Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Hekserij in Europa: feiten en achtergronden. Slot.

DE MAGIE

Een originele opvatting over magie werd naar voren gebracht door Marcel Mauss: het is een maatschappelijk verschijnsel, dat vergeleken kan worden met religie en wetenschap. I.t.t. de religie heeft de magie echter géén abstract, maar een concreet doel, bv. het beschadigen van andermans eigendommen. I.t.t. de wetenschap gebruikt de magie geen rationele manier van denken. Met woorden en gebaren probeert ze dezelfde doelen na te streven als de techniek d.m.v. arbeid.

De voorstellingen, die men zich maakt van magische praktijken, worden door alle leden van een gemeenschap gedeeld. Het magische ritueel is daarbij een sociaal gebeuren, omdat het individu dat er gebruik van maakt zich daarmee probeert te verzetten tegen zijn omgeving, meestal uit machteloosheid om zich op een andere manier teweer te stellen. Seksuele frustraties spelen daarbij ook een rol.

Dit model laat zich ook goed toepassen op de plaatselijke situatie in Wasterkingen. Machteloosheid t.o.v. de eisen van de omgeving vormt vaak de reden om allerlei vormen van magie uit te proberen. Dat er verschillende magische rituelen in zwang waren lijdt overigens geen twijfel. Genoemd worden o.a. het 'Lachsnen' en het 'Bräucken'. In feite zijn dat vormen van witte magie die tegen de schadelijke effecten van zwarte magie worden ingezet.

Uit de verhoren blijkt ook dat zwarte magie met name wordt gebruikt door gedesillusioneerde figuren, die lijden aan contactarmoede of gebukt gaan onder benarde economische omstandigheden; ook zijn zij vaak seksueel totaal gefrustreerd.

DE ERVARINGSWERELD

I.t.t. wat in populaire werkjes vaak wordt beweerd, zijn de opvattingen over seksualiteit van het conservatieve Zwingliaanse protestantisme nauwelijks verantwoordelijk voor het feit, dat velen zich seksueel onbevredigd voelden. Integendeel: de plaatselijke dominees namen een erg pragmatische houding aan in dit soort kwesties. Buitenechtelijke verhoudingen werden getolereerd, mits ze maar niet te veel overlast veroorzaakten. De mensen leefden bovendien zó dicht op elkaar, dat ze af en toe wel 'es een oogje dicht moesten knijpen. Zo sliepen bv. meestal 3 of 4 mensen in één bed: de leefruimte was erg klein.

Uit de procesakten blijkt verder, dat seksuele contacten met de duivel op ongeveer dezelfde manier worden beschreven als seksuele contacten met dorpsgenoten.
Verschillende verklaringen zijn daarvoor mogelijk. Ze hebben veel te maken met de woon- en leefsituatie van de bevolking.
1. De bevolkingsopbouw is erg onevenwichtig; er waren veel alleenstaanden en één-ouder-gezinnen. De 'heksen' waren ook vaak alleenstaand of moesten leven met een zeer slecht huwelijk.
2. Verkrachting moet in die tijd in plaatsjes als Wasterkingen veel zijn voorgekomen. De aangeklaagde vrouwen beschrijven de duivel als iemand, die hen tegen hun zin onder handen neemt.
3. Er zijn ook aanwijzingen, dat zelfbevrediging wel als seksuele omgang met de duivel werd gezien. Sommigen geloofden nl. dat de duivel bij deze praktijken zelf niet kon worden waargenomen...
4. Volgens locaal gebruik vierde men de Silvesternacht in kleine kring in een schuur of huiskamer. Op zo'n avond kwam altijd een in het bruin of zwart geklede man binnen, die zijn gezicht met roet had ingesmeerd. Nadat hij een dansje had gemaakt met de aanwezige vrouwen verdween hij weer even geheimzinnig als hij gekomen was. De getuigenverklaringen doen vermoeden, dat men de viering van dit feest voor geheimzinnige bijeenkomsten met de duivel had aangezien. Dit feest was al vóór 1701 verboden.
5. Ook het dansen was verboden: men beschouwde het als een uitvinding van de duivel (!). Soms gebeurde het stiekem. Paranoïde omstanders of gluurders meenden dan een heksensabbat te hebben gezien.
6. Alles wat men niet begreep of buiten het normale verwachtingspatroon viel, vormde een potentiële bedreiging: het magische vulde de lacunes in de kennis op. Werkelijkheid en fantasie gingen naadloos in elkaar over.

Je kunt je afvragen welke plaats God en de door de kerk beleden religie in deze ervaringswereld nog konden innemen. Uit de antwoorden, die verdachten geven op geloofsvragen, blijkt dat ze hun geloof meestal gelijkstelden aan het kunnen opdreunen van bepaalde passages uit de "Fragstückli" - een combinatie van een cathechismus en een stichtelijk boek - of uit de Psalmen. Het geloof is dus de religieuze kennis die men bezit; het religieuze bewustzijn daarentegen beperkt zich tot het besef van de eigen zondigheid.

Toch blijven veel verdachten steeds vertrouwen op de gerechtigheid van God, zelfs wanneer ze aan een lier worden opgetrokken om tot bloedens toe te worden gefolterd. Het aardse en het lichamelijke hebben in hun ogen maar geringe waarde; men leeft vanuit een sterk verlangen naar verlossing daarvan. Hun levensbeschouwing is gericht op een onbekende wereld over de drempel van de dood.

VAN HEKSERIJ NAAR HYSTERIE

In de maand februari van het jaar 1705 vindt de ontknoping plaats van één van de grootste tragikomedies uit de geschiedenis van Zürich. Nadat de ambtswoning van de hoogste geestelijke ter plaatse jarenlang bezocht was door manifestaties van de duivel, ontpopte één van zijn huisgenoten zich als het "spook".

Het schandaal van 1705 wordt een keerpunt in de houding tegenover het geloof in hekserij: bij de dood van de door de duivel geplaagde geestelijke neemt ook zijn grootste vijand afscheid van deze wereld. De heksen, die sindsdien door de overheid worden opgepakt, zijn nu geen onderzoeksobjecten van demonologen meer, maar van medici. Vanaf 1709 worden al diegenen, die zichzelf aanklagen wegens hekserij, bestempeld als "hysterisch". In Zürich wordt een onderkomen in gereedheid gebracht waar deze vrouwen aan de zorg van potige ziekenbroeders worden toevertrouwd. Deze instellingen nemen voortaan de functies van inquisitie en scherprechter over.

De studie van David Meili, die ik hier besproken heb, laat duidelijk zien waar de diepere oorzaken lagen van de heksenvervolging uit 1701. Dit grondpatroon kan met de nodige variaties ook worden toegepast op andere heksenprocessen. Doorgaans liggen animositeit, ordinaire roddel en achterklap aan de basis van de aanklachten wegens ‘hekserij’. In een wereld waarin men voortdurend op zijn hoede moest zijn voor onzichtbare dreigingen ontlaadden de spanningen tussen dorpsgenoten zich in heksenprocessen waarmee men het kwaad hoopte uit te bannen.

Zonder hier nu uitgebreid op in te kunnen gaan meen ik, dat tegenwoordig ‘the war on terrorism’ en het onbegrip tussen allerlei religies soortgelijke condities scheppen als destijds. Heksenvervolgingen zijn van alle tijden. Laten we in godsnaam waakzaam blijven om dergelijke tendensen tijdig te onderkennen en te bestrijden waar en wanneer dat nodig is. Het voortbestaan van onze beschaving zou er wel eens van af kunnen hangen.

Schrijver: Hendrik Klaassens, 19 april 2008


Geplaatst in de categorie: religie

4.3 met 7 stemmen 455



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Francine
Datum:
20 april 2008
Een boeiend thema, Hendrik ... vooral omdat we weten dat - in deze tijd - de heksenvervolging nog steeds bestaat, zij het dan op een subtieler niveau.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)