Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

De zichtbaar gelijke van Marcel Proust

(voor Anna de Noailles (1876 - 1933))

Jij bent geboren als Anna Élisabeth Bibesco prinses de Brancovan op 15 november 1876 op 22, boulevard de La Tour-Maubourg in Parijs. Jouw ouders waren vorst Grégoire Bassaraba de Brancovan en de Griekse Helena Ralouka Musurus-Pasa, ook uit een roemrijk geslacht en een pianiste. Zij was 21 jaar jonger dan jouw vader. De componist Ignacy Jan Paderewski heeft diverse composities aan jouw moeder opgedragen. Jouw opa was Gheorghe Bibescu, vorst van Walachije in Roemenië. Jouw opa van moederskant was Pasha Constantine Musurus, de Turkse ambassadeur van Groot-Brittannië, en jouw oma was Anna Vogoridès. Jouw oudere broer was prins Constantijn (1875 - 1967) en jouw jongere zus was prinses Catherine Hélène (1878 - 1929). Via jouw moeder was jij de achter-achterkleindochter van Sint Sophronius van Vratsa. Jij was de nicht van prins Emmanuel en Antoine Bibesco, goede vrienden van Marcel Proust. Afgezien van de winters verbleef jij met jouw familie in Villa Bassaraba in Amphion, nabij Evian, bij het Meer van Genève. Jij hield veel van de wilde natuur daar, waar jij over dichtte. Jouw vader overleed op 15 oktober 1886 in Boekarest.

Op 17 augustus 1897 trouwde jij in het stadhuis van Publier met graaf Mathieu Fernand Frédéric Pascal de Noailles (1873 - 1942), de vierde zoon van Jules Charles Victurnien de Noailles, 7de hertog van Noailles. In 1900 is jullie zoon Anne-Jules geboren, die in 1979 overleed. In 1901 debuteerde jij met de dichtbundel 'Le Coeur innombrable'. Jij schreef 3 romans, vele dichtbundels en een autobiografie. In 1902 verscheen de dichtbundel 'L'Ombre des jours', in 1903 'La Nouvelle Espérance', in 1904 'Le Visage émerveillé', in 1905 'La Domination' en in 1907 'Les Éblouissements'. Jij was o.a. bevriend met Marcel Proust, Colette, André Gide, Rainer Maria Rilke, Paul Valéry, Jean Cocteau, Pierre Loti, Max Jacob, Paul Hervieu, Frédéric Mistral en de eenzame dichter Francis Jammes, die als een soort Sint-Franciscus in de Pyreneeën bivakkeerde. In 1909 werd de schrijver Charles Demange verliefd op jou. Hij pleegde op 21 augustus 1909 in Épinal zelfdoding en hij werd 25 jaar. In een brief aan jou schreef hij: 'Ik pleeg zelfdoding. Ik hield zielsveel van jou. Jullie vriendschap was de beste die ik op aarde kon ontmoeten. Dank je - en dank aan mijn oom, die mij aan jou heeft voorgesteld.'. Die oom was Maurice Barrès, op wie jij wraak wilde nemen door met Charles te flirten. Dat pakte helemaal verkeerd uit. Het neefje van Maurice gaf jou de schuld van zijn zelfdoding, maar dan had hij net zo goed Maurice de schuld kunnen geven. Het doodsverlangen zat in Charles zelf en had uitgesproken moeten worden.

Jij hield een salon aan de Avenue Hoche, waar op nr. 2 dokter Robert Proust woonde, Marcel's broer, en waar op nr. 12 de salon van Léontine Lippman was, de maîtresse/muze van Anatole France. Jij kwam daar ook, net als o.a. Sarah Bernhardt, Paul Bourget, Colette, Alexandre Dumas fils, Guy de Maupassant, de actrice Gabrielle-Charlotte Réju en Margaretha Geertruida Zelle, beter bekend als Mata Hari. In de voornamen Margaretha Geertruida zit de naam Mata Hari qua letters vervat. Aan het begin van de twintigste eeuw kwamen er in jouw salon o.a. Paul Claudel, Colette, André Gide, Maurice Barrès, Paul Valéry, Jean Cocteau en Paul Hervieu, de minnaar van barones Marguerite Thomas Galline, getrouwd met baron Aimery Harty de Pierrebourg. De schrijfster/biografe/dichteres Marguerite was een wellustige verschijning. Zij kreeg 2 kinderen met de baron. Marcel Proust was een vaste gast van haar salon en hij kreeg schrijfadvies van haar. Ze is bij Paul Hervieu in de Cimetière de Passy begraven.

Jij bent geportretteerd door Kees van Dongen en Antonio de La Gándara, die ook Paul Verlaine, Colette en Sarah Bernhardt portretteerde. Mooi hoe Antonio jouw linkerarm op een kussen liet rusten. vanwege zijn schoonheid en goede manieren werd hij door veel vrouwen aanbeden. Madame Rémy Salvaor, die hij ook schilderde, droeg echt een oogstrelende, begerenswaardige, hoogst artistieke jurk en hoed! En zie eens hoe schoon hij de volmaakt gevormde balletdanseres Ida Lvovna Rubinstein schilderde! Antonio gaf o.a. les aan de Nederlandse Théodôre Bernard van Lelyveld, die o.a. contact met Richard Roland Holst en Louis Couperus had. Hij maakte diverse portretten van Robert de Montesquiou en hij was bevriend met de schrijver/cartoonist André Rouveyre, die met Paul Léautaud bevriend was. Hij was getrouwd met Anne Catherine Wilms en Charlotte Saint-André, met wie hij 3 dochters kreeg. Jij bent ook geschilderd door Ignacio Zuloaga, getrouwd met Valentine Dethomas, de zus van de schilder Maxime Dethomas, bevriend met Henri de Toulouse-Lautrec en Marcel Proust. Die Marcel Proust doemt werkelijk overal op! Ignacio schilderde jou in 1913, sexy en uitnodigend op een divan. In 1914 ben jij door Jean-Louis Forain geportretteerd, met jouw hoofd merkwaardig boven de horizon uitstekend, als een zon of maan, maar wel met een typerende blik en nogal somber.

Antonie overleed op 30 juni 1917 in Parijs. Hij werd 55 jaar en hij is in de Cimetière du Père-Lachaise begraven. Kees van Dongen schilderde jou in 1931 staande, met een brede, rode halsband, waar een vijfster aan hangt. Het blauwe haar doet modern aan en de aan de linkerkant loshangende schouderband maakt het lichtelijk frivool en deftig-lichtekooi achtig. Het parelsnoer rond de lange handschoen is pure decadentie. Jouw ogen zijn net als bij Marcel Proust halfgeloken opiumverslaafdachtig. Jacques-Émile Blanche en Philip Alexius de László schilderden jou ook. Philip in 1913, wat hij heel knap heeft gedaan, met de nadruk op jouw frisse gezicht en oogopslag. Hij heeft dat verzonnen of jij was inderdaad ook wel eens uitgeslapen en fris als een hoentje. Samen met zijn vrouw Lucy Madeleine Guinness kreeg hij 6 kinderen. Blanche schilderde jou in 1913 wel met de slaperige, gedrogeerde ogen en ietwat peinzend in een stoel. Er lijkt een rozenkrans van lichtblauwe edelstenen op jouw rechterbeen te liggen. In 1913 verschenen jouw boeken 'Les Vivants et les Morts' en 'De la Rive d'Europe à la rive d'Asie', in 1920 'Les Forces Eternelles', in 1921 'A Rudyard Kipling', in 1922 'Discours à l'Académie belge', in 1923 'Les Innocentes, ou La Sagesse des femmes', in 1924 'Poème de l'amour' en in 1927 de dichtbundel 'L'Honneur de souffrir'.

Jij woonde op 109, Avenue Henri-Martin en vanaf 1910 op 40, Rue Scheffer, waar jij tot jouw overlijden een salon had. In 1929 verscheen 'Poèmes d'Enfance', in 1930 'Exactitude' en 'Choix de poésies, Fasquelle', in 1932 jouw autobiografie 'Le Livre de ma Vie' en in 1933 'Derniers Vers'. Jij overleed op 30 april 1933 na enkele maanden van lijden door een ernstige ziekte. Jij werd 56 jaar en jij bent in Père-Lachaise begraven, maar jouw hart is op jouw voormalige landgoed met de Villa Bassaraba in Amphion-les-Bains begraven, waar jij zo graag verbleef. Jouw hart is in een urn in het midden van de votieftempel geplaatst, met het uitzicht over jouw zo geliefde Meer van Genève. In Villa Bassaraba kreeg jij o.a. bezoek van Marcel Proust en Edward VII, prins van Wales. Jij vond er de noodzakelijke eenzaamheid en de rust. Op jouw urn staat het begin van het gedicht 'Le paradis d'Amphion'. Volgens jou had jij alles, incluis jouw schrijfkunst, te danken aan die gezegende plek. In 1934 verscheen nog 'Derniers Vers et Poèmes d'Enfance'.

Lady Anna was niet overtuigd van een hiernamaals, wat haar nu volgende gedicht des te schrijnender maakt:

Betreurt

Laat mij achter tussen de graven, ik wil hier blijven hangen,
de doden zijn in de grond, de dag is helder en ik ruik
de zoete geuren, water, bladerrijke bomen en hooi,
de doden zijn voor altijd en een dag in hun dood...
Mijn dansende lichaam zal vrij snel moeilijk te herkennen zijn,
mijn slapen koud, donkere openingen in plaats van ogen;
net als zij, de eenzame daad die ik zal verrichten,
hoewel ik gewend ben om aan mijn zijde een warm lichaam te hebben,
en dit alles moet ophouden! alles moet verlopen! mond,
smeltende blikken, kusjes, mijn verlangen - ik zal een ding
van mijn schaduw worden, ik zal dom zijn, wanneer de lente
van volgend jaar, zo groen en met roze wangen zal komen,
een lawine van goud en opstijgende sap en dauw! maar ik,
die zo door en door teder van hart ben, zo vervuld van
ijdele hoop en dromen, zo loom, zal ik niet langer de dageraad
van elke dag begroeten, maar roerloos voor altijd in slaap
moeten blijven! Anderen die ik niet kan kennen, gelukkig en
sensueel, jongemannen met meisjes aan hun zijde zullen voorbij
dwalen en de arbeid in de velden zien, het koren, de wijnstok,
de veranderende kleuren van de seizoenen, terwijl ik niets
zal opmerken - in het graf zal ik achterover leunen, en alle
zoetheid van dit leven zal een herinnering zijn...
Maar u die deze regels leest, zult stoppen en aan mij denken,
u zult zien wat ik eens was voordat mijn gloed vertrekt,
mijn glimlachende geest zal jou troosten en in jouw beproeving,
want loomheid en neerslachtigheid zul jij voelen,
omdat mijn as meer passie bevat dan jouw hart.


Anna de Noailles

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
5 april 2022


Geplaatst in de categorie: idool

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 44



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)