Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Koppen dicht

Tegenwoordig zie je vrouwelijke soldaten tussen de mannen rondlopen. Toen ik in 1951 in militaire dienst moest was dat nog niet het geval. We waren allemaal dienstplichtige jongens van ongeveer negentien jaar. We waren opgekomen in Bergen op Zoom en toen we daar op het kazerneterrein stonden werden we al bedreigd met de krijgstucht. Het waren bijna allemaal Amsterdammers, dus die maakten veel lawaai en toen een Indische kapitein naderde, riep hij:

''Koppen dicht, jullie staan nu onder de krijgstucht.''
Iedereen was meteen stil, maar de kapitein met een stokje onder zijn arm liep door en toen begon de herrie weer. De eerste zes weken mocht je niet met verlof en dat kon wel eens niet doorgaan als je bij de inspectie op zaterdagmorgen geen vouw in je broek had of je schoenen niet gepoetst waren. Tegenwoordig zijn het beroepsmilitairen die allemaal in burger en vaak met eigen auto naar huis gaan, maar wij arme sloebers in de jaren vijftig, moesten in uniform met gesloten kraag afmarcheren naar het station om met verlof te gaan.

Ook op het station moest je uitkijken, want de militaire politie hield je in de gaten. Alles ging dus heel ordelijk en werd je vervoerd in heel oude treinen met houten banken, als dank voor de bewezen diensten aan het vaderland. Soms moest je wel overblijven in het weekend als je wachtdienst had aan de poort van de kazerne of elders op het terrein. Je verveelde je behoorlijk, dus ging je maar naar de kantine of naar een militair tehuis. Daar kon je koffie drinken of een biljartje maken. Soms ging je op zondagmiddag een eind over het kazerneterrein wandelen en hoopte je, dat er meisjes aan het hek stonden om er mee te praten.

Schrijver: kees niesse, 22 april 2014


Geplaatst in de categorie: maatschappij

4.5 met 2 stemmen 134



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Joanan Rutgers
Datum:
24 april 2014
Dat was nog eens afzien, Kees, en hoe is het zo gelopen, dat jij en je kameraden werden afgebekt door een Indische kapitein? Werden er na het verlies van Nederlands-Indië direct Indische strijders tot Nederlandse militairen opgeleid? Uit nederig respect?
Die sfeer van verveling kleefde permanent aan de dienstplicht. Niet uit eigen ervaring, want mij wilden ze niet hebben. Je weet wel. Ik zakte huilend ineen. 'Dichter: de enige wijkplaats voor een onplaatsbaar mens' (Samuel Beckett) zette ik niet voor niets in mijn enige uitgegeven prozawerk.
Meisjes aan het hek om mee te praten. Ik kan me die behoefte levendig voorstellen. Ik zat ter vervanging van mijn diensttijd op een bankje voor de kledingzaak, waar de vrouw van de gereformeerde organist werkte. Ik dronk goedkope blikken bier en ik rookte Camel-sigaretten. Na sluitingstijd liep ik met de begeerde deerne mee en verklaarde ik haar mijn liefde. Tijdens de catechisatie, die zij gaf, werd ik al knettergek smoorverliefd, omdat ze het hengsel van haar schoudertas pal tussen haar volle borsten liet hangen. Dit was ook een soort hek en ze noemde me een zielenpiet, wat ongeveer neerkomt op een nietsnutdienstplichtsoldaat of niet soms?...

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)