Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Heroïne als tovermiddel naar de pijnloze, langste slaap

(voor Lucy Grealy (1963 - 2002))

Je bent geboren als Lucinda Margaret Grealy op 3 juni 1963 in Dublin. Jouw zus is Suellen Grealy. In april 1967 verhuisde je met jouw familie naar de Verenigde Staten, naar Spring Valley, wat in 1842 Scotland heette, omdat er veel Schotten woonden. Op jouw negende kreeg jij de diagnose Ewing-sarcoom, een aparte, agressieve vorm van botkanker in jouw kaak. Op dat moment had je een geschatte overlevingskans van 5% met het volgen van de therapieën, die destijds beschikbaar waren. Het is een vaak fatale vorm van kanker en twee-derde van jouw kaakbeen moest verwijderd worden. Je kreeg vijf jaar chemotherapie en straling. De jaren daarna kreeg je ruim 30 faciale, reconstructieve operaties. Deze operaties mislukten grotendeels.

Op school moest jij jezelf zien te verweren tegen de wreedheden van jouw medeleerlingen, die jou beschimpten en eindeloos naar jou staarden. Op jouw achttiende ging jij naar het Sarah Lawrence College, een particulier, liberaal Kunstcollege in Yonkers, New York, opgericht in 1926 door de vastgoed-miljonair William Van Duzer Lawrence ter ere van zijn in 1926 overleden vrouw Sarah Bates Lawrence. Dit College was oorspronkelijk bedoeld voor de studie in kunst- en geesteswetenschappen voor vrouwen. Het College is sterk beïnvloed door de pedagoog Harold Taylor en de filosoof/psycholoog John Dewey. Op het voormalig landgoed van Van Duzer Lawrence is de Sarah Lawrence campus gevestigd, o.a. in het Westlands House, de Esther Raushenbush Library, de Marshall Field Music Building en het Charles DeCarlo Performing Arts Center.

Enkele studenten van het Sarah Lawrence College waren: de actrice Sigourney Weaver, de schrijfster Alice Walker, de danseres Martha Graham, de mezzosopraan Joanna Simon, de kunstenares Yoko Ono, de fotografe Linda McCartney en de mode-ontwerpster Vera Wang. Hier maakte jij jouw eerste vrienden en hier begon jouw liefde voor de poëzie te bloeien. Je bent in 1985 afgestudeerd en vervolgens studeerde je aan de Iowa Writers' Workshop aan de Universiteit van Iowa in Iowa City, met de schrijvers John Leggett en Frank Conroy als directeuren. Het is opgericht in 1905 door de schrijver/geleerde Wilbur Schramm. John Berryman, Philip Roth, John Irving, John Cheever, Raymond Carver, Robert Bly, Flanery O'Connor en John Gardner studeerden er ook.

In Iowa woonde je samen met de schrijfster Ann Patchett, geboren op 2 december 1963 in New York City. Haar vader is de politie-kapitein Frank Patchett en haar moeder is de verpleegster/romancière Jeanne Ray. Haar ouders scheidden toen ze jong was. Haar moeder hertrouwde en ze gingen naar Nashville, waar Ann naar een roomse meisjesschool van de Sisters of Mercy ging. Daarna ging ze naar het Sarah Lawrence College en vervolgens naar de Iowa Writers' Workshop. Pas toen raakten jullie bevriend met elkaar. In 1991 kreeg jij een Bunting Fellowship in het Radcliffe Institute for Independent Study, waar je jouw memoires 'Autobiography of a Face' voltooide. Je schreef: 'Ik ben vijf jaar van mijn leven behandeld voor kanker, maar sindsdien ben ik vijftien jaar behandeld voor niets anders dan er anders uit te zien dan ieder ander. Het was die pijn van het jezelf lelijk voelen, wat ik altijd als de grote tragedie van mijn leven heb beschouwd.'.

Je woonde enkele jaren in Londen, Aberdeen en West-Berlijn. Je publiceerde o.a. in de London Times Literary Supplement en de Paris Review. In 1991 ging je naar de Verenigde Staten terug. Je doceerde aan het Bennington College in Vermont, met de dictatoriale directrice Elizabeth Coleman, en de New School University. In 1992 verscheen Ann's debuutroman 'The Patron Saint of Liars'. In 1994 verscheen haar boek 'Taft', in 1997 'The Magician's Assistant' en in 2001 'Bel Canto'. In 2000 verscheen jouw essaybundel 'As Seen on TV: Provocations'. Na jouw laatste plastische chirurgie operatie raakte jij verslaafd aan de morfine-achtige pijnstiller Oxy Contin, zoals eerder aan de codeïne.

Je was altijd eenzaam en je had een wanhopige behoefte aan liefde. De pijnstillers tegen de constante pijn hebben tot jouw heroïneverslaving geleid. Je verloor jouw baan als lerares, dankzij de hardvochtige madame Coleman, die ook anderen zomaar op straat zette. Je verloor jouw flat en jouw contract voor het volgende boek. Op 18 december 2002 heb jij zelfdoding gepleegd door een overdosis heroïne in New York City. Je werd 39 jaar.

In 2004 verscheen 'Truth and Beauty: A Friendship' van jouw beste vriendin Ann Patchett. Ze beschreef jullie vriendschap. Suellen prees Ann omwille van haar grote zusterschap voor jou. Jij schreef aan Ann: 'Liefste Anngora, mijn cynische piraat van het ongrijpbare hart, mijn zelfopwindend horloge, mijn pronkstuk, mijn schoenveter, hoe gaat het met jou>'.

Schrijver: Joanan Rutgers, 27 november 2019


Geplaatst in de categorie: idool

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 33



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)