Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Gij die hier binnentreedt...

Eerder toevallig kwamen we terecht in Oradour-sur-Glane. Het werd in een plaatselijke brochure omschreven als een openlucht monument,dat bezocht kon worden vanuit Sardent met een ezelskar. Wij hadden er nog nooit van gehoord en reden op eigen kracht naar Oradour.

Intussen hadden we de brochure wat beter bestudeerd en zo leerden we dat Oradour tijdens de tweede wereldoorlog, op 10 juni 1944, volledig werd uitgemoord door een SS-divisie, wat resulteerde in de schokkende balans van 642 slachtoffers. Hierbij werd geen onderscheid gemaakt tussen mannen, vrouwen, kinderen, zuigelingen of bejaarden. Ook naar de precieze aanleiding voor deze daad was het koffiedik kijken. Men vermoedt dat een combinatie van factoren, waarvan o.a. D-day en het (onbewezen) verzet, de aanleiding van deze waanzin waren… .

We vonden het een ongerijmde combinatie. Met een ezelskar naar deze, met bloed doordrenkte, vol sinistere herinneringen hangende plaats sjokken. Een ludieke tocht naar de hel… .

We gingen via de sinistere, indrukwekkende ingang, die geflankeerd werd door enorme verroeste ijzeren platen, het ondergrondse museum in, dat toegang gaf tot het dorp. Het dorp was immers sinds die onvoorstelbare dag in de staat gelaten waarin het door de Duitsers werd achtergelaten, als een waarschuwende getuigenis.

Het dorp had in lichterlaaie gestaan. Groepjes mannen werden in verschillende schuren ondergebracht, waarna ze doorzeefd werden met mitrailleurvuur. Daarna werden de schuren in brand gestoken.

Er zijn haast geen daken meer te bespeuren. Auto’s, intussen volledig verroest, staan nog in de garage. Tegen de gevel van de garagist kan men zien dat hij Renault’s repareerde. Bij de smid ligt een stapel verwrongen ijzer op een hoop. Verroest, en al wat niet ijzer was, door de hitte weggesmolten of opgebrand. In de binnenmuren van de dakloze kerk waar de vrouwen en kinderen werden opgesloten: kogelgaten met schuine inslag.
Een moedeloosheid bekruipt me. Geen woede, geen opstand. Neen, onvermogen tot begrijpen, zelfs de vraag ‘Waarom?’ lijkt zinloos hier.

Geen weldenkend mens, denken wij, is tot zoiets in staat, en toch zien we het iedere dag. Hoe goed kennen wij onszelf vooraleer we anderen mogen veroordelen? Wie durft de hand in eigen boezem steken en met stellige zekerheid zeggen dat hij zoiets NOOIT zou kunnen doen? ‘Mens ken uzelve’ was niet zomaar een loze kreet in de oudheid. Het mens-zijn, de eigen kern wordt hier naakt ter discussie gesteld. Misschien zouden we beter wat gezonde schrik moeten hebben van onszelf… .

"GIJ DIE HIER BINNENTREEDT, LAAT ALLE HOOP VAREN…"

Ik werd uit mijn onverkwikkelijke afdaling in mezelf opgeschrikt door het verre gebalk van een ezel. Ik dacht terug aan de advertentie met de ezelstocht. Misschien dat het ludiek was, ja, en dat zulk een uitstapje naar een beladen plek als deze ongepast leek. Maar ik dacht plots aan de ezel. Had een ezel niet ooit een koning op zijn rug gedragen? Dat zal ook wel niet ludiek bedoeld zijn… . De gedachte aan een god, eender welke, maakte me ongemakkelijk.

De onwezenlijke stilte in het spookdorp werd doorbroken door gezang van vogels en het gezoem van insecten. Ondanks alles bleef de natuur zijn onveranderlijke zelf. Ik wist dat op die bewuste dag ook vogels zongen, spechten zochten naar insecten, de koekoek zijn roep liet horen. Ongeacht of er die dag meer dan 600 mensen werden vermoord. Ik wist dat er die dag kersen hingen te rijpen aan de bomen, dat de rozen in volle bloei stonden en dat ze gewoon doorgingen met groeien en geuren, ongeacht of er op dat moment het absolute kwaad in hun midden vertoefde. Het was teveel. Ik reikte mijn vrouw de hand en stilletjes zijn we er vanonder gemuisd.

Onderweg kwamen we zulk een ezelskar tegen. Het lastdier vorderde traag over de verharde weg. Er zaten enkele mensen in de kar. Op hun gezichten zag ik dat ze zich welbewust waren van het drama waar ze naartoe gingen. Het was alsof de rustige tocht hen ruim de kans gaf zich mentaal voor te bereiden op wat ze te zien kregen.

Er was geen ongerijmdheid in de ezelstocht en de eindbestemming ervan. Het was logisch. Toen we de ezel passeerden schudde hij even met zijn kop. Deze ezel ging keer op keer terug, als wilde ie zich duizend keer aan dezelfde steen stoten, zich ervan vergewissen dat wat ie zag, écht was gebeurd. Even wou ik dat we net zo koppig als die ezel konden zijn.
Ik knikte terug.

Schrijver: Marc Kerkhofs, 21 mei 2007


Geplaatst in de categorie: oorlog

3.6 met 8 stemmen 2.099



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)