Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Die 'helden' hebben een kinderboekenschrijfster vermoord!

(voor Else Ury (1877 - 1943))

Je bent geboren als Johanna Else Sara Ury op 1 november 1877 op de Heiligen Geiststrasse 21 in Berlijn. Jouw vader was de tabaksfabrikant Emil Ury en jouw moeder was Franziska Schlesinger. Jullie hadden thuis een kok, een gouvernante, een huishoudster en een portier. Jouw moeder hield van klassieke en moderne literatuur, kunst en muziek, wat zij graag aan haar kinderen doorgaf. Jij had twee broers, Ludwig en Hans, en één zus, Käthe. Jullie woonden in de Kantstrasse en op de Kaiserdamm in Charlottenburg. Jullie vierden de Shabbat en Chanoeka. Käthe en jij gingen naar de Königliche Lyzeum Luisenschule. In 1894 was je afgestudeerd en ging je onder een pseudoniem voor de Vossische Zeitung schrijven. Käthe ging in een seminarie voor lerares studeren. Jij bleef bij jouw ouders wonen.

In 1905 verscheen jouw eerste boek 'Was das Sonntagskind erlauscht' bij Globus Verlag. Het bestaat uit 38 sprookjes. In 1906 verscheen 'Studierte Mädel', waarin de adel er van langs krijgt. In 1908 verscheen 'Goldblondchen', wat wegens groot succes vijf vervolgboeken kreeg. Tussen 1913 en 1925 verscheen de Nesthäkchen serie, waardoor je beroemd werd. Er verschenen tien Backfischromans voor tienermeisjes van 12 tot 16 jaar. In 1913 verscheen deel 1 'Nesthäkchen und ihre Puppen' bij Meidingers Jugendschriften Verlag op de Kaiserhofstrasse 1 in Berlijn, in 1869 opgericht door Hermann Joseph Meidinger. Vanaf 1919 was deze uitgeverij op de Wilhelmstrasse 45 gevestigd. De hoofdpersoon in de Nesthäkchen serie is de blonde doktersdochter Annemarie Braun. Zij wordt vanaf haar kleutertijd tot haar ouderdom met kleinkinderen en haar eerste achterkleinkind Rosita gevolgd. Annemarie trouwt met de arts Rudolf Hartenstein, met wie zij drie kinderen krijgt. Haar jongste kind is Ursel. Voor de vrouwen in jouw boeken is de hoogste vervulling het huwelijk en het gezin. Ursel laat er zelfs haar zangstudie voor varen. Annemarie is bevriend met de Duits-Poolse Vera. Het laatste deel 'Nesthäkchen im weissen Haar' verscheen in 1925.

Een andere, succesvolle kinderboekenschrijfster was Emmy von Rhoden, getrouwd met de schrijver/journalist Hermann Friedrich Friedrich. Hun dochter was de schrijfster Else Wildhagen. Emmy schreef 'Der Trotzkopf', wat postuum verscheen, en Else schreef 'Trotzkopfs Brautzeit' en 'Aus Trotzkopfs Ehe'. De schrijfster Suze la Chapelle-Roobol schreef in 1904 het vierde en laatste deel 'Trotzkopf als Grossmutter'. Overigens stond Suze model voor Eline Vere van Louis Couperus. Suze kwam uit een Haagse kunstenaarsfamilie. Haar ook was de directeur van de Stadsschouwburg Amsterdam. Zij was getrouwd met Philippinus Celestinus la Chapelle, die na 1 jaar huwelijk overleed. Hun zoon was de acteur Philippe la Chapelle en hun achterkleindochter is de actrice Nel Kars. Emmy overleed op 7 april 1885 in Dresden. Ze werd 55 jaar en ze is in het Neue Annenfriedhof begraven.

Van jouw eigen inkomsten kocht jij het vakantiehuis 'Nesthäkchen' in Krümmhubel, in het Riesengebirge. Jouw voorpublicaties verschenen in het tijdschrift 'Das Kränzchen'. In 1913 ontving jij Die Jugendschriften-Warte. In de Eerste Wereldoorlog hebben zo'n 10.000 Joodse mensen zich voor het Duitse leger aangemeld. Jouw broer Hans was een militaire arts. Jij zat bij de Nationale Frauendienst en in jouw oorlogsroman 'Lieb Heimat' was jij behoorlijk patriottisch en naïef partijdig. Vanaf 1925 verscheen de 5-delige 'Professors Zwillinge' serie. Op 6 maart 1935 werd jij uit de Reichsschrifttumkammer gezet en mocht jij niet meer schrijven en publiceren. Een poging om in Engeland te publiceren mislukte. Jouw werk werd als 'over datum' afgedaan. In de zomer van 1937 pleegde jouw broer Hans zelfdoding. Joodse artsen verloren al hun rechten. In 1938 was jij een week in Londen bij jouw neven Fritz Ury en Klaus Heymann. Jij ging naar Duitsland terug om jouw gehandicapte moeder te verzorgen.

In 1939 was jij nog één keer in jouw vakantiehuis in Krümmhubel, waar de Joden in de winkels verboden waren, maar de winkeliers wisten jou toch te voorzien. In april 1940 overleed jouw moeder en jouw andere familieleden waren in Londen en in Amsterdam, waar Käthe en haar man Hugo Heymann plus hun dochter, schoonzoon en kleindochter woonden. Op 9 april nam het Duitse Rijk jouw vakantiehuis in beslag. Op 6 januari 1943 moest jij naar de deportatieplek op de Grosser Hamburger Strasse 26 in Berlijn. Je werd als 'Reichsfeindin' bestempeld en jouw hele vermogen werd in beslag genomen. Op 12 januari 1943 werd jij onder nummer 638 naar het concentratiekamp Auschwitz gestuurd.

Op 13 januari 1943 ben jij samen met 873 Berlijnse Joden in de gaskamer vermoord. Je werd 65 jaar. Käthe is op 30 oktober 1944 in Auschwitz vermoord. Net als haar familieleden. Op de Solinger Strasse 10 in Berlijn-Moabit heeft Gunter Demnig een Stolperstein voor jou geplaatst.

Schrijver: Joanan Rutgers
4 januari 2021


Geplaatst in de categorie: idool

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 45



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)