Een artistiek woordenschild tegen de homohaters

(voor Kaarlo Sarkia (1902 - 1945))

Je bent geboren op 11 mei 1902 in Kiikka, Pirkanmaa, bij de Kokemäenjoki rivier. Jouw moeder was de dienstmeid Aleksandra Sulin en jouw vader was hoogstwaarschijnlijk de timmerman Malakias Korkki. In 1915 is jouw moeder door de tuberculose overleden en ging jij bij jouw peetmoeder Hilda Runni wonen. Door de financiële hulp van jouw grootouders wist jij in 1923 het gymnasium in Tyrvää te voltooien. In deze schooltijd kreeg jij een passie voor de poëzie en begreep jij, dat jij homoseksueel was. In Tyrvää woonde jij bij de apotheker Bäckman en zijn vrouw, die in Zwitserland was geboren en die jouw Duits en Frans leerde. Jij vervulde jouw militaire dienstplicht in het Hennala Garnizoen in Lahti, wat tijdens de Finse Burgeroorlog na de Slag bij Lahti (19 april tot 1 mei 1918) een gevangeniskamp was, waar velen van de Rode Garde door executies, ziekten en ondervoeding overleden. Jij zat daar in het Häme Regiment, waar jij werd opgeleid voor de cavalerie.

Vanaf het voorjaar van 1924 werkte jij een jaar als leraar in Rantasalmi, aan het Meer van Saimaa, waar de componiste/pianiste/dirigent Laura Constance Netzel is geboren. In 1925 studeerde je aan de Universiteit van Helsinki, in 1640 opgericht door koningin Christina van Zweden. De schrijver Frans Eemil Sillanpää studerde er geneeskunde. Hij kreeg in 1939 de Nobelprijs voor de Literatuur. De schrijvers Mika Waltari, Zachris Topelius en Aleksis Kivi studeerden er ook. Jij woonde in een goedkoop onderkomen en jij leefde in deprimerende armoede. Omdat jij tijdens jouw militaire diensttijd tuberculose had opgelopen, lag jij diverse keren in het ziekenhuis. In 1926 ging je kort op reis naar Duitsland en in 1927 studeerde je aan de Universiteit van Turku, opgericht in 1920 aan het marktplein. De dichteres Heli Pauliina Laaksonen studeerde er ook. Zij leeft van de opbrengst van haar poëzie. Jij behoorde tot de literaire kring van de dichter Veikko Antero Koskenniemi, die hoogleraar literatuurgeschiedenis en rector aan de Universiteit van Turku was. Hij schreef de nationale hymne 'Finlandia' naast het onofficiële volkslied 'Maamme' van Johan Ludvig Runeberg.

In 1929 verscheen jouw dichtbundeldebuut 'Kahlittu' (Vastgeketend) en in 1931 'Velka elämälle' (De schuld aan het leven), met het homo-erotische liefdesgedicht 'Antinous', over de favoriete geliefde van de Romeinse keizer Hadrianus, getrouwd met zijn achternicht Vibia Sabina. De edelvrouw/hofdichteres Julia Balbilla was Vibia's eerste hofdame. Zij omschreef Vibia als 'nobel en mooi van vorm en uiterlijk'. Een standbeeld uit haar tijd bevestigt inderdaad haar rijzige en zuiver geproportioneerde trekken en contouren met een kunstig gevlochten haardracht, net als bij haar moeder Salonina Matidia. Vibia was echt een superbeauty. Zij werd 53 jaar en zij is mogelijk door Hadrianus tot zelfdoding aangejaagd. Antinous verdronk in de Nijl, al of niet door toedoen van een moordenaar of door zichzelf. Of diende hij als een menselijk offer? Hij werd zo'n 19 jaar. Hadrianus was er kapot van. Antinous werd vergoddelijkt en met Osiris vergeleken.

In 1932 vertaalde jij 'Le Bateau ivre' uit 1871 van Arthur Rimbaud, waardoor jij bekend werd. Arthur Rimbaud was geïnspireerd door 'Twintigduizend mijlen onder de zeeën' en 'De avonturen van kapitein Hatteras' van Jules Verne. In december 1933 werkte jij in de universiteitsbibliotheek in Turku. De belangrijkste bibliothecaris daar was de schrijver Volter Kilpi. In januari 1934 probeerde jij zelfdoding te plegen met een overdosis barbituraten. In 1936 verscheen 'De bron van dromen', een groot succes, met het gedicht 'Barcarola', wat door 'Die Sonne sinkt' van Friedrich Nietzsche is beïnvloed. In 1937 was je enkele maanden in Zwitserland. In Rome hield je een toespraak tegen Hitler en werd je gearresteerd. Je bent nooit universitair afgestudeerd. Begin 1943 woonde je enkele maanden in het dorp Sysmä en daarna weer in Helsinki. Je vertaalde 'Les Fleurs du mal' van Charles Baudelaire en werk van o.a. François Villon, Victor Hugo, Gabriele D'Annunzio, Sully Prudhomme, Pierre de Ronsard, Charles Leconte de Lisle en Émile Verhaeren.

Jij had o.a. een seksuele relatie met de dichter/schrijver Uuno Kailas (1901 - 1933). Zijn moeder overleed toen hij twee jaar was en hij kreeg een streng-religieuze opvoeding van zijn oma. In 1919 werd zijn beste vriend tijdens de Aunus Expeditie vermoord, waarover hij zich schuldig voelde. Hij was bevriend met de dichteres Katri Vala, die op 28 mei 1944 in het Eksjö Sanatorium door tuberculose overleed en 42 jaar werd. Hij was ook bevriend met de dichteres Edith Irene Södergran, die op 24 juni 1923 in Raivola door tuberculose overleed en 31 jaar werd. Uuno werd opgenomen vanwege schizofrenie, deels veroorzaakt en vergroot door zijn jeugdtrauma's en de onderdrukking van zijn homoseksualiteit. Hij overleed op 22 maart 1933 in Nice door tuberculose. Hij werd 31 jaar.

Je ontving een pensioen van de staat en een maandbedrag van jouw uitgeverij Bonnier-Förlagen, opgericht in 1837 te Stockholm door Albert Bonnier, de vader van de schilderes Eva Bonnier. In 1943 verscheen 'De schaal van het lot', terwijl Finland een bondgenoot van Nazi-Duitsland was. Je was ernstig ziek en je toonde diverse pacifistische en anti-oorlogsgedichten, waardoor je als onpatriottisch werd bestempeld, wat je inderdaad vol trots was. Je voegde jouw bundels samen tot 'De Gedichten' en na de oorlog ging je zogenaamd een tijd naar een sanatorium in Zweden. Je kwam er nooit, want je zat in een hotel in Stockholm. Terug in Finland verzorgde jij twee zussen in Sysmä, die je had ontmoet. Jij overleed op 16 november 1945 in Sysmä door tuberculose. Je werd 43 jaar en je bent in de Hietaniemi Begraafplaats in Helsinki begraven. Sinds 1960 staat er een standbeeld van jou in Kükka, gemaakt door Kauko Räike.

Kaarlo Sarkia Uuno Kailas

• 1
• 2
• 3
• 4
• 5

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 44