Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

De heilige, witte heks van Litouwen met haar toverpen

(voor Marija Peckauskaite (1877 - 1930))

Jij bent geboren op 8 maart 1877 in het landhuis Medingenai in Rietavo, Litouwen, aan de rivier de Minija. Jouw moeder was Stanislava Siukstaite. Tot jouw 10-de woonde jij in het landhuis Labunava, 10 kilometer vanaf Uzventis. Jouw vader Anupras Peckauskai en jouw moeder waren verlichte landadel. Er was een gigantische bibliotheek in het huis van jouw ouders, met een aantal oude boeken en veel schilderijen uit de familie Siukstai. Jij was de oudste dochter en jouw zus was Sofia. Jullie broers Stefanus en Vincas waren doodgeboren. Jij kreeg les van de huisleraressen Juzefa Sumorok en Cecilia Sondecka. Jij volgde een lagere schoolcursus bij de thuislerares Sofia Sventozecka, een gouvernante uit Warschau. In 1891 heb jij jezelf voorbereid op de examens voor het St. Catherine's Gymnasium in Sint Petersburg. In 1891 werd de schrijver/regisseur Povilas Visinskis bij jullie thuis uitgenodigd om jouw broer Stephen te helpen bij de voorbereiding van het gymnasium. Povilas was toen al betrokken bij de Litouwse Nationale Beweging. Hij moedigde jou aan om bij te dragen aan de bevordering van het Litouws-zijn. Jij begon Litouws te leren en jij bleef dat spreken.

Povilas is geboren op 28 juni 1875 in Usnenai. Zijn geboortehuis is nu een museum. De schrijfster Julija Beniuseviciute-Tagantiene woonde en schreef daarnaast. Gestimuleerd door Povilas schreef zij in 1894 haar eerste, korte verhaal 'Herfstavond'. Er volgden nog zo'n 353. Zij overleed op 7 december 1921 in Marijampole en zij werd 76 jaar. Povilas was getrouwd met Juzefa Mikuckaite en hij overleed op 23 april 1906 in Berlijn door tuberculose. Hij werd 30 jaar en hij is in de Rasai-begraafplaats in Vilnius begraven. In 1892 slaagde jij voor de examens voor de derde klas. Jouw gezondheid verslechterde en na een half jaar ging jij naar huis terug, waar jij de gymnasiumopleiding privé voortzette. In de late herfst van 1894 kwam de jonge priester Casimir Bukant naar Uzventis, waar jouw familie toen woonde. De familie Bukantai was al lange tijd met jouw familie vertrouwd. In 1896 begon jij korte verhalen in de Litouwse tijdschriften te publiceren en verscheen jouw eerste boek 'Gevlekte foto's'. Jij publiceerde eerst o.a. in de maandelijkse kranten 'Varpas' en 'Ukininkas'. Gabriele Petkevicaite-Bite en Sofija Psibiliauskiene schreven daar ook voor. De zus van Sofija Marija Lastauskiene eveneens. Het gedeelde pseudoniem van Sofija en Marija was Lazdynu Peleda (Hazelaaruil). In 1896 ging jij naar imkercursussen in Warschau. Daar had jij later op een boerderij in Zidikai, waar jij vanaf 1915 woonde, veel profijt van. In 1923 waren de inwoners van Zidikai voor 89% Joods.

Jouw pseudoniem was Satrijos Ragana (Heks van Satrija). Volgens een legende was de heuvel (het heuvelfort) Satrija de plaats van de heksensabbat van Samogitië. Jij maakte een reis naar de heuvel Satrija (Shatriya). De priester/schrijver Juozas Tumas-Vaizgantas reisde met jou mee. Povilas noemde jou een heks, vanwege jouw zwarte haar en jouw grote, zwarte ogen. De inwoners van Zidikai noemden jou een heks, omdat alleen de heks vier talen sprak en medicijnen kon maken. In 1898 verschenen 'Eerste kus' en 'Waarom ben je niet hier?'. In 1898 overleed jouw vader en was het gezin zonder geld voor het levensonderhoud. Het landhuis Labunava had schulden en het was aan de bank verpand. Jij schreef: Over het algemeen is ons hele gezin niet geschikt voor het praktische leven.'. Jij gaf les in de herenhuizen, net als de andere kinderen. In 1900 verscheen 'In het westen zijn de zonsondergangen al uitgegaan', in 1903 'Herfstdag' en 'Bevoorrading' en in 1904 'Uit de verhalen van de dokter' en 'Memoires van broeder Stephen'. In 1905-1907 was jij in Zwitserland en luisterde jij naar de lezingen over ethiek en pedagogie van de universiteiten van Zürich en Fribourg. Jij bewonderde de lezingen van de filosoof Friedrich Wilhelm Foerster (1869 - 1966), van wie jij later diverse werken in het Litouws vertaalde. Jij bewonderde zijn lezingen over de opvoeding van een jonge vrouw. In 1906 verschenen 'Stenen lier', 'De onderbroken idylle' en 'Ongelukkige Maria'. In 1907 verscheen 'Over het moederland'.

In 1907 verhuisde jij naar de Pavandenes dvaras, een herenhuis nabij Pavandene en het paleis van de familie Sakelial. Jij gaf daar les aan negen kinderen. Jouw leerlinge Gabriele Sakelyte werd een levenslange vriendin. Jouw invloed heeft haar mentaliteit snel veranderd. Zij werd een arts en zij verspreidde Litouwse boeken. In de afgelegen steden deed zij aan liefdadigheid. In 1908 verscheen 'Adomiene'. In 1909 werd jij lerares aan het pro-gymnasium voor meisjes 'Ziburis' in Marijampole, opgericht in 1907 en geleid door de priester Motiejus Gustaitis, die zijn werk aan jou overdroeg, waardoor jij het echte hoofd was. Motiejus was ook een symbolistische dichter en vertaler. Hij overleed op 23 december 1927 in Lazdijai en hij werd 57 jaar. In 1914 verhuisde het gymnasium naar Trakai en in mei 1915 naar Voronezh. Vanwege jouw gezondheidstoestand aarzelde jij om naar Voronezh te gaan. Jij ging naar Zidikai, net als jouw moeder, jouw zus Sofia en de priester Casimir Bukant. In Zidikai was jij ook lerares en jij promootte de geheelonthouding. Jij organiseerde een jeugdkoor en jij deed aan liefdadigheidswerk. Door de materiële steun van Casimir kon jij jouw literaire activiteiten voortzetten. In 1920 verscheen 'De broek' en in 1922 'In een oud herenhuis', geschreven in het landhuis van Uzventis, wat in 1887-1898 door jouw ouders gehuurd was. Van 1912 tot 1942 woonde de bankier Jonas Smilgevicius er.

Tenslotte keerde jij naar de pedagogiek terug. In 1924 verscheen 'De tragedie van Irka', in 1925 'Het blauwe meisje' en in 1926 'Moeder is een leermeesteres'. Jij ging nog op excursie naar Riga en op 5 oktober 1928 werd jij eredoctor van de Vytautas Magnus Universiteit in Kaunas voor jouw pedagogisch onderzoek. Vlak voor jouw overlijden ben jij door Gabriele Sakelyte verpleegd. Jij lag zes weken in het Kaunas Militair Hospitaal. Jij bent op 24 juli 1930 in Zidikai overleden. Jij werd 53 jaar en jij bent in de St. Ignatius van Zidikai herbegraven, in de Ona kapel, net als jouw moeder. Deze herbegrafenis werd door Juozas Tumas-Vaizgantas geleid. Bij jouw eerste graf op de begraafplaats van Zidikai zei pastoor Mark van Pikeliai: 'Vandaag hebben wij de heilige hier begraven...'. Bij het altaar in de kapel van de St. Ignatius staat ook een marmeren sculptuur van jou, tegenover een sculptuur van de Maagd Maria met het Kind Jezus.

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
28 mei 2024


Geplaatst in de categorie: idool

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 39



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)