Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Je schreef sneller dan God kon lezen

(voor Simon Vestdijk (1898 - 1971))

Je bent geboren op 17 oktober 1898 in Harlingen. Je was het enige kind van Simon Vestdijk en Anne (Anna Margaretha Clazina) Mulder. Je groeide op in Harlingen, wat je in een aantal van jouw romans Lahringen noemde, een letterwisseling.
Jouw achternaam Vestdijk is in 1830 ontstaan, toen jouw gelijknamige opa op de hoek van de Haarlemse Oostvest en de Dijkstraat te vondeling werd gelegd. Jouw opa begon later in Haarlem een dansschool.
Jij ging in Harlingen naar de basisschool en de 3-jarige HBS, waar jouw vader een strenge gymnastiekleraar was.

Mooi hoe je de verzamelde realiteitsfeiten naar literatuur wist om te buigen. Dat getuigt van geniale vakkennis en een dankbaar gebruik maken van omringende gebeurtenissen, die je op sublieme wijze in jouw literaire werken wist in te voegen, met de nodige, bijgevoegde fantasie. Plus de vele herinneringen aan zelfmeegemaakte ervaringen in en rondom Harlingen. Vaak op subtiele en uitvoerige wijze ingevoegd. Na de HBS aan de Stationsweg in Harlingen ging je naar de Rijks-HBS in Leeuwarden. Je was een uitstekende leerling, maar je had weinig aansluiting met jouw leeftijdsgenoten.

Vanaf jouw 17-de had je geregeld last van depressies. Jouw jeugd in Harlingen en Leeuwarden bepaalde later de thematiek in de Anton Wachter-romancyclus.
Van 1917 tot 1927 studeerde je geneeskunde aan de Universiteit van Amsterdam. Je was lid van de studentenvereniging Unitas. Tijdens jouw studie leerde je de dichter Jan-Jacob Slauerhoff kennen, die op 15 september 1898 in Leeuwarden was geboren. Jan ging in 1916 naar Amsterdam om geneeskunde te studeren. Net als Jan was je korte tijd waarnemend huisarts (1927 - 1932) en in 1929-1930 scheepsarts. Als scheepsarts reisde je o.a. naar Nederlands-Indië.
Als dichter debuteerde je in 'De Vrije Bladen', waardoor je in contact met Menno ter Braak en Edgar du Perron kwam.

In 1932 stopte je jouw artsenpraktijk en werd je full-time schrijver. In 1932 verscheen jouw debuutbundel 'Verzen'. Jouw eerste roman 'Kind tussen vier vrouwen' werd in 1933 door twee uitgevers geweigerd. Het zou te dik en te duur worden. De inhoud van deze roman gebruikte je daarna voor vier andere romans; de eerste drie romans van de Anton Wachter-romans en de roman 'Meneer Visser's hellevaart', die is geïnspireerd door de boekdrukker Sipke Willem Houtsma, een nare pestkop, die de Nieuwe Harlingen Courant bijna helemaal zelf vol schreef. Het is ook geïnspireerd door een politieseksschandaal uit 1920 in Harlingen, met de commissaris van politie Meindert Remmelink als grote boosdoener, die op drie adressen aan de statige Noorderhaven heeft gewoond, maar seksuele verhoudingen met de arme vrouwen uit de Bargebuurt had. Hij had ook openlijk ruzie met burgemeester Nicolaas Simonsz.

In 1939 ging je voorgoed in Doorn wonen. Jouw bundel 'Muiterij tegen het etmaal' werd door de Duitse bezetters gecensureerd. Jouw stukken over Engelse auteurs en Franz Kafka werden geschrapt. Op 4 mei 1942 werd je door de nazi's als gijzelaar in het Kamp Sint-Michielsgestel gevangen gezet. Andere gevangenen waren o.a. Max Kohnstamm, Anton van Duinkerken, Willem Ruys, Frits Philips, Willem Banning en de ex-premiers Wim Schermerhorn en Jan Eduard de Quay. In februari 1943 werd je naar het 'Oranjehotel' in Scheveningen gebracht. Na een maand kwam je weer in Sint-Michielsgestel terecht. Door jezelf als vrijwillig lid van de Nederlandsche Kultuurkamer aan te melden, werd je vrijgelaten. Deze Kultuurkamer was een onderdeel van de nazificatie, opgericht door Joseph Goebbels, Hitler's propagandaminister.

Daarna werd je zwaar depressief en in 1944 begon je weer te schrijven, altijd met de stofzuiger aan. Je schreef 52 romans, 57 novellen en 24 dichtbundels. Adriaan Roland Holst noemde jou 'de man die sneller schrijft, dan God kan lezen', wat een uitzonderlijk mooi compliment is.
In 1965 overleed jouw geliefde Ans Koster, na dertig jaar samenwonen.
In 1965 trouwde je met Mieke van der Hoeven, met wie je een zoon en een dochter kreeg. In 1968 kreeg je Parkinson en de ziekte van Kahler. Op 23 maart 1971 overleed je in het Academisch Ziekenhuis in Utrecht. Je werd 72 jaar en je bent in de begraafplaats Nieuw Eykenduynen te Den Haag begraven. Net als Willem Kloos.

Schrijver: Joanan Rutgers, 10 maart 2018


Geplaatst in de categorie: idool

4.0 met 2 stemmen 105



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Ton Hettema
Datum:
10 maart 2018
Goed werk, Joanan, om de dwarsverbanden te belichten tussen de plaatsen, de mensen, de ideeën en de tijd.
Dat levert echt meer inzicht op voor mij als lezer. En een klein gevoel van trots en sympathie voor die schrijvende Friezen waar ik verwantschap mee voel. En dat ik ze hierdoor nog beter begrijp. Dank je wel.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)