Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Die rare gasten, die hekserij bedachten

(voor Catlyn Fiermoing (? - 1627))

In augustus 1551 beschuldigde de drossaard van Grathem Margriet Herroes van tovenarij. Kasteel Groot Buggenum bestond reeds. Margriet werd vreselijk gefolterd, waarbij haar voeten en benen werden verbrand. Tijdens haar gevangenschap in Borgloon sneed de wanhopige Margriet 's nachts op een zolder haar keel door. Zij is slechts één van de vele vrouwen, die door wrede, despotische, hatelijke machomannen de dood is ingejaagd.

Je bent geboren als Catlyn Fiermoing op een onbekende datum. Je zou een heks geworden zijn tijdens een heftige ruzie met jouw man. Je riep de duivel aan en toen je achter de bakoven stond te mokken, kwam de duivel tot jou. Jij deed jouw beklag en hij beloofde jou veel geld als je in hem geloofde. Je legde direct de duivelsgelofte af en je kreeg inderdaad veel geld. De duivel kraste op jouw voorhoofd om het heilig doopsel en vormsel uit te wissen. Je had geslachtsgemeenschap met hem en toen hij daarna wegging, veranderde het geld in eikenbladeren. Tien dagen later kwam hij terug als een jonge man met een zwarte baard en zwarte kleren. Er werd opnieuw aan seks gedaan en je voelde hoe zijn lichaam en zaad koud waren. Zieaan hoe de kwaadaardige mannen van toen weerloze vrouwen met projecterend demonisme opzadelden.

Je ging elke maand zeven nachten na elkaar dansen op de heksensabbat. De duivel vertelde je steeds de dansplek, zoals 'op de Cruysstraet naer Oplinter', de huidige Groenstraat in Wommersom-Walsbergen. Je was er samen met wel negen andere heksen en er werd op trommels en fluiten gespeeld. Na het dansfestijn moesten de heksen de duivel de hand geven en kussen, voordat ze naar huis mochten gaan. Je had een kleine roede, besmeerd met zwart zaad, van de duivel gekregen, waarmee je de varkenshoeder Neel Kasten op zijn schouder had geslagen. Zo raakte Neel door jou behekst. Met die roede had je op jouw eigen boerderij twee paarden, een veulen, een koe en een rund gedood, omdat de duivel je daarmee had beloofd dat je dan nooit meer gebrek zou lijden. Kijk eens aan wat een perverse en walgelijke fantasie van al die botte kerels, die jou tot zondebok maakten.

In opdracht van de duivel had je twee koeien van Bartholomeus Van Essche, de schepen van Wommersom, gedood. Tien jaar eerder had je al een koe van Adriaen Honschoven gedood. Begin 1627 werd je door de plaatselijke magistratuur aangehouden, ondervraagd en gemarteld. Je weigerde eerst te bekennen dat je een heks was, maar na een tijd stortte je in. Uit angst voor verdere folteringen gaf je drie andere heksen aan: Catlyn Coninckx, de vrouw van Jan Camerlincx, jouw oma Marie, de vrouw van Carel Medaerts, en Anna van Ranst, de weduwe van Godtgaff Van Loon. Anna vluchtte naar Leuven en naar Mechelen, waar ze op diverse adressen woonde, ook bij de geestelijke Jenneken, met wie ze twee jaar het bed deelde. Anna overleed op 4 mei 1638 in de gevangenis De Brusselpoort in Mechelen. Ondanks de extreme martelingen bleef ze ontkennen een heks te zijn. Ze werd ongeveer 65 jaar.

Op 1 juni 1627 bekende jij dat je al 19 jaar een tovenares was. Op 7 juni 1627 werd jouw vonnis geveld en trok je de beschuldiging tegen Marie in, omdat Bartholomeus Van Essche jou onder druk had gezet. Vlak voor jouw terechtstelling zei je toch nog dat alle drie vrouwen medeplichtig waren. Op 8 juni 1627 ben je in Wommersom-Walsbergen levend verbrand. Catlyn Coninckx werd na jouw beschuldiging direct opgepakt, maar ze ontkende alles. Op 28 juli 1627 werd zij gegeseld en bekende ze alsnog. De schepenen Bartholomeus Van Essche, Van Roy, Vuyttenbroek, De Munck en Van Hove waren daarbij aanwezig. Zij noemde ook de andere heksen Marie en Anna. De rest kende ze niet, omdat die vermomd waren, wat jij ook had gezegd.

Catlyn Coninckx vertelde dat ze al 15 jaar een tovenares was. Ze zei dat ze ook met de duivel had gevreeën en aan heksendansen had meegedaan, o.a. 'op de Hoochstraete op ten Steenberch', net als jij. Ze had 8 paarden en 2 koeien gedood. Zij is net als jou op de brandstapel vermoord, in 1627 in Wommersom-Walsbergen. Hoe valse beschuldigingen en ongefundeerde roddels tot zulke walgelijke misdaden hebben geleid. Hoe volkomen achterlijke bruten in hun eigen angstverzinsels geloofden en dat als armzalige vergoelijking van hun moordzucht gebruikten. En het meest erge is, dat dat soort onmensen nog steeds willekeurige kwetsbaren min maken en afslachten. Vooral psychisch.

Schrijver: Joanan Rutgers, 22 november 2018


Geplaatst in de categorie: misdaad

4.0 met 1 stemmen 147



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)