Madame Butterfly: Puccini's grote liefde
Heel zijn leven is Giacomo Puccini op zoek geweest naar wat hem de impuls zou geven tot grote en intense creaties. Het is wat elke operacomponist nodig heeft: een goed en inspirerend libretto. Wanneer Puccini in 1900 in Londen is om daar de eerste uitvoering van "Tosca" bij te wonen, wordt hij geweldig geboeid door een drama dat hij daar bijwoonde, getiteld "Madame Butterfly". Het stuk werd geschreven door David Belasca naar een novelle van JohnLuther Long.
Lang moet Puccini wachten voordat Belasca toestemming geeft "Madame Butterfly" tot operaboek om te werken. Nooit is Puccini zekerder en overtuigder van zijn keus geweest dan nu. Dit werk zal zijn "chef d'oeuvre" worden, zijn meest geinspireerde creatie.
Zijn opera "Madame Butterfly" zal worden verdeeld in twee bedrijven, het eerste bedrijf uit het oorspronkelijke drama zal vervallen.
Vol energie en inspiratie begint Puccini aan zijn werk tot het het noodlot zich aandient, dat niet alleen fysieke problemen voor Puccini bevat maar zeker ook voor wat de psychologie in Puccini's "Butterfly" betreft.
Er overkomt Puccini een auto-ongeluk dat de componist tot acht maanden werkloosheid dwingt. Op het moment van het ongeluk is Puccini bijna klaar met de eerste akte. Het gedwongen niets doen tijdens het herstel verstoord de voortgang aan "Madame Buttery" ernstig. Ik weet niet wat de aard van de Puccini's verwondingen geweest is. Wel weet ik dat de automobielen uit die tijd zeker niet de ingebouwde veiligheidsmaatregelen hadden van tegenwoordig. Mogelijk wisten de dokters van toen ook nog niet van een adequate behandeling in dit soort zaken. Acht maanden niets doen lijkt mij ook voor die tijd wel heel erg veel!
Hoe dan ook, Puccini verklaart zelf dat het ongeluk grote invloed op zijn werk gehad heeft: elke uiterlijke weelderige schittering is uit de opera verdwenen.
Het is zijn eerste opera waarin alle valse schijn zich samentrekt, in dit geval op het noodlot van een jonge vrouw die in de ochtend van haar bloei vergaat. Hier geen prachtlievendheid meer, alles in dit werk bestaat uit smart, ontgocheling, liefde en geduld.
In zjn hoofdfiguur herkent Puccini zichzelf, met haar keert hij in en sluit hij zich in tot soberheid en meditatie. Hij vereenzelvigt zich met de kleine geisha, hij heeft haar lief en is als een jaloerse minnaar die geen sterveling buiten zichzelf naast zich duldt. De tragedie van het verlaten meisje, alleen gelaten in haar hoop en liefde absorbeert Puccini en hij geeft zich hier zonder voorbehoud aan over.
De verguizing die "Madame Butterfly" bij de eerste opvoering ten deel valt is dan ook niet zo verwonderlijk. Immers, het verstilde karakter van het werk, de voortdurende contemplatieve mijmering die bijna het hele tweede deel vult, wekt bevreemding bij het wisselvallige Scalapubliek dat gewend is aan schittering en exorbiteiten. Het accepteert deze ingetogenheid niet.
Puccini heeft deze catastrofe zeker niet voorzien, want nooit was Puccini overtuigder van een groot succes. Er ontstaat een vijandige stemming bij het operapubliek tijdens deze eerste utvoering: gesis, gefuit en onverkwikkelijke interrupties wisselen elkaar af. Vooral tijdens de eerste akte ontstaat veel rumoer en de stemming ontaardt zozeer dat het opwaaien van Butterfly's gewaad een enorme lachbui ten gevolge heeft.
Ook de tweede akte wordt bijzonder slecht ontvangen, de lengte en ook de inhoud presenteren een andere Puccini dan daarvoor.
Toch gelooft Puccini rotsvast in zijn schepping.
Hij noemt het zijn modernste werk dat met "hartenbloed" geschreven is. Hij is ongebroken en zet zich snel tot een omwerking van de opera. De tweede akte eist zijn speciale aandacht. Puccini verkort deze niet, maar schuift met instrumentale tussendelen, streept door en vult aan.
In 1904 verschijnt "Madame Butterfly" in haar nieuwe gedaante. Puccini wordt tien keer op het toneel teruggeroepen en belangrijke delen worden herhaald.
Het is interessant Puccini's liefdesverklaringen te horen over zijn eigen werk:
"steeds weer ben ik ontroerd als ik aan haar denk. Ik merk dat ik mijn kleine Japanse even lief heb als mijzelf".
Puccini's "Madame Butterfly" put haar kracht uit een verstilde dramatiek, en vindt haar vorm door fijne wendingen in de muzikale lijn. De schuchterheid in de gebeurtenis, de halftinten en de beperkingen in het werk vormen de muzikale hoogtepunten, meer dan waar de kleur tot volle rijpheid openbloeit. Lijden staat in "Madame Butterfly" centraal, de enige waarheid in het bestaan.
Puccini's "Madame Butterfly" is daarvoor een eerlijke en menselijke spiegel.
Zie ook: http://www.youtube.com/watch?v=mMHVncVMEzU
Schrijver: Wim Brandse, 3 januari 2010
Geplaatst in de categorie: muziek