Het graf hield jouw liefde niet tegen
(voor Margot Hanel (1912 - 1941))
Jij bent geboren als Margot Leonie Hanel op 7 april 1912 in Berlijn. Jouw Joodse moeder was Margarete Müllerheim en jouw christelijke vader was Felix Albert Rudolph Hanel. Jouw broers waren Kurt William (1901 - 1972) en Werner (1904 - ?) en jouw zussen waren Charlotte Luise (1906 - 1993) en Gerda (1911 -2012). Jouw vader is in 1931 overleden en hij werd 63 of 64 jaar. In 1932 ging jij naar een lesbisch feest in Berlijn en ontmoette jij de schrijfster/dichteres/vertaalster Karin Maria Boye, geboren op 26 oktober 1900 in Stockholm. Haar vader Fritz Boye was op 7 april 1927 in Huddinge overleden en in de ÖstraKyrkegard in Göteborg begraven. Haar moeder was Signe Liljestrand (1875 - 1976). Karin studeerde Grieks, Noordse talen en literatuurgeschiedenis in Uppsala.
In 1918 ontmoette Karin de schrijfster/theologe Anita Nathorst, met wie zij een diepe en hechte vriendschap onderhield. Karin koesterde een lesbische liefde voor Anita, die niet beantwoord werd, ook omdat Anita tot 1934 een lesbische relatie met haar lerares, de historica/schrijfster Lydia Katarina Wahlström, had. Van 1932 tot 1933 was Karin in Berlijn, waar zij een psycho-analytische bekandeling kreeg en waar zij meer dan ooit haar lesbische aard accepteerde. In die tijd stopte zij de relatie met haar echtgenoot Strindar Leif Björk, met wie zij in 1929 was getrouwd en van wie zij in 1935 officieel scheidde. Zij werd eleganter en kwetsbaarder. Zij had jou volgens eigen zeggen 'verleid'. In Berlijn deelde Karin soms een appartement met haar vriendin Kajsa Höglund. Volgens Kajsa was Karin jouw eerste fysieke, lesbische relatie. Jij was ook de eerste geliefde van Karin, die van haar hield om wie zij was en niet omdat zij een beroemde schrijfster was. Karin's opa Joakim Carl Eduard Boye was in Hamburg geboren en hij was een topman (CEO) van de verzekeringsmaatschappij Svea op Västra Hamngatan 3 in Göteborg. Zijn vrouw was Hilda Lundgren.
In Berlijn werkte Karin samen met de schrijfster Maria Friederike Cornelia (Frida) Uhl, geboren op 4 april 1872 in Wenen en op 2 mei 1893 met August Strindberg getrouwd. Haar oma was Joods. Zij was in Berlijn literair correspondente voor de Wiener Zeitung. In 1894 kregen Frida en August hun dochter Kerstin. August, die aan een paranoïde psychose leed, verruilde Schloss Dornach voor Parijs. Frida probeerde haar huwelijk nog te redden, maar in oktober 1894 ging zij naar Dornach en Kerstin terug. In 1897 zijn Frida en August officieel gescheiden. Samen met de schrijver Frank Wedekind kreeg Frida in 1897 hun zoon Friedrich, die van 1923 tot 1927 met de Joodse romanschrijfster Maria Franziska Lazar getrouwd was en met wie hij de dochter Judith kreeg. Zijn tweede vrouw was Utje. Op 30 maart 1948 pleegde Maria Lazar zelfdoding in Stockholm en zij werd 52 jaar. Zij had een ongeneeslijke botziekte. Frida had een heftige relatie met de schrijver Werner von Oestern, die zij twee keer dreigde dood te schieten. Karin vertaalde Frida's werk in het Zweeds. Vanwege het Hitler-regime regelde Karin dat jij naar Stockholm ging. Hiervoor had jij een schijnhuwelijk met een Zweedse man (Edman), zodat jij het Zweedse staatsburgerschap kreeg. In 1934 ging jij met Karin samenwonen. Destijds was homoseksualiteit nog een misdaad in Zweden.
Jij woonde zeven jaar samen met Karin in het appartement op Skeppargatan 102 op Gärdet in Stockholm. Op Skeppargatan 60 stond de buurtbioscoop Fagel Bla (Bird Blue), ontworpen door Jozef Östlihn, op nr 42 zat de Hedvig Eleonora School en op nr. 64 stond de Falkmanska villan van de industrieel Oscar Falkman van het metaalbedrijf Boliden AB. Oscar's moeder Augusta Reuterswärd was van adel en zijn vrouw Karin Wallenberg kwam uit een vooraanstaand bankiersgeslacht. Al in 1934 noemde Karin jou 'mijn vrouw' in een brief aan haar goede vriend, de dichter/toneelschrijver/domineeszoon Ebbe Linde. Ebbe schreef het gedicht 'Dead Comrade' voor karin. Jij ging naar de Birkagarden Folk High School aan Karlbergsvägen 86, waar jij een opleiding tot de kinderopvang volgde. Later gaf jij les aan boekbinders. Jij had een heel andere persoonlijkheid dan Karin en er waren nogal eens wat relatieproblemen, maar de sterke liefdesband bleef intact. Na een moeilijke relatieperiode ging jij in september 1934 naar Berlijn terug. Na drie maanden, waarin jij ook een tijd ziek was, ging jij naar Karin terug, die aan haar autobiografische roman 'Kris' had gewerkt. Karin schreef aan Ebbe Linde, dat haar relatiecrisis met jou was opgelost.
Karin's familie leek de lesbische aard van Karin te accepteren, maar zij hebben jou afgekeurd. Volgens Karin's biografe Margit Ulrika Abenius was jij 'niet intellectueel of intelligent' en had jij 'helemaal geen spirituele middelen die zich zelfs maar in de verte met Karin konden meten'. Margit kende Karin vanaf haar studententijd in Uppsala. Margit leed aan een chronische depressie en slapeloosheid. In 1936 overleed Karin's moeder, die tijdens een ondervraging door de Gestapo een hartaanval kreeg en 62 of 63 jaar werd. Op 23 april 1941 pleegde Karin zelfdoding met een overdosis slaappillen in de buurt Nolby in Alingsas. Op 27 april 1941 werd het ontzielde lichaam van Karin op een berg bij Bolltorp gevonden. Zij lag opgerold, als in de foetushouding, bij een grote rotssteen. Dat was een uitkijkpunt, waar ze eerder met Anita Nathorst was geweest. Karin was in Alingsas om haar vriendin Anita, die aan kanker leed, te helpen. Karin werd 40 jaar en zij is in de ÖstraKyrkogard in Göteborg begraven. Kort na Karin's overlijden heeft haar familie de brieven van Karin en jou verbrand. De actrice Pia Garde schreef, dat Karin's moeder Signe een spiritualiste was, die beweerde, dat Karin haar de opdracht had gegeven om alle brieven en gedichten, die karin aan jou had geschreven, te vernietigen.
Op 30 mei 1941 pleegde jij zelfdoding door lichtgasvergiftiging met een gasfornuis in Stockholm. Jij werd nog naar het Serafimer-ziekenhuis op Kungsholmen gebracht, maar dat mocht niet meer baten. Jij werd 29 jaar en jij bent in het Norra crematorium gecremeerd, waarna jouw as in de Norra begravningsplatsen is begraven. Anita overleed op 19 augustus 1941. Zij werd 47 jaar en zij is in de Uppsala Oude Begraafplaats begraven, net als St Dag Hammarskjöld. Sinds 2011 hangt het gedichtje 'Till dig', wat Karin voor jou schreef, op het huis op Skeppargatan 102 in Stockholm.
Till dig
Du min förtvivlan och min kraft,
du tog allt eget liv jag haft,
och därför att du krävde allt
gav du tillbaka tusenfalt.
Voor jou
Jij mijn wanhoop en mijn kracht,
jij pakte al het leven dat ik had,
en omdat jij alles verlangde
gaf jij het in duizendvoud terug.
Karin Doye
26 april 2022
Geplaatst in de categorie: idool