Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

DE MOEDER VAN DE MILIEUPROBLEMEN

Van de kant van met name milieu-organisaties wordt nogal eens beweerd dat niet zozeer overbevolking in de wereld als wel overconsumptie van de ontwikkelde landen de grootste bedreiging van het milieu is. Een aanvechtbare stelling!

1. De mens is een milieucomponent en actie tegen overbevolking zou dus wel degelijk tot het werkterrein van milieuorganisaties moeten behoren. De ongebreidelde voortwoekering van de menselijke soort vormt een bedreiging voor het voortbestaan van de mens zelf en verstikt ook het overige leven.

2. Overbevolking en overconsumptie hebben rechtstreeks met elkaar te maken. Zelfs al zouden de ontwikkelde landen hun consumptieniveau aanzienlijk verlagen, dan nog zal de totale consumptie van de wereldbevolking aanzienlijk stíjgen als de miljarden mensen in de ontwikkelingslanden zich ook tot dat verlaagde consumptieniveau opwerken (en dat is al het minste wat ze willen). Met andere woorden: vermindering van overconsumptie is nuttig, maar als oplossing absoluut ontoereikend.

3. De zgn. "overconsumptie" van de ontwikkelde landen substantieel en voor lange tijd terugdraaien, is geen reële optie. De mens heeft altijd (of we dat nu terecht vinden of niet) gestreefd en zal altijd blijven streven naar verhoging van de levensstandaard en verbetering van leefomstandigheden. Je kunt minderbedeelden wel prikkelen om naar meer en beter en leefbaarder te streven, maar het is nog nooit vertoond dat mensen te motiveren waren om - zoals zij dat ervaren – vrijwillig en permanent achteruit te gaan in welvaart. Ook milieuorganisaties moeten niet aan luchtfietserij doen.

4. Zelfs in het hypothetische geval dat mensen wél bereid zouden zijn qua consumptiepatroon duurzaam pas op de plaats te maken of zelfs een stap achteruit te doen, voor hoe lang zou dat dan soelaas bieden bij een voortgaande, ongelimiteerde bevolkingsgroei?

5. Er behoort ook bij milieuorganisaties geen taboe te rusten op het onderwerp overbevolking. De mensheid zal moeten kiezen tussen kwantitatieve uitbreiding en kwalitatieve ontplooiing. Het eerste gaat - zéker op termijn - ten koste van het tweede. Gelimiteerde ruimte (onze aarde) verdraagt zich niet met ongelimiteerde groei. Alleen bij aanzienlijke bevolkingsafname kan de aarde aan al haar bewoners inclusief de mens in duurzame zin welzijn en verdere ontplooiingsmogelijkheden bieden.

6. Overconsumptie van de rijke landen veroorzaakt inderdaad milieuproblemen en het is dan ook terecht dat “het westen” wordt opgeroepen op een meer verantwoorde manier en veel terughoudender om te gaan met wat de aarde (nog) te bieden heeft. Dat laat evenwel onverlet:
a. dat door een evenwichtiger verdeling van goederen etc. tussen rijke en arme landen (wij minder, zij meer), gezien de getalsmatige verhouding tussen rijk en arm, de totále consumptie juist zal toenemen;
b. dat iedere “milieuwinst” als gevolg van het terugdringen van overconsumptie teniet wordt gedaan als niet tevens de groei van de wereldbevolking tot staan wordt gebracht.

7. Reeds in februari 1994(!) verklaarde David Pimentel, hoogleraar ecologie aan de Cornell Universiteit, op de jaarvergadering van de American Association for the Advancement of Science dat (louter vanuit milieu-oogpunt bezien) drie van elke vier aardbewoners er niet zouden moeten zijn. Wil iedereen in redelijke welstand leven, stelde hij, dan kan de aarde op termijn maar twee miljard mensen bergen.

8. Best mogelijk dat dit aantal inmiddels hoger of lager uitvalt. Dat neemt niet weg dat het noodzakelijk is om niet alleen te wijzen op de kwalijke milieugevolgen van ongeremde consumptie (met name in rijke landen) maar vooral ook op de moeder van de milieuproblemen: de ongeremde menselijke voortplanting. Terugdringen van kindersterfte in ontwikkelingslanden dient hand in hand te gaan met bevordering van geboortebeperking. Er zijn grenzen aan de groei, ook aan die van de mensheid. Als we daar nu geen rekening mee willen houden, zal de natuur ons er steeds hardhandiger aan gaan herinneren.

9. Ook regeringen en volksvertegenwoordigers van ontwikkelingslanden moeten beseffen dat men eigen geboorteoverschot niet eindeloos naar westerse landen kan exporteren, maar dat de gevolgen van eigen bevolkingspolitiek ook voor eigen rekening komen.

10. Milieuorganisaties voor wie een taboe rust op het onderwerp overbevolking en die er de voorkeur aan geven te blijven dweilen met de kraan open, verdienen m.i. geen financiële steun.

Schrijver: H.P. Winkelman, 21 september 2011


Geplaatst in de categorie: milieu

3.7 met 3 stemmen 830



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)