Nina Bouraoui in een notendop
Jij bent geboren als Yasmina (Nina) Bouraoui op 31 juli 1967 in Rennes, Ille-et-Vilaine. Jouw vader is Rachid Bouraoui, een hoge, Algerijnse, internationale ambtenaar. Hij komt uit de badplaats Jijel. Jouw moeder is de iconografe Maryvonne Henry uit Bretagne. Jouw ouders ontmoetten elkaar in 1960 in Rennes, toen ze studeerden. De broer van jouw vader was vermoord en jouw vader wilde ook voor de Algerijnse onafhankelijkheid vechten, maar hij werd als briljante student naar Vannes gestuurd om verder te studeren. Hij behaalde zijn doctoraat aan de Faculteit Economie in Rennes. De ouders van jouw moeder waren kaakchirurgen en jouw moeder studeerde rechten. Jouw ouders zijn in 1962 in Rennes getrouwd, ondanks het verzet van de ouders van jouw moeder. Jij hebt een oudere zus.
Jij was een gereserveerd kind, een beetje wild en sportief. Je deed aan tennis. Tot jouw 14-de woonde jij in Algiers, Algerije, en daarna in Zürich, Abu Dhabi (Verenigde Arabische Emiraten) en Parijs. Na jouw baccalaureaat studeerde jij filosofie en rechten in Parijs. Jouw autofictieve romans zijn meestal in de ik-vorm geschreven, behalve 'Avant les hommes' uit 2007, die een mannelijke verteller heeft, net als 'Le Bal des Murènes' uit 1996. Jouw werk is beïnvloed door het werk van Marguerite Duras, geboren als Marguerite Germaine Marie Donnadieu op 4 april 1914 in Gia Dinh (Ho Chi Minhstad) in Frans Indochina (Vietnam). Marguerite was vanaf 1939 met de schrijver Robert Antelme getrouwd en op 1 juli 1941 werd Robert gearresteerd en naar de concentratiekampen Buchenwald, Gandersheim en Dachau gestuurd. In 1942 overleed hun kind tijdens de geboorte. In 1942 werd de schrijver Dionys Mascolo haar minnaar. Na de oorlog heeft François Mitterrand Robert aangetroffen. Robert woog 38 kilo en Marguerite heeft hem verzorgd. Na zijn herstel, in 1947, scheidde zij van hem en bleven zij bevriend. Zij trouwde met Dionys, met wie zij in 1947 de zoon Jean kreeg.
Marguerite overleed op 3 maart 1996 in Parijs. Zij had ook een relatie met de homoseksuele auteur Yann Andréa, die haar hielp met haar gezondheidsproblemen door alcoholisme. Marguerite is begraven in de begraafplaats Montparnasse. Yann Andréa (1952 - 2014), die 38 jaar jonger was dan haar, is bij haar begraven. Jij bent verder door vele, andere kunstenaars beïnvloed. Hun werken en biografieën zijn in jouw romans terug te vinden, verwerkt. Het beste voorbeeld is 'Mes Mauvaises Pensées' uit 2005, met verwijzingen naar de homoseksuele schrijver/fotograaf Hervé Guibert, die op zijn 36-ste door aids overleed, nadat hij twee weken eerder met digoxine zelfdoding probeerde te plegen. Hervé was een vriend/minnaar van de filosoof/historicus Paul-Michel Foucault, die ook door aids overleed. Ook met verwijzingen naar de schrijfster Annie Thérèse Blanche Duchesne, die in 2022 de Nobelprijs voor de Literatuur ontving, de filmmaker/artiest David Keith Lynch, de biseksuele architecte/meubelontwerpster Kathleen Eileen Moray Smith, die een liefdesrelatie met de zangeres/actrice Marie-Louise Damien had, en de lesbische schrijfster Violette Leduc, die in 1955 bij Gallimard 'Ravages' publiceerde. Gallimard censureerde de eerste 150 pagina's, maar dat werd in 1966 als de novelle 'Thérèse et Isabelle' alsnog uitgebracht.
Jouw belangrijkste thema's zijn o.a.: vragen over identiteit, verlangen, (collectief) geheugen, schrijven, jeugd en celebritycultuur. Op 1 maart 1991 verscheen jouw debuutroman 'La Voyeuse interdite' bij Gallimard, wat de Inter Book Prize won. In 1992 verscheen 'Poing mort' (102 blz.), in 1998 'L'Âge blessé', in 1999 'Le Jour du séisme' en in 2000 'Garçon manqué'. Jij bent openlijk lesbisch en enkele romans van jou gaan over homoseksuele verlangens of liefdes. Jij schaamt jezelf om over jouw intimiteit te praten, daarom doe jij het via 'de vervormende sluier van het schrijven'. Jij strijdt actief voor de LGBTIQA+-rechten en jij schreef een column in het kwartaalblad 'Têtu'. Jij deed mee met het collectieve werk 'Les Lucioles' ten bate van 'Le Refuge'. Jouw oeuvre vormt een liefdesbouwwerk, wat licht werpt op de eenzaamheid van met name de meest kwetsbare, homoseksuele tieners. In 2005 won jij de Renaudot-prijs voor 'Mes Mauvais Pensées', een eerbetoon en liefdesverklaring aan de schrijver/journalist Hervé Guibert, die op 27 december 1991 in het Antoine-Béclère-ziekenhuis in Clamart overleed door de gevolgen van zijn zelfvergiftiging. Na zijn zelfdoding werd hij in Rio nell'Elba begraven. Zijn meest hechte vriend Thierry Jouno overleed op 14 juli 1992. Hij had ook aids.
De literatuurwetenschapper Belgacem Belarbi ziet in jouw autofictionele schrijven een vorm van deconstructie van het verleden om een proces van binnenkomen aan te gaan en de bron van jouw lesbisch-zijn te zoeken in het verhaal van jouw jeugd. Op jouw 25-ste heb jij Marguerite Duras en Yann Andréa ontmoet. In 'Appelez-moi par mon prènom' uit 2008 verwijs jij naar de relatie tussen Marguerite en Yann, als een eerbetoon. In 2002 verscheen 'La Vie heureuse', in 2004 'Poupée Bella', in 2010 'Nos baisers sont des adieux', in 2011 'Sauvage', in 2014 'Standard', in 2016 'Beaux rivages', in 2018 'Tout les hommes désirent naturellement savoir', in 2020 'Otages', waarvoor je de Prix Anaïs Nin kreeg, in 2021 'Satisfaction' en in 2024 'Grand Seigneur', een eerbetoon voor jouw overleden vader, en het verzamelde werk 'Le désir d'un roman sans fin'. Jij schreef liedteksten voor de poprockband Les Valentins, Céline Dion, Pierre Garand en Annie Yvonne Jeanne Gisèle Chancel. Er is een moment in jouw leven geweest, waarop jij even wat langer naar mijn gezicht hebt gekeken, toen jij besloot mijn Facebook-vriendin te worden. In een flits verenigd. Kicken.
24 september 2024
Geplaatst in de categorie: idool