17, rue Pierre-Leroux in Parijs

(voor Chana Kowalska (1899 - 1942))

Jij bent geboren als Chana (Anna) Kowalska op 4 november 1899 in Wloclawek, met zijn imposante kathedraal, waar een monument voor paus Johannes Paulus II is geplaatst. In het Henryk Sienkiewicz Stadspark staat een buste van de schrijver Henryk Sienkiewicz, die in 1896 'Quo Vadis' publiceerde en in 1905 de Nobelprijs voor de Literatuur ontving. De tweede vrouw van de esotericus/mysticus/helderziende Rudolf Steiner, de aristocratische, erudiete, visionaire Marie von Sivers, is op 14 maart 1867 in Wloclawek geboren. Jouw vader Judah Leib Kowalski (1862 - 1925) was een zionistische rabbijn en politicus/senator. Hij was ook mede-oprichter van de religieuze, zionistische beweging Mizrahi, opgericht in 1902 in Vilnius door rabbijn Yitzchak Yaacov Queens. Jouw vader was een sterke persoonlijkheid, die jou beïnvloedde.

Jullie gezinshuis werd door veel intellectuelen bezocht en Sholem Asch schreef er zijn eerste boek. Sholem is geboren op 1 november 1880 in Kutno, Polen. Op zijn 17-de ging hij naar Wloclawek en was hij leraar/schrijver. Daarna ging hij naar Warschau, waar hij met de vermomde liefdesgodin Mathilde (Madzhe) Shapiro trouwde, de dochter van de Pools-Joodse schrijver Mehahem Mendel Shapiro, een rijke dichter/schrijver/leraar Hebreeuws. Op zijn 34-ste verhuisde Sholem naar Amerika en woonde hij in New York City, op Staten Island, in Stamford en in Miami Beach. Hij schreef veel bestsellers en hij verzette zich sterk tegen het nationaal-socialisme. Samen met zijn vriend Hendrik Willem van Loon publiceerde hij anti-Hitler geschriften. Hendrik Willem is geboren op 14 januari 1882 in Rotterdam en overleden op 11 maart 1944 in Old Greenwich. Hij was een schrijver, historicus, journalist, boekillustrator en tekenaar. Hij was dik bevriend met president Franklin Roosevelt en van 1927 tot 1931 woonde hij aan de Kaai in Veere, in het huis 'De Houttuyn'. Er staat nog een gedenkplaat op dat huis. Hendrik was tussen de twee wereldoorlogen één van de bekendste Nederlanders in Amerika. Hij heeft de Amerikanen een diepere kijk op Nederland geschonken.

Sholem en Mathilde kregen twee zonen, Mozes en Nathan, en een dochter, die in Londen ging wonen. In Sholem's toneelstuk 'God of Vengeance' schreef hij over prostitutie en lesbiennes. In zijn boeken verzoende hij het Jodendom met het christendom. Beiden hadden immers geleden onder de tirannie van de romeinse soldaten. Sholem woonde ook in Israël, in Bat Yam. Hij schreef in het Jiddisch, maar dat werd allemaal keurig in het Engels vertaald. Hij was ooit als een dichter in een shtetl (dorp) begonnen. Zijn laatste roman was 'The Prophet' uit 1955. Denk daar de muziek van Gary Moore's 'The Prophet' bij en de zielsverheffende, intens liefdevolle, de totale diepgang van het leven samenvattende sfeer is compleet. Het eeuwige universum, ons eeuwige zijn in een artistiek tweeluik. De diepste vrede en de hoogste verlichting verenigd. Spontane Kundalini en Eenheidsbeleving voor iedereen en voor eeuwig. De doorleefde Kabbalah-wijze Sholem overleed op 10 juli 1957 in Londen.

Op jouw 16-de ging begon jij te tekenen en scherpte jij jouw gevoel voor esthetische details. Op jouw 18-de deed jij mee aan een expositie van Joodse schilders in Warschau. In 1922 verhuisde jij naar Berlijn, waar jij de schilderkunst ging studeren. In Berlijn ontmoette jij de schrijver/essayist/columnist/literatuurcriticus Baruch Winogóra, die jouw diep beminde echtgenoot werd. Hij zag en raakte jouw diepste gevoelens. Hij is geboren op 3 mei 1898 in Sokolów. In 1926 arriveerden Baruch en jij in Parijs. In Parijs woonden jullie op 17, rue Pierre-Leroux in Montparnasse. Jij had er geen eigen atelier, waardoor jij in de ateliers van jouw vrienden schilderde. Jij was actief betrokken bij de Parijse Kultur-Liga en de Joodse, communistische kringen. Jij was ook een journaliste en jij publiceerde over de schilderkunst in 'Presse Nouvelle' en het Jiddische 'Le Journal de Paris' en Jiddische tijdschriften. Jij was de secretaresse van de Joodse Schilders en Beeldhouwers Vereniging. In 1930 exposeerde jij in de Salon d'Automne en in 1931 bij de Indépendents. In 1937 deed jij mee met het Joods Cultureel Congres op de Wereldtentoonstelling van Parijs.

Op jouw extra belangrijke schilderij 'Shtetl' uit 1934 staat één van de vele, kleine, Joodse dorpen in Oost-Europa, die in de oorlog door de nazi's zijn vernietigd. In het hart van het dorp staat een grote, groene waterpomp, waar water uit wordt opgehaald. Je ziet het water krachtig stromen. De levensbron nog in zijn volle glorie. Jij maakte een mooi portret van ene Mrs. Miriam Rosen Michelle en in 1937 'Brug', met een verliefd paar op een lange brug met veel rood, ook met rode daken op de achtergrondhuizen. De vrouw draagt een bos bloemen en de man houdt een wandelstok vast. Het doet allemaal sterk aan de fleurige, kleurige en toch tragische stijl van Marc Chagall denken.

Eind september 1937, na het Joods Cultureel Congres, werd de Unie van Joodse Cultuur opgericht, met o.a. Marc Chagall, Chaïm Soutine, de beeldhouwer Naum Aronson, Chil Aron en de schilders Michel Kikoine en Moïse Kisling. Jij was de directrice van de galerie van deze unie. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zat jij bij het Franse verzet en werd jij in jouw huis op 17, rue Pierre-Leroux door de Gestapo-engerds gearresteerd, vanwege jouw betrokkenheid bij de communistische activiteiten. Jij werd in de Prison de la Santé op 42, rue de la Santé opgesloten en daarna in de Prison des Tourelles, een doorgangskamp op 133-161, boulevard Mortier. Op 19 juli 1942 werd jij vanaf het Camp de Drancy met het konvooi 7 naar het concentratiekamp Auschwitz-Birkenau gestuurd, waar jij bent vermoord. Jij werd 42 jaar. Jouw man Baruch werd op 23 maart 1943 vanuit Camp de Drancy met het konvooi 52 naar het concentratiekamp Sobibór gestuurd, waar hij werd vermoord. Hij werd 44 jaar.

Chana Kowalska Baruch Winogóra

• 1
• 2
• 3
• 4
• 5

4.0 met 4 stemmen 54