Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Hoe een hoge ziel als jij zo wreed werd verlaagd

(voor Gertrud Kolmar (1894 - 1943))

Je bent geboren op 10 december 1894 in Berlijn, als Gertrud Käthe Chodziesner. Je vader Ludwig Chodziesner was een notaris en monarchist. Je moeder Elise Schönflies kwam uit een intellectuele familie. Je jongere zussen waren Margot en Hilde. Je jongere broer was George. Jullie deden niet aan de traditionele, Joodse rituelen mee. Sinds je jeugd schreef je fictie, maar je was te verlegen om het te tonen en bovendien had je geen banden met de Berlijnse, literaire gemeenschap.

Vanaf je zesde zat je tien jaar op een privé-gymnasium voor meisjes. Daarna studeerde je aan een landbouw- en huishoudkunde school in Arvershof. Je werkte als kleuterjuf en je leerde Russisch. Je werd lerares Engels en Frans en in 1916 was je militaire tolk, voor krijgsgevangenen in Döberitz. In 1917 werd je zwanger van de legerofficier Karl Jodel, die jou in de steek liet. Van je ouders moest je een abortus ondergaan. In je poëzie schreef je veel over kinderloze vrouwen en moederfiguren. Die abortus was een groot trauma.

In 1917 verscheen je dichtbundeldebuut 'Gedichte', onder je pseudoniem Gertrud Kolmar. Kolmar is de Duitse naam voor Chodziez, waar je familie vandaan kwam. Na 1918 was je gouvernante voor diverse families in Berlijn. Je dichtwerk ging over isolement, vervreemding en waanzin. Je werd vergeleken met Charles Baudelaire en andere symbolisten. In 1923 verhuisde je naar Falkensee, naar een villa met een parkachtige tuin en meren, wat je volop inspireerde. In 1927 deed je een zomercursus op de universiteit van Dijon, waarvoor je een leraarsdiploma kreeg. In datzelfde jaar was je in Hamburg de lerares van gehandicapten.

In 1928 werd je moeder terminaal ziek en verzorgde je haar in Finkenkrug tot haar overlijden in maart 1930. Daarna werd je notaris-assistente van je vader en bleef je bij hem het huishouden doen. Daarnaast schreef je over isolatie en eenzaamheid als Jodin tussen het oprukkende antisemitisme. In 1931 voltooide je de roman 'Die jüdische Mutter'. Door de opkomst van het nationaal-socialisme moest je vader het familiehuis in Finkenkrug verkopen en kwamen jullie in een Judenhaus in Schöneberg terecht.

In 1934 verscheen de dichtbundel 'Preussische Wappen' en in 1938 'Die Frau und die Tiere'. Je was een geestelijke zuster van Franz Kafka en je vond poëzie een meer spirituele en superieure vorm van schrijven. In je latere gedichten schreef je over de afkeer en machteloosheid van de Duitse Joden tijdens de Holocaust. Je dramatische werken 'Cecile Renault' en 'Nacht' zijn niet gepubliceerd. In 1940 verscheen je novelle 'Susanna', over een oudere gouvernante van een depressieve tiener. In een brief aan je zus Hilde schreef je, dat je jouw vervolging door de nazi's zag als een boetedoening voor je eerdere zonden. Heel merkwaardig, maar alleen zo kon je het lijden dragen.

Je was een nicht van de filosoof/literatuurcriticus Walter Benjamin, die op zijn 48-ste zelfdoding pleegde, op de vlucht voor de nazi's.

Hilde was getrouwd met de niet-Joodse boekhandelaar Peter Wenzel en ze was in 1938 naar Zwitserland gegaan. In 1940 begon je Hebreeuws te studeren, omdat je hoopte naar Palestina te gaan. Je schreef proza in het Hebreeuws en je vertaalde een gedicht van H ayyim Bialik naar het Duits. Om Duitsland te kunnen verlaten, had je een bewijs van werkgelegenheid nodig en dat had je niet. In juni 1941 moest je in een wapenfabriek werken. In september 1942 werd je vader naar Theresienstadt gedeporteerd, waar hij in 1943 overleed.

Op 27 februari 1943 werd je door de SS gearresteerd en op 2 maart 1943 werd je naar Auschwitz gedeporteerd, waar je bent vergast. De datum van je overlijden is onbekend. Je werd achtenveertig jaar. Je bent één van de beste dichteressen en de grootste, Joodse dichteres in de Duitse taal.

Schrijver: Joanan Rutgers, 15 oktober 2014


Geplaatst in de categorie: idool

3.4 met 7 stemmen 1.633



Er zijn 3 reacties op deze inzending:

Naam:
Gabriëla Mommers
Datum:
17 oktober 2014
Email:
gabrielamommersyahoo.com
Beste Joanan, lieve man, ik heb je voordracht van 'De panter' bij Man Bijt Hond gezien. Inderdaad, een heel mooi gedicht! Het werk van Alice Miller is mij goed bekend, want het was verplichte kost in mijn opleiding.

Het is niet zo dat ik een hekel heb aan Duitsland of Duitsers of de Duitse taal. Ik vind het niet echt een mooie taal, het is een vrij harde taal qua uitspraak, het Nederlands overigens ook, terwijl het Frans een taal is die, in mijn beleving althans, zachter klinkt en daarmee eerder tot het hart spreekt.
Maar ik ben Nederlandse en ik heb ook nog een Duitse overgrootmoeder, dus ben ik zelf voor 1/8 Duits. Bovendien ben ik opgegroeid in een stad waar lokaal een taal wordt gesproken die veel op Duits lijkt. Dus waarom ik dan toch zo'n tegenzin heb om Duits te lezen, het gaat ook vooral om het lezen.. ik zou het niet weten!

Met de oorlog heeft het niet te maken, althans niet in dit leven, waarin ik die oorlog enkel uit de verhalen van mijn ouders ken. Het verhaal van mijn moeder, die in de oorlog als kind werd aangehouden door een NSB'er, een landgenoot dus, en vervolgens door een Duitser werd gered, heeft mij al heel jong anders geleerd.
Misschien kom ik er nog wel een keer achter wat het wel is. Misschien is er geen diepere reden, of misschien juist wel en iets uit een ander leven..

Of misschien ligt het gewoon aan het feit dat ik al die jaren op de middelbare school steeds dezelfde leraar voor Duits had die mij niet kon boeien, waardoor ik mij nooit echt in de Duitse literatuur heb willen verdiepen; het zou zomaar de simpele reden kunnen zijn dat ik daar nog steeds een tegenzin aan over heb gehouden! (Zie ook mijn onlangs geschreven column 'Robotisering'.)

Naar Duitse Operette luister ik overigens graag! Het bekende Vilja-Lied, uit 'Die Lustige Witwe' van Franz Lehár, is een van de werken die mij diep kan raken. Hier gezongen in de stad waar ik geboren ben:

www.youtube.com/watch?v=ZtZqqvdS_sE
Naam:
Joanan Rutgers
Datum:
16 oktober 2014
Lieve Gabriëla, je verdrietige afkeer van het onrecht, dat liefdevolle mensen door de haatdragende nazi's is aangedaan, is terecht. Naast Novalis zijn er o.a. nog Heinrich Heine en Rainer Maria Rilke, die je zeker niet moet negeren! We zijn als Nederlanders meer verwant met de Duitsers, dan we veelal denken en daarom zouden we ook de Duitse poëzie meer moeten waarderen, afgezien van het 2-e W.O.negativisme! Wat te denken van Hermann Hesse, die afgezien van zijn sublieme en betekenisvolle romans ook poëzie schreef, en de Duitse psychiater Alice Miller, die in de wereldpsychologie bijzonder baanbrekend is! Haar dieptepsychologische visies kunnen alle wereldoorlogen doen stoppen, indien ze door die moorddadige druktemakers gelezen en geïntegreerd worden. Verzoen je met de Duitsers, want ik heb Duitsers gezien, die zwaar gebukt gingen onder hun hemeltergende verleden, terwijl het op zich kanjers van mensen zijn! En niet alle Duitsers waren nazi's, er waren ook vele verzetshelden/-heldinnen en moedige kunstenaars. Met generaliseren los je niets op. In Nederland waren immers ook vele nazi-sympathisanten. De aardse mens verschilt nergens. Lees tenminste 'De panter' van Rilke, die ik eens bij Man Bijt Hond heb gereciteerd. Dat kan je gewoonweg niet onberoerd laten!...
Naam:
Gabriëla Mommers
Datum:
15 oktober 2014
Email:
gabrielamommersyahoo.com
Verhalen over levens die in het gruwelijke geweld van de oorlog zijn vernietigd, ik kan er niet aan wennen, en wil dat ook niet. Het onrecht dat mensen is aangedaan, en het vele leed daaruit voortgekomen, het dreunt nog eeuwen na.

De gedichten van Gertrud zijn heel mooi geschreven. Toch is Duits een taal waarin ik niet graag lees. Hoewel ik aan de Duitse grens ben opgegroeid, en er dus vertrouwd mee ben, blokkeert er iets zodra ik lees. De enige keer dat Duitse poëzie mij tot in het diepste van mijn ziel raakte, was toen ik 'Ich sehe dich in tausend Bildern' van Novalis las.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)