Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Adriaan

Schilderij in het Mauritshuis, 'anatomische les van dr.Nicolaes Tulp' door Rembrandt van Rijn 1632.
Ik sta geëmotioneerd voor het doek, het onaangename gevoel dat ik nooit kon verklaren wordt onthuld in het schokkende verhaal van de jaarlijkse anatomische les, traditie in december of januari als men door de kou de doden gemakkelijker kan bewaren.
Een evenement voor gildeleden en notabelen, hun entreegeld spekte de gildekas.

Dode is de jonge Adriaan Adriaansz simpele ziel met de bijnaam het kind. Een naam die hij niet voor niets heeft en dat maakt het tafereel zo onmenselijk. Rembrandt heeft de simpele ziel uitstekend in het hoofd van Adriaan zichtbaar gemaakt. Het maakt ook goed duidelijk dat het niet voor iedereen een gouden eeuw was. Adriaan steelt een mantel in de winter en voor deze moedwil moet hij hangen. Het kwam de gildeheren goed uit want op gehangenen mocht gesneden worden.

Adriaans leven was van geen belang, als dode had hij nog z`n waarde voor kunst, wetenschap en vermaak in de snijzaal van het amfitheater in Amsterdam. Misschien hebben ze Adriaan opgehangen omdat ze een snijlijk nodig hadden, in de oorlogzuchtige tolerante stad voor vreemden. Op één van die gelegenheden, zeventig jaar later, sneed tsaar Peter de Grote, die in ons land de scheepsbouw bestudeerde, een mesje mee.

In Januari 1632 werd Adriaan ontleed door de Amsterdamse Chirurgijngilde, naakt uitgestrekt op de snijtafel voor een zaal met notabelen, geslachtsdelen bedekt ter bescherming van de zielen der godvrezende hypocrieten. Zelfvoldane gildehoofden buigen zich over de arme drommel met z`n volksgezicht en ruwe handen om het beulswerk te vervolmaken. Geen moment komt het idee bij ze op dat Adriaan ook een spelend kind is geweest die graag wou leven maar wiens hersens niet voor honderd procent mee konden komen.

Buiten beeld staat Rembrandt van Rijn te schetsen om het schouwspel van de ultieme vernedering van een minder begaafde medemens te vereeuwigen. Adriaan z`n leven had geen waarde; z`n dood is gevat in kostbare oude kunst die men eeuwig zal bewaren, onbedoelde ode aan de schlemiel, en herinnering aan de gewetenloosheid van de tolerante stad.

De spelers op het doek zijn dood, maar de levenden halen de doden in, ze ontmoeten elkaar in het schimmenrijk, waar de slachtoffers wachten op hun kwelgeesten, en Adriaan nu z`n kwelgeesten kwelt, ze kunnen noch vluchten noch sterven, ze laten hem nooit in de steek.

Schrijver: Custor
Inzender: Janneke Koster Baas, 21 oktober 2009


Geplaatst in de categorie: wetenschap

3.7 met 7 stemmen 389



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)