Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Lesbische intriges in de zestiende eeuw

(voor Katharyne Lescailje (1649 - 1711))

Je bent geboren op 26 september 1649 in Amsterdam. Je vader was de Amsterdamse uitgever Jacob Lescailje en je moeder was Aeltje Verwou. Je vader had een boekendrukkerij in een huis op de Dam, genaamd 'Huis Onder Zeil', op de hoek van de Vischmarkt. Je ouders waren bevriend met de schrijvers Jan Vos, Joost van den Vondel en Gerard Brandt. Naast boekdrukker was je vader boekhandelaar en dichter. Hij was gespecialiseerd in toneelteksten uitgeven. In 1658 werd hij de vaste drukker van de Amsterdamse Schouwburg. Op je elfde ontmoette je de oude Joost van den Vondel, die jou stimuleerde om te blijven dichten.

Je oudere zus was Barbara en je jongere zus was Aletta. Barbara trouwde met de boekhandelaar Matthias de Wreedt en in 1677 werd hun dochter Susanna geboren. Barbara overleed in 1677 en ze werd 30 jaar. Aletta en jij zijn nooit getrouwd en jullie hebben Susanna opgevoed. In 1679 overleden je ouders en hebben Aletta, Matthias en jij de boekhandel voortgezet. Je was nauw betrokken bij vele Amsterdamse drukkers en boekhandelaren. Je deed mee aan het eigentijdse, literaire leven en je had als dichteres, vertaalster en uitgeefster veel contacten met dichteressen en schrijfsters.

Je had ook contacten met (toneel)acteurs en schouwburgregenten. Enkele toneelstukken van het kunstgenootschap Nil Volentibus Arduum zijn door jou uitgegeven en de door jou uit het Frans vertaalde treurspelen zijn in de Amsterdamse Schouwburg opgevoerd. Je was als dichteres uiterst productief, je schreef politieke gedichten, lofdichten, drempeldichten, verjaars- en bruilofsdichten, stichtelijke gedichten, herderspoëzie et cetera. Op je 23-ste verscheen je eerste gedicht, over Willem de Derde, Prins van Oranje, Graaf van Nassou. In 1673 verscheen een gedicht over de manmoedige held Michiel de Ruiter. Na het overlijden van je vader heb je zelf je werk uitgegeven.

Je was één van de bekendste en meest succesvolle dichteressen van jouw tijd, naast Catharina Questiers en Cornelia van der Veer. Questiers overleed in 1669, op haar 37-ste, en ze is in de Oude Kerk begraven. Zij had op haar achttiende de begrafenis van Maria Tesselschade Roemers Visscher meegemaakt, waar ze een gedicht over heeft geschreven. Je tijdgenoten en de literatuurhistorici vonden dat je een mannelijke dichtstijl had, vooral in je politieke gedichten. Enkele onderzoekers ontdekten je lesbische thematiek in de liefdesgedichten en in de vriendschappelijke gedichten voor andere dichteressen en vrouwen van jouw tijd.

Vanaf 1674 wisselde je gedichten met de ongehuwde Cornelia van der Veer, maar omdat jij met name meer aandacht aan Sara de Canjoncle besteedde, heeft Cornelia afgehaakt en dichtte ze 'Waar gij, van mij, als Galathé van Polifeem'. Ik denk dat er sprake was van hoofse, lesbische liefde, maar daarin kan ik mij zomaar vergissen, want de oudheid was zo preuts nog niet. Je had een duidelijke voorkeur voor zegezangen op oorlogsoverwinningen en gedichten op de vrede. De gedichten aan Sara de Conjoncle en Cornelia van der Veer wijzen inderdaad op homo-erotische relaties en de afgunstige woede die dat bij Cornelia opwekte, wanneer jij de voorkeur aan Sara gaf. Dat lijkt me hoogst duidelijk.

In 1704 overleed Cornelia. Jij overleed op 8 juni 1711. Je werd tweeënzestig jaar en je bent in de Nieuwe Kerk begraven, als 'Vrijster, op den Middeldam'. Je was de eerste Nederlandse dichteres met je eigen verzamelde werken. De lesbische dichteressen Titia Brongersma Jetske Reinou van der Malen schreven beiden een lofdicht voor jou.

Schrijver: Joanan Rutgers, 26 juni 2015


Geplaatst in de categorie: idool

3.2 met 4 stemmen 88



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)