Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Bijna-dood-ervaringen en het mensbeeld in de medische wetenschap

"Een vooroordeel is moeilijker te splitsen dan een atoom".

Deze uitspraak van Albert Einstein citeert Pim van Lommel in zijn boek "Eindeloos bewustzijn" om aan te geven hoe hardnekkig de wetenschappelijke wereld vaak vasthoudt aan het idee dat het bewustzijn een product is van de hersenen. Door activiteit in de menselijke hersenen zou ons bewustzijn tot stand komen.

Voor de medische wetenschap heeft deze materialistische uitgangspositie enorme consequenties. Als men deze gedachte immers toepast, betekent dat ook dat het bewustzijn zou verdwijnen bij zgn. 'flatliners', d.w.z. mensen bij wie geen hersenactiviteit meer kan worden geregistreerd. Toch kan d.m.v. wetenschappelijk onderzoek naar BDE's worden aangetoond dat ook dan ervaringen mogelijk zijn. Sterker nog: onderzoek naar BDE's leert dat het menselijke bewustzijn bij afwezigheid van aantoonbare hersenactiviteit juist scherper, indringender en alomvattender is dan tijdens het normale waakbewustzijn ooit het geval is geweest.

Het menselijke bewustzijn is dan niet meer aan tijd en plaats gebonden. Het verkrijgt daardoor vaak inzichten, die ver uitstijgen boven datgene, waar men zich tijdens het normale waakbewustzijn mee vertrouwd heeft gemaakt. Ook ervaart men de continuïteit tussen leven en dood: het bewustzijn houdt na de dood niet op. Bovendien beseft men, dat alles met alles verbonden is en dat alles wat je doet of 'uitzendt', vroeg of laat vanuit je omgeving bij jezelf terugkeert.

Het mensbeeld dat op die manier wordt verkregen, verschilt hemelsbreed van het traditionele medische model. Meestal wordt in de medische wetenschap aangenomen dat het bewustzijn een manifestatie of product is van de hersenactiviteit. En het is juist dat vooroordeel - meer is het immers niet - dat in de bewoordingen van Einstein "moeilijker te splitsen is dan een atoom".

Wat voor consequenties heeft dit mensbeeld nu voor de medische wetenschap en ethiek? Wat voor gevolgen zou het bv. ook kunnen hebben voor de psychiatrie en de psycho-geriatrie?
Als men eenmaal het traditionele concept ('het bewustzijn is een product van de hersenen') heeft losgelaten, gaat men wezenlijk anders aankijken tegen vraagstukken van leven en dood. Het besef dat het bewustzijn met de dood niet ophoudt, zorgt ervoor dat men het leven minder verkrampt probeert te rekken. De biologische dood maakt immers geen einde aan het bewustzijn, maar verandert alleen de condities waarbinnen de menselijke geest de wereld waarneemt.

Tegelijkertijd zorgt het ervoor dat men minder snel euthanasie zal toepassen. Men hoeft dan immers niet meer zo geweldig bang te zijn voor alle processen die met sterven en de dood te maken hebben. Daardoor ontstaat ook het besef dat men de natuurlijke processen zo veel mogelijk zijn gang moet laten gaan.

Voor de psychiatrie lijken de consequenties me verstrekkend. Als het menselijke bewustzijn immers wel gebruik maakt van de hersenen, maar daar niet van afhankelijk is, is het wel mogelijk om het bewustzijn tijdelijk met psychofarmaca te beïnvloeden, maar het verandert de mens zelf in feite niet, omdat de menselijke geest er niet door wordt bereikt of veranderd. Hooguit kun je de menselijke geest beperken in zijn mogelijkheden om de hersenen te gebruiken als instrument om zich te manifesteren en te uiten. Anders gezegd: je dempt het bewustzijn van iemand kunstmatig af, maar de persoon zelf verandert er niet door.

Daaruit mag de conclusie worden getrokken dat de behandeling met psychofarmaca geen echte behandeling is. Dat je iemand met psychofarmaca werkelijk zou kunnen genezen, is gewoon een illusie. Ik durf die stelling wel aan. Mede door het feit dat psychofarmaca vaak gigantisch veel bijwerkingen vertonen (sommige ervan zetten zelfs aan tot suïcide, zoals bij SSRI's is aangetoond) en bij langdurig gebruik het leven kunnen bekorten (intoxicatie, hartfalen e.d.) lijken ze me eerder kwaad te doen dan goed.

Dit is maar een voorlopige schets om aan te geven dat een wezenlijk ander mensbeeld ook leidt tot een andere benadering van de cliënt in de gezondheidszorg. Ik denk dat de consequenties in feite nog véél verder gaan dan deze korte opsomming laat zien. Het loslaten van het wetenschappelijke axioma dat het bewustzijn van de mens zou eindigen met de dood, zal onze hele manier van denken en wetenschap bedrijven grondig veranderen - waarschijnlijk even grondig als de publicatie van "De revolutionibus orbium coelestium" van Copernicus, waarmee hij aantoonde dat de planeten om de zon draaien en niet andersom. In plaats van ons blind te staren op dit ene fysieke leven zullen we ontdekken dat het deel uitmaakt van een geheel dat veel groter is dan we ooit hadden kunnen vermoeden.

Schrijver: Hendrik Klaassens, 10 februari 2009


Geplaatst in de categorie: religie

3.8 met 15 stemmen 545



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)