Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Heinrich Schütz, meester in soberheid

Een voor die dagen opmerkelijk hoge leeftijd bereikte Heinrich Schütz (1585-1672), de componist die de belichaming was van de nieuwe muziek die het Duitsland uit zijn dagen ervoer.
Al honderd jaar vóór Bach was Heinrich Schütz bevangen door hetzelfde ideaal als later de Thomascantor op grandioze wijze tot uitdrukking wist te brengen: het vernieuwen van de Protestantse kerkmuziek.

Ook Italië kende in die dagen zijn grote muziekvernieuwer in de persoon van Claudio Monteverdi, maar deze had het gemakkelijker, immers: hij paste de nieuwe subjectieve en expressieve middelen toe in een overwegend wereldlijke muziek.
Heinrich Schütz daarentegen is een componist die in eerste instantie voor de kerk componeert. Hij heeft de niet eenvoudige taak aangedurfd om in liturgische muziek de nieuwe gedachte van muzikale persoonlijke beleving en emotie toe te passen. Schütz' muziek wordt in het algemeen getekend door een uitgesproken soberheid. Op de luisteraar komt zijn muziek over als geschreven vanuit een beheerste ascese en fijnzinnige muzikale aristocratie.

De achtergrond waarop het leven van Schütz zich afspeelt is het decor van brandende steden en dorpen. Honger en nood, vernietiging en ellende zijn de onbarmhartige begeleiders van het menselijk verstand dat tijdens de dertigjarige oorlog brandende fakkels in het akkerland werpt en het bloeiende gewas voortijdig vernietigt. Juist in die tijd valt het leven voor Heinrich Schütz, die soms te vaak het accent krijgt "voorloper" van Bach te zijn.

Met veel studie in de laatste decennia is het gelukt door te dringen in het werk en de persoon van Heinrich Schütz. Het is het proces geweest als in de donkere kamer van de fotograaf: steeds omlijnder en duidelijker komt zijn beeld naar ons toe na bedekt te zijn geweest onder het stof van eeuwen.

Wanneer we de sporen nalopen die Schütz' artistieke weg heeft nagelaten ervaart men de levenskracht van een boven de vergankelijkheid uitgegroeide man. Opvallend is dan hoe hoog Schütz boven zijn tijdgenoten uittorent. Even opvallend is hoe Schütz afstand neemt van de muziek in zijn tijd door nieuwe aspekten in de toontaal aan de orde te stellen.

Het gezicht van Schütz' muziek wisselt zelden. Daardoor kenmerkt het zich door een grote samengevoegde eenheid. Tegen de Venetiaanse moderne Madrigalen van de leerlingen van Gabriëli, de - helaas verloren gegane eerste opera "Daphne" - en zijn eigen Matthauspassion heeft het werk van Schütz zich voltrokken. Dat laatste werk schreef Schütz op hoge leeftijd.

In het oeuvre van Schütz vormen de "Musikalische Exequien", de Passionen en de "Historia von der Geburt unseres Herrn" de onloochenbare hoogtepunten. Van het dramatische werk dat Schütz geschreven heeft is niets bewaard gebleven. We kunnen slechts schatten wat Schütz in de geschiedenis van de Duitse opera betekend heeft.

Als leraar van Heinrich Abert en Christof Bernard, als tijdgenoot van orgelgroten als Samuel Scheidt en en Herman Schein, als jongere collega van Monteverdi en Frescobaldi en als tijdgnoot van Rembrandt: zo staat Heinrich Schütz in zijn tijd.

Het was een heel gelukkige speling van het lot dat de landgraaf van Hessen door Weisenfels trok, het dorp waarin Schütz zijn kinderjaren doorbracht. Landgraaf Moritz werd geboeid door de jongeman en nam hem met zich mee naar zijn kapel in Kassel en liet hem aan de universiteit van Kassel rechten studeren. De landgraaf was Schütz zo toegedaan dat het hem moeite kostte hem naar het buitenland te sturen voor een verdere muziekstudie.

Maar het gebeurde: Schütz werd leerling van de grote Giovanni Gabriëli in Venetië. Na zijn terugkeer werd Schütz hoforganist in Kassel. Een dienstreis van Schütz voerde hem naar Dresden, waar de keurvorst Schütz graag in dienst wilde nemen. Dat gaf een opgewonden heen-en-weer gepraat tussen de beide vorsten, met als gevolg dat Schütz de post van kapelmeester in Dresden ging uitoefenen.

Bij de vreugde van nieuwe werken werden de schaduwen van een naderende oorlog steeds langer. Toch was in deze spannende tijd Schütz het geluk beschoren naar Venetië te kunnen gaan omdaar de nieuwe muziek te horen en Monteverdi persoonlijk te leren kennen. Dan, wanneer het orlogsgeweld definitief en genadeloos is uitgebarsten, vlucht Schütz naar Kopenhagen. Als hij aan het eind van de oorlog terugkeert, eenzaam en ontgoocheld door de turbulentie van zijn tijd, gaat hij weer opbouwen wat de oorlog verwoest heeft. En dat niet alleen in Dresden maar ook in andere steden en hoven. Dresden is tenslotte de stad waar Schütz na een lang leven overlijdt.

Na zijn dood wordt Heinrich Schütz gekarakteriseerd als "een onsterfelijke en een sieraad". Zijn tijdgenoten hebben zeker geweten welk een grote geest tussen hen geleefd heeft. Det beeld van Schütz, zijn leven en zijn werk, zijn gelukkig weer tot ons teruggekomen!

Schrijver: Wim Brandse, 29 juni 2009


Geplaatst in de categorie: muziek

4.3 met 7 stemmen 261



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)