Een artistieke dame van veel onzichtbaar belang

(voor Mathilde Kindt (1833 - 1886))

Jij bent geboren als Mathilda Anaïs Jules Kindt op 16 juni 1833 in Brussel. Jouw ouders waren de Brusselse senator Jules Herman Kindt en Aminthe Joséphine Couyère. Jouw vader was ook atheneumleraar in Brussel. Op 19 april 1856 trouwde jij in Sint-Joost-ten-Node met Arthur Victor Ghislain Stevens, geboren op 6 juni 1825 in Brussel. Arthur's opa Willem Jan Stevens was vrederechter in Puurs en adjudant van koning Willem I der Nederlanden tijdens de Slag bij Waterloo op 18 juni 1815. Arthur's ouders waren Jean François Léopold Stevens en Cathérine Victoire Dufoy (1797 - 1875), de dochter van de eigenaar van het chique Café de l'Amitié aan het Koningsplein in Brussel. Zijn vader is geboren op 14 juni 1791 in Brussel en overleden op 19 oktober 1937 in St Josse-ten-Noode. Hij werd 46 jaar. Hij was een ex-officier, die verzot op schilderen was en schilderijen verzamelde, vooral van Théodore Géricault en Eugène Delacroix. Zijn zus was Juliette (1818 - 1835), die 17 jaar werd. Zijn moeder had contact met veel kunstenaars, die in het café kwamen. Na het Brussels atheneum reisde hij veel, vooral naar Parijs, waar zijn oudere broers woonden. Hij was kunsthandelaar, kunstadviseur en kunstcriticus.

Arthur's broer Joseph Edouard Stevens is geboren op 26 november 1819 in Brussel. Hij was een dierenkunstschilder/etser. Zijn andere broer Alfred Emile Leopold Stevens is geboren op 11 mei 1823 in Brussel. Hij was een portret- en genreschilder. Joseph voegde zich in 1854 in Parijs en in 1864 ontmoette hij Charles Baudelaire in Brussel. Charles heeft 'Les Bons Chiens' uit 'Le Spleen de Paris' uit 1869 aan Joseph opgedragen. Joseph was een ware dandy en hij ging elke ochtend in het Bois de Boulogne paardrijden. Hij kon ook goed schermen en schaatsen. Hij kwam vaak aan het Keizerlijk Hof in het Tuilerieënpaleis. Hij werd beschermd door graaf De Nieuwkerke, keizerin Eugénie de Montijo en prinses Mathilde. Hij schilderde apen, paarden, ezels en vooral honden. Alfred was bevriend met Charles Baudelaire, Édouard Manet, Frédéric Bazille en de schrijver Aurélien Scholl, getrouwd met Irène Perkins en de minnaar van de actrice/schrijfster Alexandrine Léonide Leblanc. Alfred trouwde in 1858 met Marie Blanc. Zijn getuigen waren o.a. Eugène Delacroix en Alexandre Dumas fils. Hij had zijn Parijse ateliers op 18, rue Taitbout, op 12, rue Laval, aan de Rue des Martyrs en aan de Rue de Calais. Hij had een schildersatelier voor vrouwen aan de Avenue Frochot, waar Sarah Bernhardt ook kwam, die hij portretteerde. Naast Sarah waren zijn leerlingen Louise Desbordes, Clémence Roth, barones Alix Apolline Louise d'Anethan, Georgette Meunier en Berthe Constance Ursule Art.

Jij kwam rond 1856 in Parijs te wonen en jij schreef onder het pseudoniem Jeanne Thilda voor 'Gil Blas' en 'France'. Arthur en jij kregen samen twee dochters; in 1856 werd Jeanne in Brussel geboren en zij overleed in 1903 in Parijs. Jeanne was getrouwd met de schilder Georges Jean-Baptiste Hebert (Rouen, 1837 - 1904) en op 27 juli 1888 is in Maisons-Laffitte hun zoon Jean Hébert-Stevens geboren, een schilder/meesterglasmaker, die met de schilderes Pauline Peugniez trouwde. Hun oudste dochter was de schilderes Adeline. Jouw tweede dochter is Juliette en zij trouwde met Maurice Mallet, met wie zij op 24 maart 1886 in Parijs de zoon Robert Mallet-Stevens kreeg, een architect/ontwerper. Dat heb jij nog meegemaakt. Maurice was een schilderijenverkoper en hij woonde op 13, rue du Helder. Robert overleed op 8 februari 1945 in Parijs en hij is naast jou begraven. In Parijs had jij van 1856 tot 1886 een literaire salon. Jij ontving o.a.: Guy de Maupassant, Émile Zola, Victor Hugo, Paul Verlaine, Jules-Amédée Barbey d'Aurevilly en Alexandre Dumas. Guy de Maupassant heeft zijn personage Madame Forestier in zijn roman 'Bel-Ami' op jou gebaseerd. Jij was schrijfster, salonnière, dichteres, journaliste en kunstcritica. In 1883 publiceerde jij als Jeanne Thilda 'Pour se damner' en in 1884 'Péchés'.

Arthur adviseerde prins Alexander Michailowitsch Gortschakow, hertog Charles de Morny, groothertogin Marie van Rusland en koning Leopold II. Als Graham werkte hij als criticus voor Le Figaro. Graham is de achternaam van zijn schoonzus Mary Graham, getrouwd met Joseph Édouard. Rond 1862 ben jij in België van Arthur gescheiden. In 1862 publiceerde jij 'Qui et Non des femmes', in 1867 'Madame Sosie' en in 1879 'Les froufrous'. Na de scheiding met Arthur ging Arthur op de Lakenweverstraat 12 in Elsene wonen. In 1871 hertrouwde hij met Elisa Collart, de zus van de schilderes Marie Collart, die door Arthur geadviseerd werd. Marie trouwde in 1871 met de militair Edmond Henrotin, met wie zij in Drogenbos woonde. Arthur wees haar op Millet, Courbet en Corot. Marie is in 1881 benoemd tot Ridder in de Leopoldsorde. Zij woonde aan de huidige Marie Collartstraat op 79, 81 en 83, samengevoegde huizen. Zij overleed in 1911 in Nebida op Sardinië. Zij werd 68 jaar en zij is in het familiegraf Henrotin-Collart op de begraafplaats in Drogenbos begraven. Arthur en Elisa kregen de dochter Suzanne, die met de zakenman Adolphe Stoclet trouwde, de eigenaar/bewoner van het Stocletpaleis uit 1911 aan de Tervurenlaan in Sint-Pieters-Woluwe. In 1859 verscheen 'Impressions d'une femme au Salon de 1859' bij Librairie Nouvelle. In 1863 verscheen 'L'amant de carton' als Mathilde Stev***, portrait photographie, met een foto van jou, leunend met jouw rechterarm op een tafel. Het verscheen bij E. Dentu, libraire-éditeur Palais-Royal, 17-19, galerie d'Orléans. Op de foto draag jij een jurk van een dikke stof en met pofmouwen en knoopjes van voren. Jij hebt een zeer lief en edel gelaat.

Jij overleed om 2 uur op 17 mei 1886 op 18, rue Blanche in Parijs. Dat ligt tegenover het huidige Théâtre de Paris uit 1891 op nr. 15 en het huidige Hotel de Chowdens uit 1901 op nr. 21. Op nr. 72 werd op 6 april 1884 de schilderes Juliette Fauchot-Baillion geboren. Jij werd 52 jaar en jij bent in de Cimetière de Passy op 2, rue du Commandant-Schloesing begraven.