Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Het homohaateiland Cuba glansrijk overwonnen

(voor Reinaldo Arenas (1943 - 1990))

Je bent geboren op 16 juli 1943 in de regio Oriente op Cuba. Kort na jouw geboorte verliet jouw vader het gezin en ging jij met jouw moeder bij haar ouders wonen. Ondanks de armoede genoot je van het gevoel van vrijheid, harmonie en mystiek. Jouw moeder leerde jou schrijven. Op jouw zesde ging je naar de Rural school in Perronales County. In de weekends heb je samen met anderen gedichten voorgedragen. Jouw oma vertelde jou mystieke verhalen en in het bos zong je de geleerde liederen. Op jonge leeftijd verhuisde je naar Holgín, wat in 1545 is gesticht. Je vond het daar geestdodend saai.

Daarna ging je naar Havana, waar je literatuur en filosofie aan de universiteit studeerde. Je behaalde geen graad en je ging in de Biblioteca Nacion José Martí werken, waar je volop kon lezen. Jouw schrijftalent werd opgemerkt en je won prijzen op de Cirilo Villaverde National competitie van de Unie van Cubaanse schrijvers en artiesten. In 1965 won je voor jouw roman 'Zingen vanuit de put' de eerste, eervolle vermelding. Elk boek wat Fidel Castro verdacht vond, werd uit de bibliotheek verwijderd. Vanwege jouw openlijke homoseksualiteit en jouw schrijfwerk met kritiek op de Castro-regering kwam jij in conflict met de communistische regering.

Je verliet de Biblioteca Nacional en je werd tot 1968 redacteur van het Cubaans Boek Instituut. Van 1968 tot 1974 was je journalist/redacteur van het literaire tijdschrift 'La Gaceta de Cuba'. In 1974 moest je naar de gevangenis, omdat je werd beschuldigd van een 'ideologische afwijking' en omdat je zonder toestemming in het buitenland had gepubliceerd. In die tijd kregen de homoseksuelen lange gevangenisstraffen of werden ze naar kampen met dwangarbeid gestuurd. Ze werden ook geslagen en gestenigd. En ze mochten niet naar de staatsscholen. Vele homoseksuelen pleegden zelfdoding of deden zelfdodingspogingen, zoals jij dat ook deed. Je wist uit de gevangenis te ontsnappen en je verstopte je in een boom in het Lenin Park, waar je opnieuw werd opgepakt.

Je werd naar het massieve, sombere El Morro Castle gebracht, waar je tussen de moordenaars en verkrachters kwam te zitten. Je overleefde door voor de gevangenen brieven aan hun vrouwen en geliefden te schrijven. Ondertussen schreef je ook door aan jouw oeuvre. Je probeerde jouw werk uit de gevangenis te smokkelen, maar je werd betrapt, waarna je zwaar gestraft werd. Je werd met de dood bedreigd en je moest stoppen met schrijven. In 1976 werd je vrijgelaten. Tijdens de Mariel-scheepslift vluchtte je in 1980 samen met jouw beste vriend en minnaar Lazaro Gomez Carriles naar de Verenigde Staten. Op de boot van San Lázaro raakte je onder de indruk van ene Emigre Roberto Agüero. Op 31 december 1980 ging je naar New York, waar je in het Spaanse tijdschrift 'Mariel' publiceerde. Je bleef schrijven en spreken tegen de Cubaanse regering.

Je bekritiseerde overigens ook de rooms-katholieke kerk, de Amerikaanse cultuur en de politiek. Verder had je een stevige kritiek op een aantal literaire persoonlijkheden in Havana en elders, met name hen die jou hadden verraden en jouw werk hadden onderdrukt, zoals de homoseksuele dichter/schrijver Severo Sarduy (1937 - 1993), die door aids overleed, en de Uruguayaanse schrijver Ángel A. Rama, die door een vliegtuigcrash nabij de luchthaven Barajas in Madrid overleed, samen met de schrijfster Marta Traba, de schrijver Jorge Ibargüengoitia en de schrijver/dichter Manuel Scorza. Veel van jouw manuscripten zijn op Cuba vernietigd, gestolen en raakten verloren. Je begeleidde vele Cubaanse, schrijvende ballingen, o.a. John O'Donnell-Rosales.

In 1987 werd er bij jou aids geconstateerd. Na tegen de aids te hebben gevochten, besloot je om op 7 december 1990 in New York City zelfdoding te plegen met een overdosis alcohol en drugs. Je schreef: 'Vanwege mijn delicate gezondheidstoestand en de verschrikkelijke depressie, die mij ertoe heeft gebracht niet te kunnen doorgaan met het schrijven en het worstelen voor de vrijheid van Cuba, ben ik mijn leven aan het beëindigen. Ik wil het Cubaanse volk in het buitenland en op het eiland aanmoedigen om te blijven vechten voor de vrijheid. Cuba zal vrij zijn. Ik ben het al.'. Je werd 47 jaar.

In 1992 verscheen jouw autobiografie 'Antes que anochezca' (Voor de nacht valt) en in 2000 maakte Julian Schnabel daar een film van, met Javier Bardem in de hoofdrol en met Johnny Depp en Sean Penn.

Schrijver: Joanan Rutgers, 28 juli 2019


Geplaatst in de categorie: idool

5.0 met 1 stemmen 63



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)