Alfred Schaffer: De tijd kan ons gestolen worden
De tijd kan ons gestolen worden
Dit loopt niet goed af. Het landschap is genivelleerd
en het is kouder dan een week terug. Zet me even in het
zonlicht als je wilt. Iedereen schiet te hulp, iedereen
schiet te kort. Iedereen staart zich blind op wat verdween.
De buitenwereld is nog nat en klein en zacht genoeg. Onze
dromen zijn waarachtig. Iemand gooit de eerste steen.
Iemand vreest het ergste. Begrijp me niet verkeerd,
je bent nog niet gevonden. Alles is zoals het was.
Je schrijft nog geen geschiedenis. Je staat nog altijd
buiten spel. Je kunt nog elk moment naar binnen wandelen.
En toch, de tijding is al onderweg, mannen trekken je
voorzichtig uit het water. Bloed van je gezicht geveegd.
Niet meer dan wat oude, nieuwe regels. Hoe onrustig ook,
we blijven je verwachten. Het kon nog alle kanten op.
Maar dezelfde ben ik niet en jou al evenmin.
En daar was het verdriet.
(geschreven na de moord op een vriendin uit Kaapstad)
Alfred Schaffer is geboren in 1973 te Leidschendam. Hij is de zoon van een Nederlandse vader en een Arubaanse moeder.
Hij studeerde Moderne Nederlandse Literatuur en Film- en Theaterwetenschappen in Leiden.
Vanaf 1996 woonde en werkte hij in Kaapstad. Hij promoveerde in de letterkunde met zijn proefschrift 'De geschiedenis van een jonge god: mythe, primordialiteit en de representatie van de archetypische adolescent en jonge man in werk uit de moderne Afrikaanse literatuur en de wereldliteratuur'.
Hij verrichtte onderzoek en hij gaf les aan de universiteit van Kaapstad. Voor de Afrikaanse kranten Die Burger en Beeld schreef hij over de Nederlandse poëzie.
Hij publiceerde in de Afrikaanse tijdschriften Die Penseel en Die Vlugskrif.
In 2000 verscheen zijn debuutbundel 'Zijn opkomst in de voorstad' (Thomas Rap). Hij werd genomineerd voor de C. Buddingh'-prijs en bekroond met de Jo Peters Poëzieprijs.
In 2002 verscheen 'Dwaalgasten', in 2003 'Definities & Hallucinaties' en in 2004 'Geen hand voor ogen', dat genomineerd werd voor de VSB-poëzieprijs.
In 2005 keerde hij terug naar Nederland en hij ging tot 2010 in het Willem Witsenhuis te Amsterdam wonen.
Hij publiceerde o.a. in: De Revisor, Tirade, Bunker Hill en Vrijstaat Austerlitz.
Werk van hem verscheen in belangrijke verzamelbundels, zoals 'Sprong naar de sterren' en 'De eerste generatie van de een-en-twintgste eeuw'.
Vanaf 2006 is hij fondsredacteur van De Bezige Bij en in datzelfde jaar verscheen zijn vijfde dichtbundel 'Schuim', geëerd door de Hugues C. Pernathprijs.
Hij is medewerker van het internettijdschrift Litnet.
In 2008 verscheen 'Kooi', dat in 2009 de Jan Campertprijs kreeg én de Ida Gerhardt Poëzieprijs.
Hij is een rots in de branding van de verwarrende, opgejaagde, ontwortelde, absurde, ontzielde tijdgeest. Zijn stem klinkt betrouwbaar, hartverwarmend, duidelijk, kalmerend, gevoelig en teder. Hij is gek genoeg vandaag, terwijl ik dit schrijf, teruggekeerd naar Zuid-Afrika, ook met zijn jonge dochter Maya. Het heimwee naar de mooie Afrikaanse natuur en de vriendelijke, joviale gewoonten winnen het magnetisch gezien en terecht. Schrijven kan inderdaad overal, dus daar hoeven wij niet voor te vrezen en hij al helemaal niet. Zeker daar niet!
Geplaatst in de categorie: literatuur