Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

DE KERSTSTAL

Luidens de traditie bouwde Franciscus van Assisi als eerste een kerststal in een kerk. Hij wilde de gelovigen de geboorte van de Heer écht tonen en hen aldus een grotere devotie voor Christus bijbrengen. Dat gebeurde op Kerstmis 1223 in Greccio, waar de heilige als kluizenaar verbleef. Historici vermoeden evenwel dat het plaatsen van een kribbe een nog oudere traditie is, wellicht al uit de vijfde eeuw.

Vanaf de zeventiende eeuw verschenen de kerststallen ook in de familiekring. Het plaatsen van een stal was en is kenmerkend voor katholieke streken. Toen tijdens de Franse Revolutie het kerstfeest werd afgeschaft, won het plaatsen van een stal aan populariteit onder de katholieke bevolking. Het was een teken van verzet.

Met de missionering vond de kerststal ook zijn weg naar andere continenten. In elke cultuur kreeg ze een ander uiterlijk. In de Fillipijnen is de stal van bamboe en het Kerstkind bruin, Jozef en Maria zijn blank. In Afrika is het meestal een hut van stro, de beeldjes zijn niet van gips, maar gesneden uit ebbenhout.Wij zagen eens een Afrikaanse Maria met een kindje op de rug gebonden.

Katholieken van de oosterse ritus (orthodox) kennen wel de stal maar gebruiken geen beeldjes. Centraal in de kerk staat een stal met de feesticoon van de Geboorte, elk feest heeft daar zijn eigen icoon.

Sommige culturen plaatsen een massa andere figuurtjes bij de kerststal, vaak allerlei dieren of mensen in klederdracht. Soms worden er offers tot bij de kribbe gebracht: in de stal van de Afrikanen voeren twee mannen een jachttrofee aan.

Centraal in de stal (in sommige culturen de grot) ligt de pasgeboren Jezus in de kribbe; een voederbak (Lucas 2, 7) die dienst doet als wieg. Enerzijds drukt het de armoede uit waarin Gods Zoon ter wereld komt, anderzijds verwijst de voederbak naar Christus die zich aan de mensen aanbiedt als (geestelijk) voedsel. Aldus is de kribbe een voorafbeelding van de eucharistie.

Lucas vertelt dat Maria het kindje “in een doek” wikkelde. Het kindje is meestal naakt op een lendedoek na en houdt de armpjes open. Hij wil ons omarmen, maar het is ook een verwijzing naar de zelfgave op het kruis. Soms draagt het kindje een lang wit kleed, een Bijbelse knipoog naar het verhaal van de gedaanteverandering op de berg, waar Jezus als Gods zoon wordt geopenbaard (Marcus 9, 3)

Geen kerststal zonder os en ezel. Hun aanwezigheid berust op een vers uit Jesaja (1, 3):”Een rund herkent zijn meester, een ezel kent zijn voederbak, maar Israël mist elk inzicht, mijn volk leeft in onwetendheid.” De herders komen voor in Lucas’ kerstverhaal. Ze staan voor de Bijbelse ANAWIN, de armen en de nederigen van hart aan wie de komst van God het eerst verkondigd wordt, en wel door engelen. Die kregen ook hun stek, meestal zweven ze boven de stal.

Vaste klanten zijn de drie wijzen (vergeet de term koningen) en de ster die ze volgden tot Betlehem. In de zevende eeuw kregen zij de namen Gaspard, Melchior en Balthazar. De traditie beeldt hen uit als Westerling, Aziaat en Afrikaan. Ze dragen drie geschenken met zich mee: Goud is het metaal van koningen, wierook wordt gebrand in de tempel ter ere van God, mirre dient om een dode te balsemen.


In het feestgedruis dreigt het belangerijkste aspect van de kerststal verloren te gaan: het is er namelijk stil.
Maria en Jozef knielen in stille aanbidding neer bij de kribbe!

Schrijver: Toon Oscaer, 20 december 2006


Geplaatst in de categorie: kerstmis

3.6 met 9 stemmen 1.545



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)