Bij 'Visjes' van Joost Willem Oomen
De ondertitel van dit hoogst vermakelijke boek uit 2022 luidt 'Een avontuur op Salina'. Het is geschreven in de Corona-tijd en dat is goed merkbaar, want Joost bevindt zich in quarantaine op het vulkaaneiland Salina, dat vlakbij Sicilië en de Stromboli ligt.
Joost wil bewijzen dat de vissen van Salina van poëzie houden. Hij wil een vis vangen met een gedicht en hij schakelt de officiële hulp van de burgemeester van Santa Marina in. Hij verblijft in de kunstenaarsresidentie boven de boekhandel van Santa Marina. Hij is er samen met zijn vriendinnen, de fotografen José Witteveen en Mirka Farabegoli. Hun lokale vriendin Marta (Lytse Bliksem) brengt hen eten en wijn. Marta is de beste vriendin van Elettra. Elettra en haar moeder Antonella zijn de eigenaars van de kunstenaarsresidentie en de boekhandel. Ze kunnen de Stromboli zien, het eiland Lipari en soms zelfs Sicilië met de Etna. Er is een speciaal kattenpleintje en zodra ze uit de quarantaine mogen, lopen ze via het testcentrum (ze hebben geen corona!) naar Malfa, het grootste dorp van het eiland.
Joost denkt aan 'Fisches Nachtgesang' van Christian Morgenstern om een vis mee te vangen, wat hem toch niet zo handig lijkt, en hij vindt een venkelplanthengel. Een marinefregat komt vaccins brengen. Joost koopt een roze snorkel en een duikbril met een roze rand. Tegen de verkoopster zegt hij: 'Ik ga een vis vangen met een gedicht. Ik wil weten van wat voor poëzie ze houden.' De schrijver Ettore Benforte schenkt pompelmoeslimonade op zijn terras. Hij heeft de dichters Violino, Vittorio Panto en Nicola Chaldirwan nog gekend. Joost noemt de junk Alberto 'de grootste kunstenaar', die in een trip wellicht een gedicht aan de kattenpleinkatten voorleest. Marta vrijt soms op verlaten strandjes met een visserman en een bruut, die vier tanden en een bierbuik heeft en die Joost foto's van naaktmodellen laat zien, terwijl hij met lodderige, uitdagende oogjes naar Joost en Marta kijkt. Hij vraagt of Joost te veel wiet heeft gerookt. Joost springt in de zee en hij draagt gedichten voor aan de vissen. Hij citeert Johnny the Selfkicker, Paul Snoek, Fritzi Harmsen van Beek, Hugo Claus, Lucebert en Vasalis. Tenslotte gebruikt hij een eigen gedicht met de zin 'Ik ben een heel klein kurkje, je moet mij redden'.
Er is een mooie foto van Joost met de wilde, aantrekkelijke Marta en haar minnaar op de boot. Ook een foto, waarop Joost met de vissen praat. In de boekhandel onder hun verblijf is Antonella de bazin, die Joost een filmpje over de Mattanza laat zien, een duizendjarige traditie van tonijnvangst op en rond Sicilië, die door de commerciële visvangst is verdwenen. Er is een foto van de treurig kijkende Antonella. Op het eiland Alicudi ontmoeten de drie avonturiers de gastvrije 'kabouter' Barbarossa, Silvio en zijn vrouw, Sigmund en Hannelore, die bovenop een berg wonen. Ze mogen uitgebreid met hen mee eten. Op Salina staan overal kleine hokjes met Moeder Maria erin. Joost denkt dat Zij het veel te warm heeft om ons te redden. Dat weerhoudt hem er echter niet van om 'O Maria, red mij, want vannacht ben ik dronken en gelukkig!' te bidden, terwijl zij met enkele garnalenvissers 5 flessen gin opdrinken en een joint roken. Burgemeester Domenico Arabia schenkt Joost een visvergunning. Hij mag voor eeuwig met poëzie in de wateren rond Salina vissen. Het lok- en visgedicht van Joost gaat zo:
goedemorgen visjes
zeg ik tegen
zwarte visjes
die naar bliksem
in de nacht ruiken
en voorzichtig aan
mijn vingers likken
word de
goedemorgenzwartevis, vis
zeg ik tegen alle vissen
laat de zee-egels
achter in de windzee
en neem zilver in je mond
hap naar
een vreemde zon
kom
Dit schreef Joost op een stukje stof uit de residentie, waar hij twee zwarte papierklemmetjes aan vastmaakte, zodat het gedicht in het water rechtop hing en niet dreef of ineen frummelde, zodat alle vissen het goed konden lezen. Joost laat Elettra ook vissen met poëzie. Zijn komische ondertoon werkt verfrissend. In een brief aan de burgemeester schrijft Joost: 'Helaas, ik heb geen vis gevangen' en 'het niet direct slagen van mijn opzet voorzag u, wijze burgervader, natuurlijk allang. U heeft mij niet voor niets een visvergunning gegeven die voor eeuwig geldig is' en 'Als ik geen schrijver in Nederland was geweest, was ik misschien wel boer, visser of duikbrilverkoper op uw eiland geworden. Of burgemeester, dat lijkt mij verreweg de fijnste baan.'
13 augustus 2025
Geplaatst in de categorie: humor