Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

De kindertijd van Mata Hari

De avond ervoor had ik mijzelf nog even vlug-vlug in de kindertijd van Mata Hari verdiept om mijn geheugen op te frissen en er een soort bedevaartstocht van te maken. De diepste reden van mijn ziel was dan ook een speurtocht naar de nog zichtbare, maar vooral ook onzichtbare tekenen van Mata Hari's vroegere aanwezigheid in deze wat ingedutte stad. Even verder bij de Willemskade Noordzijde sleurde ik mijn moeder mee naar nummer 30, waar mijn hoogst geliefde idool en zielsvriendin Mata Hari, oftewel Margaretha Geertruida (Griet) Zelle (1876 - 1917), als laatste woonadres had vertoefd. Dat was in de bovenwoning van een hoekhuis, met destijds wellicht nog het uitzicht op het NS-station, maar dat wordt nu walgelijk ontsierd door lelijke, angstaanjagend hoge gebouwen van patserige rijkaards zonder esthetische inborsten. Ik liet mij fotograferen, terwijl ik mijzelf er heel goed van bewust was, dat Margaretha over deze drempel en deze stoep Leeuwarden op haar 15-de voorgoed heeft verlaten.

Op de hoek van het Waagplein en de Sint-Jacobsstraat dronken mijn moeder en ik in 'Brasserie Spiegeling' een kop koffie en namen we er een gebakje bij. Daarna dook mijn moeder een kledingzaak van Keskusta in en vergaapte ik mij aan het geboortehuis van Margaretha, wat daar toevallig naast was, op Kelders 33. Daar had vader Adam Zelle zijn hoeden- en pettenwinkel. Mijn moeder is net zo dol op de kleren van het Finse Keskusta als ik dat op de overgebleven sporen van Margaretha ben. Ik wist inmiddels van de brand, die dit beroemde geboortehuis in 2013 te pakken kreeg en het huis is dan ook absoluut niet authentiek meer, maar netjes nagebootst. Het is zo navrant leeg, dat geen ziel het meer herkent, laat staan er wil komen spoken. Op een paar meter afstand staat een beeld van Margaretha in haar zwoele dansoutfit, gemaakt door de Indische Suus Boschma-Berkhout, die ook Bartje en Anton Wachter heeft gemaakt. Ik liet me fotograferen, terwijl ik met mijn hand de rechterborst aanraakte. Domme vandalen hebben ooit het beeld voor een deel vernield. Veel brave burgers vonden het maar niks dat die 'zondige' vrouw zo opzichtig wordt geëerd. Dezelfde mensen, die haar als kind al haar opvallende bijzonderheid misgunden. Geen wonder dat ze daar zo snel mogelijk vandaan wilde, al had dat vooral familiaire redenen.

De tapijtenzaak van de firma Slauerhoff is nu leeg en gesloten, terwijl ik er ooit de slaapkamer van Jan-Jacob Slauerhoff heb bewonderd. Ik zag dat ze de zolder van die plek nog steeds niet in de oude staat gebracht hebben. Cultuurbarbaren alom. Zelfs de plaquette met de foto en het couplet van Jan ziet er verweesd en verwaarloosd uit. Als de bekende vlag op de modderschuit. In de Poststraat achter het geboortehuis van Margaretha gapte ik een handvolle steen. Wieweet oud genoeg om mij over het spelende meisje te vertellen. Ik keek naar de oude huizen, die zij ook moet hebben gezien. Vooral de werkelijk zeer oud gebleven Ciprianussteeg intrigeerde me. Ik telde zo al drie coffeeshops met zoete, weemakende uitstoot. De verloedering omringt en verovert de ooit zo statige buurt. Slauerhoff heeft ongetwijfeld vele malen langs het geboortehuis van Margaretha gelopen, terwijl zij de stad allang verlaten had. Ze hadden veel met elkaar gemeen. Beiden voelden zich getergd door de bekrompen, aangepaste, stijve burgerlijkheid in die nauwgezet oplettende stad. Aan de Tuinen bezochten we een antiekzaak van een erg aardige man, die zijn langgerekte winkel barstensvol met de mooiste en veelal uitheemse spullen heeft uitgestald. Hij had de uiterst trieste brand meegemaakt en hij was net als ik oprecht terneergeslagen.

In de Oude Kerkstraat bewonderde ik het derde huis, waar Margaretha in haar kindertijd heeft gewoond. Dat was nadat haar vader via aandelen rijk geworden was, want het kolossale, statige, dominerende huis op nummer 212 (destijds 28) ademt nog steeds een imposante allure uit. Het zit goed in de lak, maar het is nog volkomen authentiek. De tuin loopt langs de Bejenstraat. Wellicht is de gietijzeren hekdeur dezelfde, waar Margaretha door naar binnen en buiten heeft gelopen. Bij de voordeur aaide ik de grijze dorpel met een diep respect. In de tegenovergelegen Pijlsteeg stond de bokkewagen van Margaretha onderdak. In deze omgeving heeft zij naar hartenlust gespeeld en gewandeld. En hopelijk veel kattekwaad uitgehaald. Op de Sint Jacobsstraat 35 kreeg zij dansles van de kapelmeester Herman de Jong, die haar polka's, mazurka's en walsen leerde. Daar kon ze zo naartoe lopen, net als naar de Hofschool van juffrouw Buys, een lagere school, die op het Raadhuisplein 35 was. Ergens op het Hofplein lag er op een muurtje een losse baksteen, die ik heb meegenomen. Misschien heeft zij als kind wel over die steen gelopen. Een groot zijraam van haar woning kijkt pal door de Grote Kerkstraat, totdat die ombuigt.

In het Friesch Museum vroeg ik of ik een kaartje voor alleen de Mata Hari Zaal kon kopen. Ik slaap inderdaad onder stenen, want er was helemaal geen expositie over Mata Hari meer, alles ligt weer in het depot. 'Kan ik dan een kaartje voor het depot kopen?', vroeg ik. Nee dus. Margaretha moet het als een persoonlijke vernedering hebben ervaren, toen haar vader na zijn faillissement naar de bovenwoning op de Willemskade 30 moest verhuizen. De scheiding van haar ouders maakte de hoogst verwarrende tragedie compleet. Tot overmaat van ramp overleed haar moeder Antje van der Meulen op haar 49-ste. Geschokt en gedeprimeerd is zij toen met de trein naar Sneek gegaan, weg van die vervloekte stad met zijn onrechtvaardige geselingen, dwars door de open vlakten van weilanden met koeien en schapen richting een stralende horizon vol spannende en hartverwarmende avonturen, de verlokking van een ruimschoots overtreffende rijkdom tegemoet, maar vooreerst nog een tijd bij haar peetoom in Sneek wonen. Ik zwaaide mijn moeder uit, die de stoptrein naar Groningen nam en zelf belandde ik in een stiltecoupé richting Zwolle. Het monastieke silentium is gewoonweg de sneltreinen binnengeslopen. Zo bizar middeleeuws. In mijn plastic tas van Van der Velde zaten twee gekoesterde stenen en een eerste druk van 'Roodboek' van de Groningse dichter Halbo C. Cool.

Schrijver: Joanan Rutgers, 22 juli 2019


Geplaatst in de categorie: idool

4.5 met 2 stemmen 59



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)