Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Jouw zielsbeminde Lucy koos voor een ander

(voor Richard Lovelace (1617 - 1657))

Je bent geboren op 9 december 1617 in Nederland of in Woolwich. Jouw ouders waren Anne Barne (1587 - 1633) en Sir William Lovelace. Je was hun oudste zoon en je had vier broers en drie zussen. De familie van jouw vader had voorname militaire en juridische posities. Ze bezaten veel onroerend goed in Kent. Jouw vader diende in 1609 als militair bij de tweede Virginia Company, die nederzettingen aan de kust van Amerika vestigde. Hij overleed in 1627 tijdens de oorlog met Spanje en de Republiek in het Beleg van Groenlo. Op de Kanonswal in Groenlo staat een Engels kanon uit 1570, wat door het Spaanse leger onder leiding van graaf Hendrik van den Bergh is achtergelaten. Jouw vader overleed enkele dagen voordat de stad in handen van het Nederlandse leger van Frederik Hendrik, de Prins van Oranje, viel. Jij was negen jaar, toen jouw vader vermoord werd.

Jouw opa en oma waren Sir William Lovelace en Elizabeth Aucher, de nicht van Sir Anthony Aucher, een politicus, royalist en Cavalier in de Engelse Burgeroorlog. Jouw moeder was de kleindochter van Sir George Barne III, een belangrijke koopman/ambtenaar, die in 1576-1577 de burgemeester van Londen was. Zijn vrouw Anne Gerrard was de dochter van Sir William Gerrard, die in 1555 de burgemeester van Londen was. Anne en George kregen samen negen kinderen. Jouw overgrootvader Edwin Sandys was een Anglicaanse bisschop van Worcester en Londen en een aartsbisschop van York. Met zijn vrouw Mary Sandys kreeg hij een zoon en met zijn tweede vrouw Cicely Wilford kreeg hij negen kinderen, o.a. Anne Sandys, die een familielijn met de 4de Amerikaanse president James Madison heeft. Met van 1809 tot 1817 als First Lady zijn vrouw Dolley Payne Todd.

Jouw moeder hertrouwde op 20 januari 1630 met de predikant/decaan van Hereford Jonathan Browne (1601 - 19 december 1643), met wie zij een dochter kreeg, Anne, jouw halfzus. Jonathan is in Hertingfordbury begraven. Jouw broer Francis was de tweede gouverneur van de New York Colony. Op jouw elfde ging jij naar de Charterhouse School, een kostschool in Londen, in 1611 opgericht door de zakenman Thomas Sutton, in het jaar van zijn overlijden op 12 december 1611 in Homerton. Je ging vijf jaar naar deze school. En je deed dat drie jaar samen met Richard Crashaw (1613 - 21 augustus 1649), die dichter/leraar/geestelijke werd. Hij overleed in Loreto, wellicht vergiftigd door volgelingen van kardinaal Giovanni Pallotta, van wie Richard de secretaris was. Die volgelingen vonden hem te losbandig en deugdloos. Hij werd 36 jaar.

Op 5 mei 1631 werd jij beëdigd als Gentleman Wayter Extraordinary van Koning Charles I. In 1634 ging jij naar het Benedictijnse Gloucester College in Oxford. Jouw tijdgenoot, de antiquair Anthony Wood, prees jouw vriendelijkheid, schoonheid, bescheidenheid, deugdzaamheid en hoofsheid, waardoor de vrouwen jou aanbeden. In Oxford schreef je de komedie 'The Scholars' en raadgevende en overtuigende liefdesgedichten. Je ging enkele maanden naar de Universiteit van Cambridge, waar je Lord George Goring ontmoette. Op jouw 18-de behaalde jij de graad Master of Arts aan de Universiteit van Oxford. Een jaar later schreef jij een herdenkingsgedicht voor prinses Katherine, de dochter van Charles I en Henrietta Maria, die op de dag van haar geboorte overleed, 29 januari 1639. In 1639 diende jij als kapitein in het regiment van generaal Lord Goring. Je schreef de tragedie 'The Soldier', wat verloren is geraakt.

In 1642 gaf jij het Lagerhuis de pro-royalistische petitie van Sir Edward Dering en jij kwam op voor de politieke macht van de bisschoppen. Je werd een korte tijd in de Gatehouse Prison, naast de Westminster Abbey, gestopt. Je mocht niet meer zonder toestemming met het Lagerhuis communiceren. Je schreef jouw beroemdste gedicht 'To Althea, from Prison', met als laatste couplet: 'Stone walls do not a prison make, nor iron bar a cage: minds innocent and quiet take that for an hermitage. If I have freedom in my love and in my soul am free, angels alone, that soar above, enjoy such liberty.'. In 1648 zat je bijna een jaar in de gevangenis. In april 1649 kwam je weer op vrije voeten, terwijl Charles I drie maanden daarvoor was vermoord, onthoofd voor het Banqueting House, Whitehall. Wegens hoogverraad tegen het welzijn van Engeland. Hij werd 48 jaar.

Op 14 mei 1649 verscheen jouw 'Lucasta: Epodes, Odes, Sonnets, Songs', wat je voor jouw oogappel Lucy Sacheverell had geschreven. Lucy dacht dat jij in de Slag bij Duinkerken was vermoord, waardoor zij in 1646 met een ander was getrouwd. In Nederland schreef je 'The Rose' en 'The Scrutiny'. De laatste tijd van jouw leven leefde je in armoede. Je overleed in 1657 in Londen. Je werd 39 jaar en je bent in de St. Bride's Church in Fleet Street, Londen, begraven. De dichters John Milton en John Dryden, tijdgenoten van jou, gingen in die kerk naar kerkdiensten.

Schrijver: Joanan Rutgers, 9 maart 2020


Geplaatst in de categorie: idool

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 27



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)