Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Van Oudenaarde tot Jotie T'Hooft

Op 5 juli 1522 werd Margaretha van Parma in Oudenaarde geboren. Haar moeder was Johanna Maria van der Gheynst, die ongeveer in 1505 werd geboren en de dochter van Johanna van der Coye en Gilles Johan van der Gheynst was, een tapijtverkoper in Nukerke, bij Oudenaarde. Op haar vijfde overleden Johanna's ouders door de pest. Ze werd een dienstmeisje bij haar beschermheer Karel I van Lalaing, de gouverneur van Oudenaarde. Margaretha's vader was keizer Karel V, die in 1521 in Pamele verbleef, wat nu een stadsdeel van Oudenaarde is. Karel zwichtte voor de schoonheid van Johanna en hij liet haar door een hoveling ontvoeren en onder dwang bij zich brengen. Johanna was zo'n 16 jaar toen zij zwanger werd van Margaretha. Zij ging bij haar oom, de leerlooier Van der Coye, wonen, even buiten Oudenaarde. Margaretha is in de Onze-Lieve-Vrouwekerk in Pamele gedoopt. Die kerk was in 1300 voltooid en heeft heel mooie glas-in-loodramen.

Margaretha trouwde op 29 februari 1536 in Napels met Alessandro de' Medici, hertog van Florence, die mogelijk zijn neef Oppolito liet vergiftigen. Hij leidde een wanbestuur en hij wilde niet dat Oppolito dat aan Karel V vertelde. Hij behield zijn maîtresse Taddea Malespina, met wie hij twee kinderen kreeg. Op 6 januari 1537 werd Alessandro door zijn verre neef Lorenzino de' Medici vermoord en hij werd 26 jaar. Margaretha hertrouwde op 4 november 1538 in Rome met Ottavio Farnese, hertog van Parma en Piacenza, met wie zij twee kinderen kreeg, de tweeling Carlo en Alessandro. Carlo werd 0 jaar en Alessandro werd landvoogd van de Spaanse Nederlanden. Margaretha was van 1559 tot 1567 landvoogdes van de Habsburgse Nederlandsen. Hoogstwaarschijnlijk was haar moeder bij haar twee huwelijken aanwezig. Johanna overleed op 15 december 1541 in Brussel. Margaretha overleed op 18 januari 1586 in Ortano. Zij werd 63 jaar.

Op 12 september 1812 is de streekdichteres Maria D'Huygelaere in Oudenaarde geboren. Haar vader was de belastingontvanger Augustijn D'Huygelaere, die één dichtbundel schreef, 'De nationale poëzy'. In 1843 werd Maria een corresponderend lid van de Brugse vereniging 'Toneel en letterkunde'. Zij werd gewaardeerd door de volksschrijver Hendrik Conscience en de dichters Maria Van Ackere-Doolaeghe uit Diksmuide. Haar dichtbundel 'Oudenaerdsche Meerschbloemen' uit 1873 was een inspiratiebron voor andere dichters. Zij schreef vooral natuur- en gelegenheidsgedichten. Op haar 54-ste werd zij blind en moest zij haar gedichten dicteren. Zij trouwde met de dirigent Arcadius Verwee, met wie zij één zoon en twee dochters kreeg. 'Oudenaerdsche Meerschbloemen' verscheen bij de drukkerij Th. Devos aan de Hoogstraat in Oudenaarde. Wat grappig, mijn uitgever van mijn tweede dichtbundel 'Delirium Tremens' heette ook Devos (Kreupelstraat 126 te Eppegem). Haar bundel telde zo'n 60 gedichten en 132 pagina's. Het handgeschreven manuscript werd tientallen jaren door haar afstammelingen bewaard. Enkele gedichten zijn op muziek gezet, maar dat was geen succes. Maria overleed op 21 november 1887 in Oudenaarde en het kan haast niet anders dat zij in de Oude Gemeentelijke Begraafplaats is begraven. Dezelfde begraafplaats waar Jotie T'Hooft is begraven.

Maria Van Ackere-Doolaeghe is op 25 oktober 1803 in Diksmuide geboren. Zij was een romantische dichteres, liberaal orangiste en flamingante. In 1840 verscheen haar debuutbundel 'Madelieven'. In 1850 verscheen 'Avondlamp', in 1868 'Winterbloemen' en in 1869 'Nieuwste Gedichten'. In 1877 publiceerde zij haar gelegenheidsgedicht 'Het Huis Ten Bosch', geliefkoosd verblijf van H. M. de Koningin der Nederlanden. In 1878 verscheen 'Nieuwste gedichten' en in 1884 'Jongste Dichtbundel', waar op de aanhefpagina staat: 'Ridder der Leopolds-Orde, met het portret van de schrijfster op tachtigjarigen ouderdom. Roeselare, De Seyn-Verhougstraete'. Zij overleed op 7 april 1884 in Diksmuide.

Van deze twee braaf-burgerlijke, zoetsappige, oersaaie, om niet te zeggen walgelijke dichteressen maak ik de sprong naar de op 9 mei 1956 in Oudenaarde geboren rasechte dichter Jotie (Johan Geeraard Adriaan) T'Hooft, die uiterst rebels te werk ging, zowel in zijn leven als in zijn werk. Hij overleed op 6 oktober 1977 door een overdosis cocaïne in de Meestraat 3 te Brugge. Hij koos ervoor om op zijn 21-ste uit zijn aardse, loodzware, zwaar-depressieve incarnatie te stappen. Zoals al genoemd, liggen zijn overblijfselen in de Oude Gemeentelijke Begraafplaats in Oudenaarde begraven. Deze begraafplaats is omringd door de Koningin Elisabethlaan, de Dijkstraat, de Blekerijstraat, de Pauwel Vander Scheldenstraat en Gelukstede. Terwijl hij tijdens zijn leven door de benepen, Oudenaardse bevolking werd uitgekotst, argwanend begluurd en opgejaagd, staat hij nu bij de lijst ereburgers van Oudenaarde. Naast o.a. het ex-model/de yogadocente Brigitta Callens, die in de leer ging bij spirituele meesters/leraren Thailand, Indonesië, Amerika en Tibet. Jotie heeft zich ook in de oosterse spirituatiteit verdiept. En de Miss Belgian Beauty 2002 Brunhilde Solange Andries Verhenne en de naïeve kunstschilder Ernest Camiel Franciscus Van den Driessche (1894 - 1985).


Shiva in Oudenaarde
(voor Jotie)

Net als de godheid Shiva richtte jij ravage aan
om uit de chaos de waarheid te puren
om achter de veilige huismuren vandaan
de valse heersers weg te sturen

blowen, cocaïne snuiven en heroïne spuiten
in godsnaam uit die vervloekte werkelijkheid
rake woorden om jouw emoties mee te uiten
en voor de troost een mooie meid

eerst hebben ze jou volkomen geknecht
de vrijheid uit jouw donder geslagen
dat je gewoonweg niet deugde gezegd
om jou daarna op handen te dragen

toen ze jouw woordkunst opeens wel pruimden
je junkie-zijn voor lief namen
maar wel al jouw heiligdommen ontruimden
zich nog steeds voor jouw anders-zijn schamen

met mooie woorden en stofdoeken jou vervuild
want de ware Jotie uitgepoetst afgemaakt
er heeft niemand zoals jou gehuild
er was niemand zoals jij zo naakt

en intens droevig om de oppervlakkigheid
van de gemenen die niet beter weten
hoe jij met jouw bloed 'Dag kleine meid!
Veel geluk!' op het behang hebt gesmeten

als een laatste liefdesstoot naar haar
die jouw spiegelbeeld op aarde was
zij raakte bij jou de juiste snaar
in wat jij losliet als karkas

zij noemde grensoverschrijdingen onwaarheden
en zij haakte af
jij hebt haar tot de laatste snik aanbeden
tot ver voorbij het graf

de drang naar kosmische eenheidsvervulling
was als een onhoudbare raket in jou
jij kon niet wachten tot de onthulling
al was het zonder jouw liefste vrouw

zoveel eenzame vluchten had jij al gemaakt
zoveel duistere plekken bewoond
jij had het Wonder te vaak aangeraakt
de valsaards hebben jou te vaak gehoond

jij hebt het armworstelen met de drugs verloren
omdat de heroïnespuit in jouw arm gevuld bleef
de kleurenkijker kon jou niet meer bekoren
en de zeisdrager was al hardnekkig op dreef

het vergif maakte jou gewetenloos
je sloeg de liefste van jou af
want inwendig werd je heel erg broos
en droomde je van voorbij het graf

je nam een voorschot op de hemelluister
en je raakte erin verstrikt
maar meer nog in het helse duister
als in een waanbubble gestikt

de woorden verbleekten zienderogen
de deadline drukte op jouw ziel
je hebt vooral jezelf bedrogen
met de woorden als achilleshiel

de drugsvoorraden bleven aangevoerd
niets stond jouw totale zelfvernietiging in de weg
je hebt jezelf als een proefkonijn ingesnoerd
die fatale overdosis was meer dan vette pech

jouw roekeloze titanenstrijd was bloedserieus
het uiterst eenzame kind in jouw geestcocon
sloot een geheime deal met Zeus
die ten koste van jouw lichaam overwon

Jij was een heldere stem in de nacht
en een vallende ster
Shiva die met diepe zielskracht verwacht
dat we alsnog samenkomen van minder ver.

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
23 november 2021


Geplaatst in de categorie: literatuur

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 375



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)