Een heilige nakomelinge van de Katharen
(voor Simone Weil (1909 - 1943))
Jij bent geboren als Simone Adolphine Weil op 3 februari 1909 in Parijs. Jouw Joodse moeder was Salomea (Selma) Reinherz (1879 - 1965), geboren in Rostov-on-Don en opgegroeid in België. Jouw Joodse vader was de arts Bernard Weil (1872 - 1955), geboren in Elzas-Lotharingen. Na een half jaar kreeg jij een heftige blindedarmontsteking, waardoor jij jouw verdere leven met een slechte gezondheid worstelde. Jouw oudere broer André was op 6 mei 1906 in Parijs geboren en hij was een wiskundige. Hij trouwde in 1937 met Éveline Gillet, met wie hij twee dochters kreeg; in 1942 Sylvie, een kinderboekenschrijfster, en in 1946 Nicolette. Jij had een hechte band met André. Jouw vader moest in de Eerste Wereldoorlog meevechten, wat jou sterk verontrustte. Dit kan jouw sterke altruïsme hebben aangewakkerd.
Jij ontwikkelde een obsessie voor reinheid en jij vond jezelf walgelijk, ook al vonden de anderen jou in jouw jeugd heel aantrekkelijk. Een negatief zelfbeeld dus. Jij was meestal erg aanhankelijk, maar jij vermeed iedere vorm van fysiek contact, ook met jouw vriendinnen. Op jouw twaalfde kende jij vloeiend Oud-Grieks en later leerde jij Sanskriet, nadat jij de Bhagavad Gita had gelezen. Je hebt jezelf in alle religies verdiept, omdat zij allen een uitdrukking van transcendente wijsheid zijn. Als tiener studeerde je aan het Lycée Henri IV en kreeg je les van de door jou bewonderde filosoof/pacifist/journalist Émile-Auguste Chartier. Jij wilde vooral jouw mannelijke kanten ontwikkelen en jij droeg vaak mannelijke kleding. In 1928 ging jij naar de École Normale Supérieure op 45, rue d'Ulm. Tijdens het examen had jij de eerste plaats in de filosofie, terwijl jouw klasgenote Simone de Beauvoir de tweede plaats had. Jij werd de 'Rode Maagd' genoemd en Chartier noemde jou 'De Marsbewoner'.
In 1931 behaalde jij jouw diplôme d'études supérieures voor filosofie met het proefschrift 'Science et perfection dans Descartes'. In 1931 kreeg jij ook jouw agrégation en werd jij lerares filosofie van een meisjesschool in Le Puy. In die stad steunde jij de werklozen en de stakende arbeiders, ondanks de kritiek. Net als bij de kapitalisten onderkende jij onderdrukking en uitbuiting bij de communisten. In 1932 hielp je de marxistische activisten in Duitsland, maar je zag dat het fascisme veel sterker was. In 1933 hielp jij Duitse communisten Hitler's regime ontvluchten. Jij bekritiseerde het marxistische denken en jij was passimistisch over de grenzen van het kapitalisme en socialisme. Leon Trotski reageerde op jouw artikelen en hij viel jou en jouw ideeën aan, al werd hij ook door enkele ideeën beïnvloed. In 1933 protesteerde je tegen werkloosheid en loonsverlagingen en in 1934 ging je een jaar in twee fabrieken van Renault werken om contact met de arbeidersklasse te hebben. In 1935 ging je weer les geven en gaf je het grootste deel van jouw inkomsten aan politieke doelen en liefdadigheidsinstellingen.
In 1935 was jij op vakantie in Póvoa de Varzin, waar jij ontroerd raakte door een processie en de gezongen hymnen. Hierdoor voelde jij jezelf tot het christelijke geloof aangetrokken. In 1936 werd jij lid van de Durruti-kolom om tegen Franco's regime te vechten, maar door jouw bijziendheid was jij als schutter een gevaar voor de eigen kameraden. Je wilde de gevangene Joaquín Maurín bevrijden, maar Julián Gorkin weigerde zijn toestemming te geven. Daarna werd jij lid van de Sébastien Faure Century, die risicovolle, commando-achtige opdrachten uitvoerden. Je hebt op een bommenwerper geschoten en je verbrandde jezelf aan een hete pot. Je bent door jouw ouders opgehaald en je ging naar Assisi om te herstellen. Een maand later werd jouw gevechtseenheid in Perdiguera bijna helemaal uitgemoord, in ieder geval alle vrouwen. Je was aan de dood ontsnapt.
In de lente van 1937 ervoer jij in de Basiliek van Santa Maria degli Angeli in Assisi een godsdienstige extase. In die basiliek is de Porzioncula, de door Sint-Franciscus herstelde kerk, waar jij in extase raakte. Sint-Franciscus heeft in die kerk de Franciscaanse orde en de Clarissen orde gesticht. Verder bouwde hij daar het eerste, Franciscaanse klooster. Hij overleed op 3 oktober 1226 nabij zijn kerk. hij heeft nog psalm 141 gezongen. Hij leed aan stigmata en trachoom en hij werd 44 jaar. Hij is begraven in de Basilica di San Francesco d'Assisi. In de Porzioncula ging jij voor het eerst knielen en bidden. In 1938 reciteerde jij het gedicht 'Love III' van de metafysische priester-dichter Georg Herbert en werd jij helemaal van Christus vervuld. Je zegt: 'Christus kwam Zelf naar beneden en vervulde mij!'. Door deze Eenwording werden jouw geschriften mystieker en spiritueler en je bleef op de sociale en politieke kwesties gericht. Je voelde jezelf tot het roomse geloof aangetrokken, maar je wilde nog niet gedoopt worden.
In de Tweede Wereldoorlog woonde jij een tijd in Marseille, waar jij geestelijke leiding van de Dominicaanse broeder Joseph-Marie Perrin kreeg. Je ontmoette de roomse schrijver/filosoof Gustave Thibon op zijn boerderij, die een deel van jouw werk bewerkte. Je verdiepte jezelf ook in de Griekse en Egyptische mysteries, het hindoeïsme (Upanishads, Bhagavad Gita) en het mahayana boeddhisme. Je was tegen religieus syncretisme, wat je te vervlakkend vond, wat volgens mij niet zo hoeft te zijn. Je zegt: 'Een 'synthese' van religie impliceert een lagere kwaliteit van aandacht.'. Daarmee ondergraaf je de rechtstreekse, Goddelijke Inspiratie en de mate van aandacht, die een all-round religieus individu kan opbrengen. Zonder nog te spreken over de heilzame weg van het loslaten van alle door mensen bedachte, uiterst beperkte, religieuze denkbeelden. Het oningevuld tot Goddelijke Verlichting komen door spontane Eenwording en helderziende bewustwording. Eenvoudig Goddelijk zijn zonder dwangmatig, neurotisch, zenuwziek afdwingen.
In 1942 ging jij met jouw familie naar Amerika, met in jouw achterhoofd het idee om als geheim agente terug te keren. Van 6 juli tot 10 november 1942 woonde jij aan de Riverside Drive in New York City. Daarna belandde je in Londen, waar je op 4 Carlton Gardens bureauwerk voor de Vrije Franse Verzetsbeweging deed en waar je in 1943 'L'enracinement' (De behoefte aan wortels) schreef. In mei 1943 was er het plan van de directeur Charles Jocelyn Hambro van de Special Operations Executive om jou voor een training naar Thame Park te sturen, maar dit werd geannuleerd, vanwege jouw slechte gezondheid. Je had tuberculose en je moest veel rusten en goed eten. Uit solidariteit met de mensen in bezet Frankrijk at je nog minder dan hen. Je bent in een roomse kerk gedoopt en je ging naar het Grosvenor Sanatorium in Ashford. Kent, waar jij op 24 augustus 1943 door hartfalen overleed. Jij werd 34 jaar en jij bent in de Bybrook Cemetery in Ashford begraven. Nabij die begraafplaats ligt nu de Simone Weil Avenue.
16 mei 2021
Geplaatst in de categorie: idool