Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Vrijheid om dom te zijn of plicht om te weten wat je zegt

Om een mening te hebben, moet je iets van de materie weten waarover je wat wil zeggen, althans als je niet als domoor te boek wil komen te staan. Er staan altijd gegadigden klaar om je te laten weten dat je verstand te wensen overlaat. Vrijheid van meningsuiting kan dus eigenlijk beschouwd worden als de vrijheid om te laten zien hoe dom je bent.
Je kunt de vrijheid van meningsuiting ook omschrijven als de plicht je te verdiepen alvorens je mondwerk te gebruiken. Maar dit zou in een ideale wereld gelden. Hoe ver de wereld van ideaal verwijderd is, daar heeft iedereen wel een mening over. Op die meningen is echter ook van toepassing, dat we vaak praten voor onze beurt.
Vrijheid van meningsuiting is nu vooral een afblaasrecht voor opgelopen spanningen en teleurstellingen. In veel gevallen gaat dit gepaard met spandoeken en soms met verbrande auto’s en gesneuvelde winkelruiten. In dit laatste geval zijn velen het erover eens dat de vrijheid te ver is uitgerekt: gebruik van vrijheid mag niet ten koste gaan van het welzijn van anderen. Eenvoudiger gezegd dan gedaan uiteraard, want waar de een vrij is voelt de ander zich beperkt, zo niet genaaid. Daarom kan de samenleving niet tot rust komen. Afblazen blijft een noodzakelijk gebruik. Maar dan het liefst zonder klinkers die door de voorruit van een geparkeerde BMW vliegen.
Het is overigens duidelijk dat meningen zelden afhangen van kennis en verdieping, maar van belangen. De uiteindelijke definitie van de vrijheid van meningsuiting is dus: het recht om voor je belangen op te komen. Denk eens aan het dilemma wanneer je moet kiezen tussen je boterham met kaas en de glorie van de vooruitgang als de laatste betekent dat het bedrijf zonder jou verder gaat.
Indien kennis en verdieping de grootste meningvormende krachten zijn, zou het fenomeen “meningsverschil” minder verbreid zijn. Op het vlak van kennis is immers eenvoudiger consensus te bereiken dan bij belangen, vooropgesteld dat bij de kennis niet een belangenadder onder het gras zich schuil houdt.

Neem nu het vallen van een bank als voorbeeld. Al heel snel ontstaan er kampen, kampen gevuld met sympathisanten voor getroffen mensen, kampen gevuld met zakkenvullerhaters, kampen met politieke vrienden, kampen met deskundige bankwereldbewoners en een handjevol onafhankelijke denkers. De laatste groep is nauwelijks te herkennen door de onstuimige herrie die de oren verdoofd of het vooroordeel dat heerst omdat de denker uit een bepaald kamp afkomstig is. Een complicerende factor is ook nog dat de denkers weten wanneer ze hun eigen belangen schaden. Wellicht stotteren ze de waarheid of de leugen, maar wie zich van een afstandje een mening wil vormen kan zich beter op de vlakte houden. De ellende is voor velen niet te overzien, wat heeft het dan voor zin om als persoon die bij de meest degelijke bank van Nederland bankiert uit de losse pols een meninkje te formuleren. Daar zijn meningen helemaal niet voor bedoeld!

Waar ieders belang in het geding is, blijkt de herkomst en de reden van een mening te zijn. Ergens voelen we wel dat we gemakkelijk besodemieterd kunnen worden. Als we al onzorgvuldig met ons geld omgaan, hoeveel zorgwekkender is dat bij alle andere meningen. Het oordeel van een financieel adviseur is ook zijn eigen broodwinning, dat zou te denken moeten geven. Zijn oordeel is kennis en mening (lees: belang) tegelijk.

Om de financiële wereld los te laten, want belangen gaan verder dan financiële nood en een gevulde voorraadkast en deze belangen zijn vaak even plat als de munten in de schatkist, er wordt ook geleuterd waar het wetenschap, religie en andere hogere zaken betreft.
We zouden elkaar een ongelofelijke dienst bewijzen eens wat minder te praten en niet altijd op de voorgrond te willen treden. Misschien zijn de echte helden de muurbloempjes, de kluizenaars en de stille Willies.
Het geloof dat velen uitdragen, is eigenlijk een mening. Vooral als dat geloof gebruikt wordt om anderen voor te schrijven wat ze denken moeten en hoe ze zich gedragen moeten, is het geen middel tot zelfontwikkeling maar een machtsmiddel. Helaas blijken groepsovertuigingen vaak in machtsmiddelen uit te monden, waarbij men blindelings de beste vertegenwoordiger van de groep gehoorzaamt.
Maar de wetenschap, vandaag modern en sterk, is niet veel beter af, als mensen niet voor zichzelf denken en zich overgeven aan de hypothesengriep. Fantasie kan zich vermommen in een logisch jasje en met een becijferde bolhoed mooie sier maken. Maar onder de streep staan steeds de feiten, waarvan er één nog altijd spreekt over de innerlijke wetmatigheid dat we de feiten niet zien zoals ze zijn. Het credo “Meten is Weten” gaat helaas maar beperkt op.
Zo laten gelovigen en denkers maar al te vaak zien dat ze niet weten waarover ze praten als ze elkaar bekritiseren. Negentig procent van de kritiek, hoorbaar als de decibellen van het elkaar overschreeuwen tijdelijk minder is, blijkt niet veel verder te gaan dan dat de ander beschuldigd wordt van verkeerde aannamen of ononderbouwde principes.

Waarom zouden we ervan moeten uitgaan dat op het gebied van heel belangrijke onderwerpen mensen zorgvuldig zijn in het uitspreken van hun gedachten? De waarheid moet het eerste wijken als angst, liefde of noodzaak te overleven in het geding zijn. Waarheid wordt ook snel opgeofferd als er een aardigheidje mee te winnen is. Het woord offer is hier niet op zijn plaats, eerder wordt er met de waarheid gespeculeerd. Blijkbaar is het leven niet spannend genoeg zonder gokken.
Is het naïef je af te vragen wat in de waagschaal wordt gelegd bij speculaties met de waarheid? Door clichés als “eerlijk duurt het langst” hebben velen toch het schaamrood op de kaken gekregen, maar dan gaat het om praktijksituaties en berekenbare risico’s.

Onmeetbaar geluk, ondefinieerbare innerlijke rust, onbetaalbare glimlachjes en fantastische kennis maken onzeker en lijken ongrijpbaar. Wie zegt het te hebben gevonden wantrouwen we. We denken met een randdebiel te maken te hebben als iemand een duidelijke mening heeft over hoe onmeetbaar geluk verworven en behouden kan worden. We gunnen hem zijn narrenvoorstelling en zoeken verder.


Zie ook: http://denkwater.web-log.nl/

Schrijver: Willem Houtgraaf, 12 januari 2010


Geplaatst in de categorie: filosofie

3.0 met 8 stemmen 614



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)