Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Een onbegrepen, fel stralend licht

(voor Céline Arnauld (1885 - 1952))

Jij bent geboren als Carolina Goldstein op 20 september 1885 in Calarasi, Roemenië. Jouw moeder is vroeg overleden. In jouw jeugd en jouw adolescentie begeleidde jij jouw vader op zijn diplomatieke reizen door Europa, Azië en Afrika. In 1914 ging jij naar Parijs, waar jij literatuur aan de Sorbonne studeerde. Daar ontmoette jij de schrijver/dichter Paul Dermée, geboren op 13 april 1886 in Luik. Hij was lid van de kunstgroep Les Loups van met name de dichter Anatole Belval-Delahaye, die ook aan de oorsprong van het kunsttijdschrift 'Les Loups' en de uitgeverij Les Loups stond, genesteld op 14, rue de la Tour d'Auvergne. Paul ontmoette Guillaume Apollinaire, Pablo Picasso, Juan Gris, Valery Larbaud, Max Jacob en Sonia en Robert Delaunay. Paul was medewerker van het avant-gardetijdschrift 'SIC' (Son Idées Couleurs) van de dichter/schilder/beeldhouwer Pierre Albert-Birot en van 'Nord-Sud' van de dichter Pierre Reverdy.

In 1914 ben jij met Paul getrouwd en in 1914 verscheen jouw dichtbundeldebuut 'La Lanterne magique' (De Toverlantaarn). In 1920 verscheen de dichtbundel 'Poèmes à claires-voies' (Opengewerkte gedichten), in 1921 'Point de mire' (Focuspunt) en in 1923 'Guêpier de diamants' (Wespennest van Diamanten). In 1934 verscheen de gerijpte dichtbundel 'La nuit reve tout haut' (De nacht droomt zich leeg) en in 1936 'Heures intactes' (Volmaakte uren). Jij publiceerde tot 1948 en al jouw werken zijn uniek. Sommigen gingen helaas verloren, maar dat is vaak zo. Jij schreef ook prozawerk en jouw gedichten werden geregeld door kleine uitgeverijen gepubliceerd. In 1919 schreef jij jouw enige, gepubliceerde, experimentele roman 'Tournevire', wat door de kubistische beeldhouwer Henri Laurens werd geïllustreerd. Henri maakte in 1919 ook een buste van jou. Jij publiceerde ook in de Dada-tijdschriften 'DADAphone' en 'Cannibaleen Z'. Jij dichtte over moderne vervoersmiddelen en metafysisch vervoer. Jij was directrice van het kort verschenen tijdschrift 'Projecteur', wat zeer gewaardeerd werd. Verder was jij medewerkster van 'Cannibaleen Z', '391' en andere, dadaïstische tijdschriften.

Toen de surrealisten in 1921 uit de dadaïstische beweging stapten, tekende jij het polemische artikel 'Pilhaou-Thibaou' tegen André Breton, die jij een moralist vond, en Francis Picabia. In 1927 maakte de kunstfotograaf André Kertész een mooie portretfoto van Paul. De avant-gardistische schrijver Sasha Pana (1902 - 1981) kende jou en hij woonde tot zijn overlijden op 16, Dogaristraat in Boekarest.

In maart 1940 was jij 'de zwangere vrouw' in het programma van de Manifestatie Dada de la Maison d'Oeuvre in 'La Première Avanture Céleste de M. Antipyrine' van Tristan Tzara. In mei 1920 deed jij mee aan het Festival Dada in de chique Salle Gaveau op 45-47, rue La Boétie, met 1020 zitplaatsen. Jij was schrijfster en performer van de dialoog 'Jeu d'échecs' (Schaakbord). In de Tweede Wereldoorlog hebben de nazi's jouw boeken verbrand. Paul en jij vluchtten naar Zuid-Frankrijk. Jij raakte in de vergetelheid en Paul overleed in 1951 in Parijs. Hij is in de Cimetière parisien de Thiais begraven. Jij raakte geïsoleerd en jouw financiële toestand was onzeker. Op 23 december 1952 pleegde jij zelfdoding in Parijs. Jij werd 67 jaar en jij bent hoogstwaarschijnlijk bij Paul begraven.

In 1977 publiceerde de dichter/vertaler Clayton Eshleman (1935 - 2021) het pamflet met jouw vertaalde poëzie 'The Gospel of Celine Arnauld'. Hij vond jouw gedichten 'alledaagse Franse poëzie, versleten taal, oppervlakkige emotie en niets nieuws in het kort'. Toch schreef hij nog een eigen versie van een verhaal van jou. Hij was toen in een trance-staat. Zijn valse kritiek is bevooroordelend en uit zijn onderdrukkende duim gezogen. Clayton was samen met zijn tweede vrouw Caryl Reiter vanaf de zomer van 1973 een jaar in Frankrijk. Ze gaven cursussen in Amerikaanse poëzie aan het American College in Parijs. Hij was universiteitsprofessor in o.a. Los Angeles. De dichteres Ruth Hemus schreef in haar studieboek 'Dada's Women' uit 2009 over Emmy Hennings, Sophie Taeuber, Hannah Höch, Suzanne Duchamp en jou. De omstandigheden waaronder jij schreef begreep zij niet, zij was onwetend aangaande jouw Dada-rebellie en zij bespeurde geen vernieuwingsaspecten in jouw oeuvre, hoewel dat zeker wel het geval was. Jij schreef ultra-modern, zoals jij zelf ook zei. Zowel Clayton als Ruth konden jou niet plaatsen en dat mag een groot compliment heten. Ruth is docente Frans en Beeldende Kunst aan de Royal Holloway University in Londen Egham, Surrey. In 2020 publiceerde Ruth 'The Poetry of Céline Arnauld: From Dada to Ultra Modern'. Ruth is bijgedraaid.

Schrijver: Joanan Rutgers
2 juli 2021


Geplaatst in de categorie: idool

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 43



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)