Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Zoveel schoonheid en zo zwaar vereenzaamd

(voor Forough Farrokhzad (1935 - 1967))

Je bent geboren op 5 januari 1935 in Teheran. Je vader was kolonel Mohammed Bagher Farrokhzad en je moeder was Touran Vaziri-Tabar.
Je was de derde van zeven kinderen. De anderen zijn: Amir, Massoud, Mehrdad, Ferehdoun, Pooran en Gloria.
Ferehdoun was zanger/acteur/dichter. Hij is in Bonn door de Iraans islamitische regering vermoord.
Pooran is dichteres/encyclopediste.

Je vader wees je op de poëzie. Je zat tot de negende klas op school. Daarna ging je naar een meisjesschool, waar je naaien en schilderen leerde.
Op je zestiende trouwde je met je achterneef Parviz Shapour, een succesvolle criticus/satiricus, die elf jaar ouder was. Nadat hij werkte voor het Ministerie van Financiën schreef hij voor kranten en één keer per week publiceerde hij een verhaal in het Tofiegh tijdschrift.
Je ging door met de naailessen en de schilderkunst en je verhuisde naar Ahvaz.

Op je zeventiende werd jullie zoon Kamyar geboren. Na twee jaar huwelijk zijn Parviz en jij gescheiden. Parviz kreeg de voogdij over Kamyar. Jij ging terug naar Teheran, waar je poëzie en proza ging schrijven.
In 1955 verscheen je dichtbundeldebuut 'De Gevangene', een autobiografische terugblik. Daarna kreeg je een psychische inzinking en werd je in een psychiatrische kliniek verzorgd. Als gescheiden vrouw schreef je controversiële poëzie met een daadkrachtige intentie. Je werd het middelpunt van veel negatieve aandacht en openlijke afkeuring.
In 1956 verscheen de bundel 'De Muur', opgedragen aan Parviz.

In 1958 verbleef je negen maanden in Europa, je volgde filmcursussen in Duitsland en Italië. Terug in Iran zocht je een baan. De schrijver/regisseur Ebrahim Golestan stimuleerde je om je eigenheid te blijven uiten en om op jezelf te gaan wonen.
Met Ebrahim, die met zijn nicht Fakhri was getrouwd, had je een duurzame liefdesrelatie en daarnaast had je realties met diverse mannen, o.a. de dichter Nadir Naderpur en de schrijver Sadeq Chubak.

Met je bundel 'Opstand' ben je beroemd geworden. In 1962 maakte je in Tabriz een documentaire over een leprakolonie, genaamd 'Het huis is zwart'. Je viel internationaal in de prijzen. Tijdens het filmen ontfermde je je over het kind van melaatse ouders, Hossein Mansouri, die bij je moeder kwam te wonen.

In 1963 maakte de UNESCO een film van een half uur over jou. Bernardo Bertolucci bezocht je en hij maakte een filmpje van een kwartier over je leven als dichteres.
In 1964 verscheen je belangrijkste bundel 'Opnieuw geboren'. Je maakte hiermee een ommekeer qua inhoud en vorm. Naast je beïnvloeding door Ebrahim werd je beïnvloed door de dichteres Nima Youshij. Je individuele bespiegelingen werden ingeruild voor universele bespiegelingen. Het waren gedichten uit een tijdsspanne van zes jaar. Samen met Parvin E'tesami en Simin Behbahani waren jullie de bekendste, moderne dichteressen van Iran. Je schreef over ongeluk, scheiden, pijn en depressie.
In 1965 schreef je 'Laten we geloven in het begin van het koude seizoen', dat postuum is verschenen.

Op 13 februari 1967 kreeg je in Darrus een auto-ongeluk na een bezoek aan je moeder. Je ontweek met je jeep een schoolbus, waardoor je tegen een stenen muur reed. Je overleed door je hoofdverwondingen.

Je werd tweeëndertig jaar en je bent op de Zahir-od-dowleh begraafplaats in Darband (Teheran) begraven.

Schrijver: Joanan Rutgers, 18 september 2014


Geplaatst in de categorie: idool

3.5 met 6 stemmen 52



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)