Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Hoe een edelsteen als een kiezelsteen werd weggewerkt

(voor Malva Schalek (1882 - 1944))

Je bent geboren op 18 februari 1882 in Praag. Binnen je beschaafde, Joodse familie werd Duits gesproken. Je familie kwam oorspronkelijk uit Bohemen. Je was de jongste van vier kinderen. Je woonde in een grote boekwinkel met een uitleenbibliotheek. Een muziekbibliotheek, Musik Schalek, en een meubelzaak, Möbel Schalek, waren op andere plekken in de stad. Je opa Josef en je vader Gustav namen deel aan de culturele en politieke activiteiten van de Tsjechische, nationale beweging.

De boekwinkel was ook een salon voor intellectuelen, wat zo bleef, ook nadat je vader in 1889 plotseling overleed. Je moeder Balduine zette de salon voort en later je oudere zus Olga. Een paar jaar later hertrouwde je moeder met een verre neef, de arts Ludwig Schnitzer. Jullie verhuisden naar Hohenelbe, waar jij je middelbare schoolopleiding voltooide. Vanwege je bijzondere, artistieke talent ging je naar München, waar je aan de Frauenakademie studeerde. Heymann en Thor waren je leraren. Daarna ging je naar Wenen, waar je schilderles van de bekende kunstenares Hasek-Rosenthal kreeg. Je familie steunde jou, vooral je oom Carl en tante Emma Richter, bij wie je woonde.

Je oom Peppi was een industrieel/bankier en de schoonbroer van Johan Strauss Jr. en hij was erg betrokken bij de artistieke kringen in Wenen. Hij was erg trots op jouw beeldend werk en hij schonk je een atelier op de top van het Theater an der Wien, wat van hem was. Je kreeg een reputatie als portretkunstenares, tot het Sudetenland en Praag. In de zomers verbleef je in Aussig, Türmitz en Bad Ischl, waar Johann Strauss Jr. en oom Peppi hun zomerhuizen hadden. De onderwerpen van je schilderijen waren vaak uit de midden- en hogere klasse van de Joods samenleving. Oom Peppi liet jou kennis maken met kunstenaars en leden van de Weense high society, waarvan sommigen jouw modellen werden, zoals Keterina Schratt, de maîtresse van keizer Franz Josef.

Je was bevriend met de componisten Johann Strauss Jr. en Johannes Brahms. Na de Anschluss in maart 1938 vluchtte je naar Wenen, terwijl je je vele schilderijen in je atelier achter liet. Je ging naar tante Emma, die inmiddels weduwe was. Emma's zoon Oswald, een advocaat van de Socialistische Partij SPÖ, werd gemarteld voor zijn politieke activiteiten en later vermoord in Buchenwald. Je tante Emma en jij gingen naar Leitmoritz in Tsjecho-Slowakije, waar je broer Robert, een rechter, het hoofd van de rechtbank in de regio was. In 1942 werd je door de nazi's gedwongen om naar het getto van Theresienstadt te gaan.

Ondanks je slechte gezondheid wist je ruim honderd tekeningen en aquarellen van taferelen van het leven in Theresienstadt te maken. Deze werken met potlood, houtskool en waterverf zijn na de bevrijding van het concentratiekamp door de Russen gevonden. Ze zijn een nauwkeurige getuigenis van diverse aspecten van de omstandigheden in Theresienstadt. De kunstcurator Tom L. Freudenheim noemt deze kunstwerken 'misschien wel het mooiste en meest complete, artistieke oeuvre wat de Holocaust heeft overleefd'. Nadat je weigerde om een collaborerende arts te portretteren, werd je op 18 mei 1944 naar Auschwitz gedeporteerd, waar je op 24 mei 1944 aankwam en waar je vermoord bent. Je werd 62 jaar.

Schrijver: Joanan Rutgers, 3 november 2015


Geplaatst in de categorie: idool

3.7 met 3 stemmen 63



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)