Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

OVER DE ZELFOVERSCHATTING VAN DE ORTHODOXIE

Vrijwel alle wereldgodsdiensten hebben hun ontstaan te danken gehad aan charismatische, vernieuwingsgezinde mensen die oog hadden voor misstanden of achterhaalde leerstelligheden in gevestigde religies. Zo ontstond b.v. het jodendom als reactie op natuurgodsdiensten, het christendom als reactie op het jodendom, de islam als reactie op jodendom én christendom, het protestantisme als reactie op het katholicisme en zo verder, want ook bínnen de grote godsdiensten zien we voortdurend conflicten tussen behoudende en vernieuwende krachten.

Het merkwaardige nu is, dat godsdienstige denominaties die ontstaan zijn bij de gratie van vernieuwingsprocessen, toch op den duur meestal zelf weer vervallen in rigide behoudzucht, onaantastbare dogma’s, eng fundamentalisme en onverdraagzaamheid jegens andersdenkenden. Alles komt dan weer tot stilstand en de letter die doodt staat hoger in aanzien dan de geest die levend maakt. En wéér zijn het dan de echte vernieuwers, de non-conformisten die de moed opbrengen de verstarring te doorbreken, misstanden aan de kaak te stellen, vermolmde of versteende standpunten en instituties omver te halen, nieuwe perspectieven te bieden, kortom: gefossileerde religies nieuw leven in te blazen. Totdat de behoefte aan onaantastbare zekerheden weer de overhand krijgt en de godsdienst opnieuw ontaardt in verheerlijking van het eigen, onveranderbare godsbeeld.

Het is, als ik het zo noemen mag, de zonde van de orthodoxie (van welke religie dan ook) dat zij woorden van mensen een goddelijke status toekent. “Orthodoxie” betekent réchtzinnig, de réchte mening, de réchte leer. Waar spruit die pretentie uit voort? Uit de overtuiging dat men een “heilige schrift” bezit en heilig betekent heel en gaaf. Daar valt niets aan te relativeren en niets meer aan te veranderen. “Heilige Schrift” wil zeggen: geen woorden van mensen over God, maar woorden van God over mensen. En zulke woorden krijgen absoluut gezag en vergen absolute onderwerping.

De orthodoxie kenmerkt zich dus in wezen niet door onderwerping aan God maar juist door de zelfoverschattende pretentie waarmee het aan mensenwoorden goddelijk gezag toekent. Hoewel wordt toegegeven dat de “heilige schrift” door mensen is geschreven, gebaseerd op hún kennis en inzicht, hún wereldbeeld, hún karakter en hún cultuur, beschouwt men de tekst toch als het onfeilbare en éénduidige woord van God. Een stellingname die berust op de cirkelredenering: dit Boek is Gods woord, want in dit Boek staat dat het Gods woord is.

Ja maar, zegt iemand misschien, er bestaat toch ook nog zoiets als “de zekerheid van het geloof”? Jazeker! Maar dat is een persoonlijke, een innerlijke zekerheid. Zoals het geloof dat je levenspartner je liefheeft een innerlijke zekerheid is. Het ís niet te bewijzen en het hóeft ook niet bewezen te worden. “Heilige boeken” zijn geschreven door mensen om te getuigen van hun spirituele ervaringen, om medemensen troost en uitzicht te bieden, om wegen te wijzen “from here to eternity”. Ze zijn er niet (die boeken) om medemensen te onderwerpen aan dogma’s en om hun een eigen mening en eigen verantwoordelijkheid te ontzeggen.

De verabsolutering van het gezag van welk "heilig Boek" dan ook, is niet ongevaarlijk. Ze heeft de pretentie dat de waarheid er voor eens en voor altijd en voor iedereen in is vastgelegd en absoluut normatief is. Eigen denken van hoorder of lezer zijn daaraan ondergeschikt. Je mag niet twijfelen, je moet gelóven. Elke nieuwe gedachte dient aan het Boek te worden getoetst en wat er niet mee in overeenstemming is, moet verworpen worden. (Met de inconsequentie overigens dat men zelf op arbitraire gronden uitmaakt welke voorschriften wél of niét tijdgebonden zijn.)

Menigeen zal geneigd zijn om maar wat te glimlachen over deze slaafse manier van denken: een overgeschoten rariteit uit de antieke wereld. Toch kunnen we onze ogen maar beter niet sluiten voor het gevaar van orthodoxie die in fundamentalisme ontaardt. In de islam bijvoorbeeld wint het salafisme aan invloed. Het kenmerkt zich door een afschrikwekkende intolerantie jegens andersdenkenden. Overigens is fundamentalisme geen monopolie van de islam. Joden en christenen weten er ook raad mee. Die uitingen worden alleen als minder virulent en daardoor als minder direct bedreigend beschouwd dan het moslimfundamentalisme.

Tenslotte een citaat uit een opstel van Andreas Burnier (Trouw, 27-08-97):
"Mensen die zich vol eerbied onderwerpen aan een, volgens hen, hoog boven hen verheven medemens, neigen er (onbewust) vaak toe zich met haar of hem te gaan vereenzelvigen. Zij lijden dan aan wat in de psychologie heet "projectie" (zij menen te weten wat de aanbeden ander, of soms zelfs God, denkt, voelt en wil, terwijl zij alleen maar hun eigen ideeën en impulsen projecteren), en tevens aan "inflatie", wat letterlijk betekent: opgeblazenheid. Zij menen, indirect, dan ook zelf de wijsheid, de waarheid en de gerechtigheid in pacht te hebben. Religieuze verering en politieke ideologieën, zo leert ons de geschiedenis, zijn in dit opzicht bij uitstek gevaarlijk. Hoe mooi zij in principe ook mogen lijken, zij leiden in de praktijk heel gemakkelijk tot intolerantie en zelfgenoegzaamheid, en uiteindelijk tot agressie, moord en doodslag."

Schrijver: H.P. Winkelman, 18 december 2011


Geplaatst in de categorie: religie

3.8 met 8 stemmen 284



Er zijn 5 reacties op deze inzending:

Naam:
Maarten
Datum:
23 december 2011
Beste Günter, ik zou je willen aanraden je gewoon lekker te mengen in een discussie. M.i. is een open houding voldoende om deel te nemen.
Naam:
Günter Schulz
Datum:
22 december 2011
Email:
ag.schulztiscali.nl
Bovenstaande beschouwing weer met belangstelling en welhaast gretig gelezen. Ik geef toe dat ook ik min of meer een atheïst ben, maar dan in de zin, dat ik nog steeds een milde twijfelaar en een zoekende ben.
Natuurlijk waag ik mij niet aan een discussie, omdat ik mijn twijfels onvoldoende en niet op zulk een niveau kan onderbouwen.
Des te meer mag ik Piet Winkelman en Maarten oprecht complimenteren voor de wijze, waarop zij met elkaar in hun wederzijdse reacties van gedachten wisselen. Ondanks het verschil van inzicht weten zij elkaar met respect te bejegenen en de tolerantie in te bouwen voor ruimte latende inbreng over en weer.
Het is bovendien een voorbeeld hoe het ook kan op nederlands.nl en zou naar mijn gevoel best kunnen worden aangemerkt als een visitekaartje van deze site.
Los van het feit, dat de onderlinge gedachtewisseling ook voor mij weer nieuwe invalshoeken blootlegt, ervaar ik deze manier van discussiëren als een verademing.
Gaarne betuig ik beide heren voor hun reacties en uiteenzettingen hiermee oprecht mijn respect.
Naam:
Maarten
Datum:
20 december 2011
Beste Piet,

Bedankt voor je verhelderende antwoord.

Ik vroeg je echter niet om mij uit te leggen waarop je je geloof baseert, excuus voor de verwarring. Ik vind het zelf niet zinnig om onderbouwing te vragen van jouw, zoals jij het zelf verwoordde; subjectieve zekerheid. Ik wilde graag je overtuigingen weten en bij deze heb je dit verteld. Dank daarvoor.

Mijn definitie van een atheïst komt hierop neer:

De term atheïst komt uit het Grieks en staat voor: zonder God. Deze definitie hang ik ook aan. Ik heb diverse verklaringen gelezen en heb gekozen voor diegenen mij het meest waarschijnlijk leken. Een voorbeeld hiervan is de uitleg van Stephen Hawking die in zijn: Grand design, beweerd dat het ontstaan van het heelal een goddelijke kracht uitsluit. Hoewel ik de kwantummechanica en de zwarte gaten theorie (die nauw samenhangt met de oerknal) slechts op basisniveau begrijp, snap ik de essentie.

Jouw uitleg echter, spreekt mij zeer aan. Hoewel wij elkaar op het einde nooit helemaal zullen vinden (een Goddelijke kracht is in mijn ogen nog steeds een manifestatie van menselijke wensdromen en angsten en verklaringen voor natuurlijke fenomenen) heb ik goede hoop.

Waar ik mij met name niet in kan vinden is het antropomorfisme. Tevens is de neiging om wetenschappelijke verklaringen terzijde te schuiven teneinde creationistische visies te verdedigen in mijn ogen een stap terug in de beschaving. Maar ook dit zie ik gelukkig niet terug in jouw reactie.

Wellicht kun je een atheïst classificeren als zoekend, naïef (in positieve zin) maar vol zelfvertrouwen en (maar dit is mijn persoonlijke toevoeging) tolerant. Ik kan mij er niet toe zetten te vertrouwen zoals jij dat doet, in tegenstelling tot velen doe ik dat dan ook niet.

Pascal zei het heel mooi: "Gagez donc qu'il est, sans hésiter" (Gok dan dat hij bestaat, zonder te aarzelen). Het is het de vraag of de vermeende God genoegen neemt met mensen in hem geloven op grond van een gok, in plaats van een oprechte belijdenis of argumentatie. Stel dat de ware God juist verlangt dat gelovigen zich redelijk weten te verantwoorden? Dan loopt het met de gokkers juist niet zo goed af. (bron: Bart Klink).

Echter voel ik mij niet bekneld of gevangen in mijn scepsis, integendeel, ik voel mij vrij, open en gelukkig. Ik heb vrede met mezelf en de wereld om mij heen. Het grootste voorrecht dat je van de natuur hebt gekregen is dat deze jou in staat stelt haar te ontdekken. Ik zie de ironie van deze uitspraak wel in aangezien ik hetzelfde doe als waar ik tegen ageer: namelijk de natuur eigenschappen toekennen die per definitie niet toegekend kunnen worden maar het geeft m.i. wel mijn standpunt weer.

Bedankt voor je uitgebreide reactie,

Groeten Maarten
Naam:
Piet Winkelman
Datum:
19 december 2011
@ Maarten 18-12-2011
Ik zal proberen de vragen die je stelt te beantwoorden.

Waarop is persoonlijke, innerlijke geloofszekerheid gebaseerd?
Geloofszekerheid is een subjectieve zekerheid. Een mens kan die vraag dus alleen maar voor zichzelf en niet voor een ander beantwoorden.Als ik “waarop gebaseerd?” moet opvatten als “op welke bewijsgrond gefundeerd?”, kan ik alleen maar antwoorden: “op geen enkele!”. Geloof dat een basis, een bewijsgrond heeft, is geen geloof maar kennis, wetenschap. Maar aan subjectieve zekerheid hoeft geen objectieve zekerheid te pas te komen. Innerlijke zekerheid berust op vertrouwen. Wie voor zichzelf die zekerheid bezit, heeft geen behoefte aan bewijs. Behoefte aan objectieve zekerheid betekent immers gebrek aan innerlijke zekerheid. Het is met “de zekerheid van het geloof” als met het vertrouwen in je levenspartner. Waarop is dat gebaseerd? Op ervaring? Op objectivering? Nee, want je hebt die partner al intuïtief vertrouwen geschonken toen je hem/haar voor het eerst diep in de ogen keek. Vertrouwen is het begin en niet pas de uitkomst van je relatie.

Waaraan ontlenen gelovigen hun geloofsovertuiging? Volgens de orthodoxie aan wat God heeft gezegd over zijn relatie tot de mens. Naar mijn mening aan wat mensen gezegd hebben over hun relatie tot God
Aan dit laatste ontleen ik dus mijn eigen geloofsovertuiging. Hier volgen enkele van die menselijke uitspraken. Ze getuigen zowel van Gods absolute transcendentie (elk menselijk voorstellingsvermogen overstijgend) als van Gods absolute immanentie (aanwezig in al het geschapene):
Jezus: “God is geest en wie Hem aanbidden, moeten aanbidden in geest en in waarheid.”
Johannes: “God is liefde en wie in de liefde blijft, blijft in God en God blijft in hem.”
Paulus: “Uit Hem, en door Hem en tot Hem zijn alle dingen” “In Hem leven wij, bewegen wij ons en zijn wij”.

Mijn geloofsovertuiging kan niet op gespannen voet komen te staan met de wetenschap. Elke wetenschappelijke ontdekking kan alleen maar bijdragen aan mijn ontzag voor de kosmische, evolutionaire kracht die delen verenigt tot gehelen die meer zijn dan de som der delen. Ik geloof dat door die kracht een nog in zichzelf verdeelde mensenwereld zal evolueren tot een waarachtige mensheid. Ik moet hier volstaan met dit beknopte antwoord. Voor een verdere uitwerking ervan verwijs ik naar een boekje dat ik indertijd geschreven heb, getiteld “QUO VADIMUS? Gedachten over God en het menselijk lot”.

Tenslotte nog iets over atheïsme. Volgens het woordenboek is een atheïst een godloochenaar. Ik denk dat dat niet helemaal correct is. Je kunt niet iets loochenen wat niet gedefinieerd is. En een God die transcendent is, is per definitie niet te definiëren. Wat de atheïst in feite doet is niet het loochenen van enig godsbestaan, maar is het verwerpen van alle door mensen ontworpen godsbeelden. In feite gehoorzaamt hij daarmee aan het aloude gebod: gij zult u geen gesneden beeld noch enige gelijkenis maken van hetgeen in de hemel is. En daarin (in het verwerpen van die godsbeelden) vindt de atheïst mij aan zijn zijde. God laat zich niet verbeelden. God als persoonlijk voorstellen, is God trekken binnen het menselijk voorstellingsvermogen. Elk godsbeeld, hoe vroom ook bedoeld, is per definitie een afgodsbeeld.
Naam:
Maarten
Datum:
18 december 2011
Erg sterk stuk. Zeer graag gelezen. Er staan m.i. zeer veel waarheden en verstandige uitspraken in.

Je spreekt over persoonlijke en innerlijke zekerheid van het geloof. Waar is deze op gebaseerd? Op de God uit een geschrift, of een god waar het geschrift door geïnspireerd is?

Je hoeft je geloof ook niet te bewijzen zeg je. Dat respecteer ik in jouw geval, en als atheïst vraag ik dat ook niet van mensen, alleen wanneer ze, zoals jij mooi hierboven hebt beschreven, het geloof als absolute waarheid proberen op te dringen.

Wat ik mij afvraag is het volgende:

Hoe beleef jij het spanningsveld tussen geloof en wetenschap (bijvoorbeeld kosmologie, biologische evolutie en andere vormen van wetenschap die interfereren met bijbelse teksten?

Ik vind je beschouwing uiterst sterk en lees graag meer.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)