Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Marije Langelaar: Stoel

Stoel

Ik stond naast een tafel en het verontrustte mij dat ik zo
alleen was en opeens hoorde ik het kloppen erg
zachtjes weliswaar maar iets maakte zich kenbaar.
Het was zo subtiel dat ik moest knielen, zo vond ik de
stoel en ik raakte het hout zoals je een tong raakt, ik
legde mijn vinger in een nerf, het begon onmiddellijk te
schemeren en dieren stonden om ons heen.
Inmiddels was ik al niet veel groter dan een speldenpunt
en innerlijk dronken de stoel zond mij zijn gedachten, vrij
technisch maar gevolgd door het ruisen van bomen
voor even, een seconde of drie werd ik stoel. Het was zalig,
zalig dat hout in mijn wervels! De klop in mijn been, een
bestaan zonder bloed of gedachten. En stil te staan eeuwig.
En opgetild. En altijd die functie en een innerlijk waaien
van de bomen afkomstig.

Marije Langelaar is geboren in 1978 te Goes. Daar is ze opgegroeid en vanuit die prachtige, Zeeuwse stad verhuisde ze in 1996, amper achttien jaar, naar de wat ruigere stad Arnhem. Ze begon een opleiding tot beeldend kunstenares aan de Kunstacademie van Arnhem en aan de Nottingham Trent University for Contemporary Arts in Engeland.
Schrijven deed ze altijd al, maar nu werkte ze met diverse materialen, zoals hout, papier, textiel en ijzer. Ze woont nog steeds in Arnhem.

In 2000 studeerde ze af en is ze eerst vier jaar lang tentoonstellingen gaan houden, in binnen- en buitenland. Daarna begon ze de pen weer meer te hanteren en deed ze ook mee aan verschillende poëziefestivals.
In 2003 verscheen haar debuutbundel 'De rivier als vlakte' bij de Arbeiderspers, de dragonder onder de uitgevers.
Ze bestuurt met Mark Manders, ook een beeldend kunstenaar, de uitgeverij ROMA-publications, waar ze een serie kunstuitgaven verzorgen.
Met woorden wil ze magie bedrijven en daar slaagt ze volop in, vaak wordt er bij iets of iemand naar binnen gegaan. Ze kruipt bijvoorbeeld in een vis, een vogel, een stoel, een kast, vuur en gras. Ze hanteert de taal bijzonder charmant en sierlijk, veel is verkapte liefdespoëzie met een zweem van erotiek. Het is surrealistisch, fysiek en blijmoedig. Ze schrijft vrijuit zonder erbij na te denken, zoals André Breton het wenste. Ze staat zichzelf de volledige vrijheid toe en volgt dan haar ingevingen, intuïtie.
Ook is zij een typische miniaturist, zoals Ida Gerhardt, kleine dingen kunnen haar grotesk inspireren.

In 2009 verscheen haar tweede dichtbundel 'De schuur in'. Er wordt gevochten, gevreeën, bevallen en soms is het een authentieke boerenstal. Zijn het herinneringen aan Goes? Haar redacteur associeerde deze bundel met wilde seks, wat meer over hem zegt natuurlijk. Teveel Tiroler films gezien.
Bovenal wenst Marije een intense eenheidsbeleving en daarmee zit ze op een juist filosofisch spoor. Die eenheid bestaat al sinds het begin, je hoeft alleen maar het licht bij jezelf aan te klikken.
Verder is ze Jungiaans in haar visie over de dichtersziel, Abraxas-achtig. Ze maakte o.a. een sculptuur van bewegend textiel en een monitorbeeld van een puber, die met gekruiste benen op een draaiende wasmachine zit. We weten dat dit ontluikende erotiek behelst.

Er staan zeven gedichten van haar (het maximum) in Gerrit Komrij's bloemlezing van de 21-ste eeuw.

Onlangs trad ze op tijdens een gratis poëziefestival op landgoed Elswout te Overveen, naast het koetshuis. Bijna alle succesvolle dichteressen zijn knappe verschijningen, zo ook zij: hoe zit dat toch? Hoogstwaarschijnlijk weerspiegelen geest en lichaam elkaar.

Schrijver: Joanan Rutgers, 1 januari 2011


Geplaatst in de categorie: literatuur

3.5 met 2 stemmen 270



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)