Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Een kloon van de hypochondrische Willem Kloos

(voor Johannes van't Lindenhout (1893 - 1916))

Je bent geboren op 14 juni 1893 in het voormalige dorp Neerbosch, wat door Nijmegen is opgeslorpt. Het 14-de eeuwse, witte kerkje aan de Dorpsstraat staat er nog. In 1908 werd er voor de notaris Van Rijckevorsel van Kessel aan de Dorpsstraat (nu Neerbosscheweg 620) de villa 'Het Slotje van de Baron' gebouwd, ontworpen door Willem Hoffmann. Twee jaar later overleed de notaris.

Jouw opa, de evangelist/bijbelverkoper/filantroop Johannes van't Lindenhout (1836 - 1918), getrouwd met zijn achternicht Hendrina Sipman, stichtte in 1863 de Wezeninrichting in Neerbosch. Jouw moeder was Catharina Margaretha Koper, geboren op 31 juli 1868 in Amsterdam. Jouw vader was Dirk van't Lindenhout, geboren op 4 juni 1863 in Nijmegen. Hij was papierfabrikant. Jouw oudste zus Hendrina is op 13 maart 1891 in Neerbosch geboren. Jouw oudere zus Afine Theresia is op 14 maart 1892 in Neerbosch geboren en jouw jongere broer Hendrik Jan is op 7 oktober 1900 in Nijmegen geboren.

Jij ging naar het gymnasium in Nijmegen, waar je in het 'Rosta Gymnasiorum' gedichten publiceerde. Daarna studeerde jij rechten aan de Universiteit van Amsterdam. In 1914 verschenen er enkele sonnetten van jou in 'De Beweging'. In 1915 verschenen er twee gedichten in datzelfde tijdschrift. Jouw pseudoniemen waren: J. Berkel in 'De Beweging', IJsendijk, Theo Verwanen, Jan van Niers en Jodocus Zangvorsch. Je vroeg aan de redactie van 'De Beweging' om jouw naam niet onder jouw gedichten te plaatsen. Daarop het Albert Verwey jouw pseudoniem J. Berkel verzonnen. De Berkel is namelijk een riviertje, dat bij Zutphen in de IJssel stroomt. Verwey deed dat, omdat hij bij jouw gedichten aan de poëzie van Anthony Christiaan Winand Staring en Everhardus Johannes Potgieter moest denken. Jij publiceerde ook in 'Propria Cures' en 'De Amsterdamsche Studentenalmanak'.

Vanwege de mobilisatie moest jij in oktober 1914 het leger in. Je was soldaat in het derde regiment, tweede compagnie. Je leed aan ernstige depressies. Op 12 juli 1916 pleegde jij zelfdoding in een boerenschuur in Yerseke, waar jij als militair gelegerd was en waar jij op wacht stond. Je schoot jezelf een kogel door jouw hart. Je werd 23 jaar en je bent op 15 juli 1916 op de Begraafplaats Rustoord aan de Postweg 60 in Nijmegen begraven. Jouw stoffelijk overschot ligt in het familiegraf van de familie Koper, graf A201. Op de grafsteen staat onderaan: Catherina Margaretha van't Lindenhout-Koper. Zij overleed op 15 november 1956 in Nijmegen. Jouw vader overleed op 30 juni 1936 in Nijmegen. Jouw opa overleed op 22 januari 1918. Hendrina overleed op 9 december 1945 en Hendrik Jan overleed op 6 april 1982 in Amerongen.

Door de inspanningen van jouw vader verscheen er in 1918 postuum jouw dichtbundel 'Nagelaten verzen'. In 1995 was er een herdruk. In december 1918 schreef de 24-jarige dichter Martinus Nijhoff een in memoriam voor jou, getiteld 'Een brief aan een meisje'. Hij schreef o.a.: 'Hij had iets blanks en blonds en het was alsof je zijn bloed vlak onder de dunne huid zien kon. Met twee woorden, zei je, riep je hem voor de geest: provinciaal troubadour; waarbij men dan bij provinciaal juist de dubbelzinnigheid van 'uit Provence' of 'uit de provincie' moest laten werken. Er was ongetwijfeld iets van de troubadour aan hem: hij had ogen die voorbij de dingen in een zacht landschap schenen te kijken, hij maakte soms een beweging alsof hij met zijn lichaam naar boven drong, er was iets in de klank van zijn stem of hij zoëven verwonderd ontwaakte. Het was alsof hij luisterde naar een verre maat waarvan alleen zijn hart de wijs verstond.'.

Je zei ooit tegen Nijhoff: 'Als je het ook eens te kwaad krijgt, Nijhoff - er zijn altijd twee dingen: Palace en Pallas.', terwijl de whisky over de rand van jouw glas beefde en je 'Dat is zonde!' zei. Bij een vriend zat je een hele zomermaand alleen maar in een stoel te zonnen. Je moet die tijd gelukkig en genezen zijn geweest, net als in jouw poëzie, dacht Nijhoff, die alleen nog zijn debuutbundel 'De wandelaar' uit 1916 had uitgegeven. Zijn toneelstuk 'Pierrot aan de lantaarn' zat eraan te komen.

De oud-docent moderne letterkunde Gerrit Jan van Bork en de historisch letterkundige Piet Jozias Verkruijsse schreven over jou in 'De Nederlandse en Vlaamse auteurs': 'Uitingen van levensdrift en melancholie wisselen elkaar af in zijn romantisch aandoende verzen, die een sterke invloed van o.a. Kloos en Van de Woestijne verraden.'. Nu vind ik Willem Kloos al minder dan Karel van de Woestijne naar de romantiek neigen, want Kloos was een vernieuwer, die het rauw-realistische niet schuwde, maar in de sonnettenvorm en de toch nog te ijle probeersels bleef hangen en dus achterbleef. Zijn huwelijk deed hem vroegtijdig de das om. Toch blijft het een hele eer om door hem beïnvloed te zijn. Niet voor niets zag Paul Verlaine tijdens zijn bezoek aan Nederland in Willem Kloos een kloon van Arthur Rimbaud.

Schrijver: Joanan Rutgers, 15 juli 2019


Geplaatst in de categorie: idool

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 456



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)