Groneman was je zanglerares en je zong samen met haar dochter Fie voor een publiek.
Op de Rijks-HBS werd je als arme jodin gepest en buitengesloten.

Op je vijftiende ging je naar het Conservatorium in Amsterdam. Je zanglerares was Cornelie van Zanten en je pianoleraar Charles de Pauw.
Op je twintigste was je afgestudeerd aan het conservatorium en ging je terug naar Groningen. In Berlijn kreeg je zangles van Etelka Gerster. Je had veel succes en je zong in Nederland, België, Engeland en Duitsland, in Saal Bechstein in Berlijn. De orkestdirecteur Wilhelm Berger was van grote invloed op je succes. Je werd een internationale, gevierde zangeres. Je zong in heel Europa en Amerika, waar je 'de Nederlandse nachtegaal' werd genoemd. Je zong o.a. liederen van Schubert, Brahms, Wolf en Schumann.
In 1902 zong je voor koningin Wilhelmina en in 1903 voor koningin Augusta Victoria van Sleeswijk-Holstein.

Op je 24-ste trouwde je met Erich Merten. Hij had twee dochters uit een eerder huwelijk. Jullie woonden in een prachtig huis in Zehlendorff, nabij Berlijn. Je trad 100 tot 120 keer per jaar op. Tijdens je reis naar New York werd je in de trein van al je juwelen, ontvangen van koninginnen, beroofd. Op 10 januari 1913 zong je in Carnegie Hall en later voor president William Howard Taft. Je trad o.a. op met de componisten Grieg, Strauss, Saint-Saëns, Mengelberg en Klemperer.

Na dertien jaar zijn Erich en jij gescheiden, wat vriendschappelijk verliep. Rond die tijd had je baron Wilhelm Ginzkey ontmoet, een Tsjechische industrieel, met wie je op je 38-ste trouwde. Je werd Tsjecho-Slowaakse en je woonde in Wenen. Van joodse werd je roomse en je stopte als zangeres, wat je deels zat was en een ellendig beroep vond. Niet meer optreden vond je erg moeilijk. Je zong nog bij uiterst bijzondere bijeenkomsten en je gaf zanglessen. Een bizarre, wrede, claimende en egoïstische voorwaarde van Wilhelm.
Je werd een levende legende en de kranten bleven je interviewen. In 1933 overleed Erich en in 1934 overleed Wilhelm.

Door het nazisme verhuisde je in 1938 naar Betsy, ook weduwe, in de Amsterdamse Wolkenkrabber, gebouwd door J.F. Staal, aan het Victorieplein, destijds het Daniël Willinkplein. En je werd weer Nederlander.
In de oorlog zat je ondergedoken, vooral bij de beeldhouwer Bertus Sondaar in Loenen aan de Vecht. Omdat Betsy en jij konden bewijzen, dat jullie onvruchtbaar waren, hoefden jullie geen gele ster te dragen.

Na de oorlog woonde je weer in de Wolkenkrabber en je werd nog steeds door journalisten achtervolgd. In 1958 overleed Betsy, wat een groot verlies voor je was en waarna je een anoniem, vereenzaamd leven leidde.
Op 3 oktober 1970 overleed jij in je flatwoning. Je werd negentig jaar en je bent in stilte gecremeerd.

Schrijver: Joanan Rutgers, 11 maart 2014


Geplaatst in de categorie: idool

3.7 met 3 stemmen 58



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)