Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

De Friese Hella Haasse, ook qua deftigheid

(voor Simke Kloosterman (1876 - 1938))

Je bent geboren op 25 november 1876 in Twijzel (Twizel). Jouw vader was de hereboer/dichter Jan Ritskes Kloosterman, die op 23 februari 1847 in Twijzel was geboren. Hij voelde niets voor het boerenbestaan en hij liet het werk al gauw aan anderen over. Hij schreef natuurgedichten met een religieuze ondertoon. Hij publiceerde drie dichtbundels. Jouw moeder was Trijntje Jans Beintema, geboren op 9 november 1850 in Kollumerland. Jij was hun enige kind. Jouw ouders waren Nederlands-Hervormd en jullie woonden in een grote boerderij in het dorp. Opa Kloosterman woonde aan de overkant van de straatweg in een rentenierswoning. Hij overleed in 1879, waarna jouw vader de boerderij verpachtte en jullie naar opa's huis verhuisden.

Twijzel ligt tussen Buitenpost en De Kooten. De acteur Peter Tuinman is er ook geboren. De Nederlands-Hervormde Petruskerk is in 1692 gebouwd en staat op Tsjerkebuorren 15. Als kind droeg jij modieuze jurkjes, die soms uit Parijs kwamen. Die showde je dan aan de dorpsbewoners, terwijl je achterop de koets zat. Daarom werd je 'De Freule' genoemd. Je ging in Buitenpost naar de lagere school en je mocht niet met de dorpskinderen spelen. Jouw vader bestudeerde de natuur rondom Twijzel en hij rommelde wat in de molenbouw. Jouw ouders leefden grotendeels gescheiden en er was een voelbare spanning bij hen. Jouw relatie met hen was dan ook gespannen, want als kind neem je dat snel over en kun je dat moeilijk bij de ander plaatsen en houden.

In 1883 verhuisde jij met jouw moeder naar Leeuwarden, waar jij naar de dure, particuliere Hofschool ging. Zes jaar later kreeg jij particulier onderwijs in Groningen. Vlak na jouw elfde verjaardag schreef jij het verhaal 'De sneeuw'. Je kreeg ook zang-, piano- en orgellessen. Jij voltooide jouw opleiding in een kostschool in Wijk bij Duurstede. In 1896 verschenen jouw opstellen in het weekblad voor jongedames 'De Hollandsche Lelie'. In 1898 verscheen jouw eerste, Friese gedicht 'Winternocht' in 'Sljucht en Rjucht', het weekblad van de Friese taalactivist Waling Dijkstra, die jou adviseerde om Fries proza te schrijven. Je publiceerde 'Winternocht' onder het pseudoniem 'In Frysk famke'. Je publiceerde verhalen in het jaarboek van het 'Frysk Selskip' voor taal- en letterkunde 'Swanneblommen'.

Jouw eerste verloofde was een huisarts uit Holwerd. In 1910 verscheen jouw verhalenbundel 'Ruth, in hânvol ieren'. Op 17 februari 1914 overleed jouw vader in Twijzel. In september 1916 nam de Friese dichter/literatuurcriticus Douwe Kalma (1896 - 1953) contact met jou op. Hij was vol lof over jouw verhalenbundel. Hij zorgde ervoor, dat jij lid werd van zijn Jongfryske Mienskip, die zich afzette tegen de gezapige, boerse toon van de Friese literatuur. Op 25 november 1916 overleed jouw moeder in Leeuwarden. In 1918 was jij een korte tijd met Douwe Kalma verloofd. De verloving werd verbroken, omdat Douwe homoseksueel was, maar jullie bleven wel tot jouw overlijden bevriend met elkaar. Douwe was beïnvloed door de Tachtigers en hij beïnvloedde jou. Douwe overleed door een auto-ongeluk.

In 1921 publiceerde je op jouw kosten de historische sleutelroman 'De Hoara's fen Hastings', de kroniek van een geslacht hereboeren in Twijzel. Het gaat over de heldin Hester Hora en de op macht beluste hereboeren. Je woonde 's winters in Den Haag, waar je de historische roman 'It jubeljier' (1927) schreef, over jouw voorvader, de Oranjegezinde Bindert Jacobs Kloosterman, die een opstand tegen de Franse bezetters leidde. Volgens Jelle Krol heeft de mislukte staatsgreep van Pieter Jelles Troelstra jou ook tot deze roman geïnspireerd. Jelle Krol werkte bij het Fries historisch en letterkundig centrum 'Tresoar' in Leeuwarden. In 1932 verscheen jouw enigste dichtbundel 'De wylde fügel', met de beginzin 'Myn hert is in wylde fügel'. Jij schreef ook novellen, sprookjes en een Fries kookboek. In Den Haag bezocht je de theaters en schouwburgen. Je reisde graag met de trein door Europa.

De laatste jaren van jouw leven woonde je in de Ibisstraat 45 in Leeuwarden, nabij de binnenstad. Dat is een sfeervolle tussenwoning uit 1930. Lekker ruim voor iemand alleen. Jij benadrukte graag hoe oud en aristocratisch jouw voorgeslacht was en hoe nauw de band met het Oranjehuis was. Je leed aan maagkanker, net als jouw vader. Je kreeg geregeld bezoek van Douwe en jouw Twijzelse vriendin Saakje Schaap-Wiersma. Je overleed op 5 december 1938 in het Sint Bonifatiushospitaal in Leeuwarden. Je werd 62 jaar en je bent in Twijzel begraven, tussen jouw vader en jouw opa. Jouw grafschrift luidt: 'Yn har dierbare Fryske groun'. Het Simke Kloostermanhûs op Tsjerkebuorren 27 heeft een museumkamer aan jouw gewijd. Twijzel eert jou ook met de Simke Kloostermanstrjitte.

Schrijver: Joanan Rutgers, 3 oktober 2019


Geplaatst in de categorie: idool

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 50



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)