De tweelingziel van Fernando Pessoa
(voor Florbela Espanca (1894 - 1930))
Je bent geboren op 8 december 1894 in Vila Viçosa. Jouw vader João Maria Espanca was een fotograaf en zakenman. Jouw moeder was zijn 15-jarige dienstmeid Antonia da Conceição Lobo. Jouw vader was getrouwd met Mariana do Carmo Inglesa Espanca, die onvruchtbaar was. Mariana en Antonia hebben jou samen grootgebracht. Op 20 juni 1895 ben je als Flor Bela Lobo gedoopt. In 1897 werd jouw broer Apeles Espanca geboren. Op jouw achtste schreef jij jouw eerste gedicht 'A Vida ea Morte'. Van 1899 tot 1908 ging je naar de lagere school in Vila Viçosa. In 1907 schreef je jouw eerste verhaal 'Mama!'.
In 1908 overleed jouw moeder door een neurose. Zij werd 29 jaar. Tot 1912 ging je naar de middelbare school André de Gouveia in Evora. Tijdens jouw studies aan het Lyceum las je boeken van Honoré de Balzac, Alexandre Dumas, Camilo Castelo Branco, Guerra Junqueiro en Garrett. In 1913 trouwde je met Alberto de Jesus Silva Moutinko, een schoolvriend. Jullie woonden eerst in Redondo, maar door de geldproblemen gingen jullie in Evora wonen. In 1916 keerden jullie naar Redondo terug.
In 1917 ging je naar Eborense en verscheen jouw eerste dichtbundel 'Cambio Olhares', met 85 gedichten en 3 korte verhalen. Je studeerde Rechten aan de Universiteit van Lissabon. De dichter/schrijver Américo Durão en de dichter Mário Beirão waren klasgenoten van jou. In 1918 kreeg jij een miskraam, waardoor jouw eierstokken en longen zijn geïnfecteerd. Je kwam tot rust in Quelfes, waar de eerste tekenen van een neurose opdoemden. In 1919 verscheen jouw dichtbundel 'Book of Sorrows', met dank aan de schrijver/journalist Raul Sangreman Proença, die jouw talent erkende. In 1920 woonde je toevallig samen met António José Marques Guimaraes, een artillerie-lid van de Republikeinse Garde.
Op 29 juni 1921 ben je met António getrouwd. Na een jaar in Porto verhuisden jullie naar Lissabon, waar António stafchef van de minister van het leger werd. Jouw vader scheidde van Mariana en hij trouwde met Henriqueta de Almeida. In januari 1923 verscheen jouw dichtbundel 'Libro de Sóror Saudade', wat door jouw vader bekostigd werd. Het waren 200 exemplaren, die snel uitverkocht waren. Je werkte als journaliste voor 'Modas & Bordados', 'Evora News' en 'A Voz Pública'. In 1925 zijn António en jij gescheiden. Je was erg aangedaan. Je gaf privélessen in het Portugees om te overleven. António verzamelde veel informatie over jou, wat later is gepubliceerd.
In 1925 trouwde je in Matosinhos met de arts Mário Pereira Lage. In december 1925 overleed jouw stiefmoeder en meter Mariana, die jou diverse goederen naliet. In 1926 gingen jullie in Matosinhos wonen. In 1927 ging je bij de krant D. Nuno in Vila Viçosa werken. Voor jouw dichtbundel 'Charneca in Flor' kon je geen uitgever vinden. Het werd postuum uitgegeven in 1931 door Livraria Gonçalves in Coimbra. Jouw verhalenbundel 'O Dominó Preto' werd pas in 1982 gepubliceerd. Je begon romans te vertalen en op 6 juni 1927 overleed jouw broer Apeles bij een tragische vliegtuigcrash nabij Belém. Hij werd 30 jaar. Zijn overlijden heeft jou verwoest. Ter ere van hem schreef je de verhalenbundel 'As Máscaras do Destino', wat in 1931 verscheen.
Je was grotendeels zwaar depressief en ongeneeslijk zenuwziek. Je rookte voortdurend en je vermagerde alarmerend. In 1928 deed jij een eerste poging tot zelfdoding. In 1930 begon je 'Diario do Último Ano' te schrijven, wat pas in 1981 verscheen. In oktober en november 1930 deed je opnieuw pogingen tot zelfdoding. Na de diagnose van een longoedeem wilde je absoluut niet meer verder leven. De rek was er absoluut uit. De laatste maanden van jouw leven correspondeerde je met Guido Batelli, een Italiaanse gastprofessor aan de Universiteit van Coimbra. Guido bood jou in juli 1930 zijn hulp aan en jij voelde jezelf zeer gehaast om 'Charneca in Flor' te publiceren. In december 1930 heeft Guido zelfdoding gepleegd.
Op 8 december 1930 heb jij inderdaad zelfdoding gepleegd met een overdosis barbituraten. Dat was op jouw verjaardag en je bent nog net 36 jaar geworden. Op 17 mei 1964 ben je op de begraafplaats van Vila Viçosa herbegraven. In Lissabon is er een straat naar jou vernoemd. Fernando Pesso noemde jou 'dromende ziel, tweelingziel van mij!'.
Geplaatst in de categorie: idool