Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Maakt het geloof in het hiernamaals de mens egocentrisch?

In zijn beschouwing “Hier en nu, met het oog op morgen” vertelt Winkelman dat hij afstand heeft genomen van de christelijke leer van de lichamelijke wederopstanding. Die zou de mens te veel richten op zijn persoonlijke heil in het hiernamaals en te weinig op het gemeenschappelijke welzijn in het hier en nu. Verder merkt hij daarin op dat die leer niet consequent is. Waarom hebben andere levende wezens immers geen individueel voortbestaan en de mens wél? Graag ga ik hieronder op zijn gedachtegang in.

De leer van de lichamelijke wederopstanding werd lang in allerlei kerken aangehangen. Daarbij baseerde men zich op het dogma van de 'zielenslaap', zoals o.a. geformuleerd door Thomas van Aquino. Tot 'de jongste dag', die bij de terugkeer van Christus zou aanbreken, zouden de zielen van de overledenen slapen. Daarna zouden ze lichamelijk worden opgewekt om ofwel in de hemel, ofwel in de hel terecht te komen.

Tegenwoordig geloven steeds minder mensen in een fysieke wederopstanding. De meeste predikanten en kerkleden denken dat dit veel meer geestelijk moet worden opgevat. Ook over de 'wederkomst van Christus' wordt heel verschillend gedacht. Alleen fundamentalisten geloven nog in een fysieke terugkeer van Christus.

Sterker nog: met christelijke en bijbelse argumenten kun je aannemelijk maken dat dat dogma een enorme misvatting is. Zo heb ik in 2001 een boekje vertaald van Otto Feuerstein. Daarin laat hij zien hoe ongeloofwaardig deze leer is. Met ‘de jongste dag’ wordt bv. de dag bedoeld waarop de mens sterft en in de geestelijke wereld aankomt. Daarom kan die dag nooit samenvallen met de wederkomst.

Op basis van de leer van de letterlijke wederopstanding concludeert Winkelman dat het geloof in een individueel voortbestaan leidt tot egocentrisme en antropocentrisme, omdat men zich te sterk zou concentreren op het persoonlijke heil.

Daar heb ik mijn vraagtekens bij. Het hangt er van af hoe je het geloof vorm geeft. Is de ‘charitas’, de dienst aan de naaste, immers niet een wezenlijk onderdeel van het geloof? De zorg voor anderen weegt binnen het christendom heel zwaar. Het is niet voor niets dat Joep de Hart in zijn gedegen onderzoek “Zwevende gelovigen” heeft aangetoond dat het vooral christenen zijn die heel veel tijd steken in allerlei soorten vrijwilligerswerk. Tekenend is verder dat de gezondheidszorg in het Westen uit kerken en kloosters is voortgekomen. Dat is heel iets anders dan egocentrisme!

Wat is verder het eerste wat BDE-ers zien als ze een glimp van de geestelijke wereld mogen opvangen? Zijn dat niet de familieleden en vrienden van wie men heel veel houdt? Daarom geloof ik niet dat mensen zó ontzettend op zichzelf gericht zijn, dat ze alleen maar oog hebben voor hun eigen, eeuwige heil en anderen daarbij uit het oog verliezen. Zeker, het komt natuurlijk voor, maar het vloekt wel met de essentie van het christendom.

Winkelman vindt het inconsequent dat men wél aan mensen een individueel voortbestaan toekent, maar niet aan andere levende wezens. Daar kan ik twee dingen op zeggen. Allereerst heb je ook stromingen (antroposofie e.d.) waarbij men ervan uitgaat dat ook de zielen van planten en dieren na de dood voortbestaan. Wél gaan deze stromingen er dan van uit dat deze zielen in een volgend leven worden samengevoegd tot complexere levensvormen. Ze verdwijnen dus niet. Zo uniek is de mens volgens hen dus ook weer niet.

In de tweede plaats wordt de mens binnen het christendom als 'de kroon van de schepping' beschouwd, met de notie dat de mens het enige wezen is dat naar het evenbeeld van God geschapen is. Daarmee bedoelt men dat alleen de mens (naast een lichaam en een ziel) over een geest beschikt, terwijl andere levende wezens alleen beschikken over een lichaam en een ziel. Op iemand die puur natuurwetenschappelijk denkt, komt dat heel arbitrair over, maar dat is wel de verklaring voor dit kenmerkende verschil.

Het idee van een individuele menselijke ziel is dan ook niet strijdig met het streven naar medemenselijkheid, geloof, hoop en liefde. En alleen binnen een reductionistische, puur in de materie gelovende wetenschap is het bestaan van een individuele menselijke ziel niet aangetoond. Desondanks heeft men van minstens vijf paranormale verschijnselen, die wel van de individuele ziel uitgaan, wetenschappelijk kunnen vaststellen dat ze bestaan. Jammer genoeg gaat men daar vaak met een boogje omheen. Dat geldt ook voor de authentieke verhalen van BDE-ers, die zeer overtuigend zijn.

Ik geloof dan ook dat de reductionistische wetenschap, inclusief zijn ontkenning van de individuele menselijke ziel, op de lange duur geen stand kan houden. Het is nog maar een kwestie van tijd voordat men niet langer om de realiteit van het leven na de dood heen kan. De nooddijken die men in steeds hoger tempo opwerpt om dat ontkennen, staan op instorten. Het materialisme heeft zijn beste tijd gehad.


Zie ook: http://spiritueelaurora.blogspot.com/

Schrijver: Hendrik Klaassens, 15 januari 2012


Geplaatst in de categorie: filosofie

3.7 met 18 stemmen 543



Er zijn 6 reacties op deze inzending:

Naam:
H.P. Winkelman
Datum:
10 mei 2012
Beste Hendrik, Wat de eerste alinea van je reactie betreft: ik voel me echt niet persoonlijk tekort gedaan. Ik maakte de opmerking uitsluitend omdat jouw artikel in een andere rubriek stond dan het mijne waarop je reageerde en dan is het dus voor de lezer wat moeilijker te traceren.
Overigens: bedankt voor je commentaar op mijn kanttekeningen. Dat we het op bepaalde punten oneens blijven is niet erg. De lezer moet voor zichzelf maar uitmaken bij welke mening hij zich al dan niet aansluit. Als we alles allemaal met elkaar eens zijn, valt er weinig meer te discussiëren.
Naam:
Hendrik
Datum:
29 april 2012
Email:
klaassens38zonnet.nl
Beste Winkelman, ik heb de titel en jouw naam in de eerste zin van mijn artikel vermeld, maar ter wille van de overzichtelijkheid wil ik met alle plezier bij een volgende gelegenheid de datum en het nummer vermelden van een beschouwing waar ik op reageer. Geen probleem.

Dank je voor jouw kleine correctie t.a.v. de relatie tussen egocentrisme, antropocentrisme en het geloof in een individueel voortbestaan. Het gevaar dat mensen door dat geloof té veel bezig zijn met hun persoonlijke heil bestaat, maar dat geldt - gelukkig - lang niet voor iedereen.
Ook is het waar dat er christenen zijn die hun persoonlijke heil nastreven door anderen te helpen; ze hopen de hemel daardoor te 'verdienen'. Het zal duidelijk zijn dat dat niet de bedoeling is.

Het laatste punt dat je noemt heeft te maken met de opvatting wat we onder 'wetenschap' en onder 'wetenschappelijk vastgesteld' verstaan. Ik vind sommige wetenschappelijke paradigma's - zoals bv. de medische - nogal bekrompen en eenzijdig gericht op de materiële werkelijkheid. Wie dergelijke paradigma's aanhangt kan nooit over zijn eigen schaduw heenspringen en zal dan ook altijd uitkomsten, die daarmee strijdig zijn, verwerpen. En als gevolg daarvan zullen sommige onderzoeken nooit en te nimmer algemeen worden aanvaard. Waarna er door enkelingen kan worden opgemerkt dat bepaalde onderzoeken niet algemeen aanvaard worden, waardoor ze de schijn tegen hebben. Dat is inderdaad een heel moeilijke discussie.
Naam:
H.P. Winkelman
Datum:
26 april 2012
Aan Hendrik Klaassens,

Je bovenstaande beschouwing is, zag ik, een reactie op mijn beschouwing nr. 86 in de rubriek Religie, getiteld “Hier en nu met het oog op morgen”. Ze kwam me pas onlangs onder ogen. Gezien je keuze voor een andere rubriek, vind ik het een beetje jammer dat je niet expliciet hebt verwezen naar titel en vindplaats van mijn artikel. Daarmee zou je het de lezer gemakkelijker hebben gemaakt onze standpunten ook zelf nog even te vergelijken. En vermoedelijk was het mij dan ook niet ontgaan.

Nog even nu een verlate reactie van mijn kant. Eerst een kleine correctie van jouw weergave van mijn opvatting. Je schrijft dat ik concludeer “dat het geloof in een individueel voortbestaan leidt tot egocentrisme en antropocentrisme, omdat men zich te sterk zou concentreren op het persoonlijke heil.” Maar ik schreef dat antropocentrisch en egocentrisch denken “gemakkelijk kán leiden tot sterke nadruk op het persoonlijke heil in het hiernamaals ten koste van voldoende aandacht voor het gemeenschappelijk welzijn van de mensheid in het hier en nu”. Ik wijs dus op het RISICO van egocentrisch (niet te verwarren met egoïstisch) denken. Een subtiel, maar wel belangrijk verschil.

Verder zal ik, mijzelf als medechristen beschouwend, de laatste zijn om te ontkennen dat de zorg voor anderen zwaar weegt voor de oprechte christen. Het is een kardinale evangelische eis. Maar ook die betrokkenheid bij het welzijn van de medemens wordt vaak geplaatst in het kader van het persoonlijk heil in het hiernamaals, zowel van verlener als van de ontvanger van de zorg. En dat kan m.i. wel degelijk ten koste gaan van de aandacht voor het gemeenschappelijk welzijn van de mensheid in het hier en nu.

Over de vraag wat we moeten verstaan onder “wetenschappelijk vastgesteld” zullen we het onderling wel nooit eens worden. Ik beschouw iets pas als wetenschappelijk vastgesteld als het ook praktisch algemeen en wereldwijd door de wetenschap als zodanig is aanvaard. Dat is noch wat een individuele menselijke ziel, noch wat de bovennatuurlijkheid van zogeheten “paranormale verschijnselen” betreft het geval. Zelfs over het begrip “ziel” sec bestaat totaal geen eenstemmigheid. Zie bijv. Wikipedia: ”Wetenschappelijk gezien kan het bestaan van de ziel (als een feitelijke entiteit) niet worden aangetoond. De wetenschap richt zich immers op verschijnselen die verifieerbaar en falsifieerbaar zijn, of die daar op rationele gronden uit afleidbaar zijn.”
Naam:
Hendrik
Datum:
16 januari 2012
Email:
klaassens38zonnet.nl
@ Joanan: het is waar dat de geestelijke wereld met ons intellect niet echt te peilen is, maar ik doe een poging om in puur rationele taal te laten zien dat onze ziel na de dood wel degelijk blijft bestaan.

@ Mobar: het bestaan van God is noodzakelijk omdat hij de oorsprong en bron van de hele schepping is; alle zuivere geestelijke wezens ontlenen hun kracht aan Hem. Zo kijk ik er tenminste tegenaan.
Naam:
mobar
Datum:
15 januari 2012
Email:
mobaronline.nl

Als je het materialisme helemaal zou kunnen uitschakelen, kan je jezelf ook afvragen, waarom het bestaan van een opperwezen voor spiritualisme noodzakelijk is.
Naam:
Joanan Rutgers
Datum:
15 januari 2012
Mooi om te zien hoe je met even vlijmscherpe degen pa Winkelman de les leest, maar jullie slaan beiden de plank mis, daar de hiernamaalsmysteriën met het intellect niet te doorgronden zijn, neem de vele heiligen, die kwamen niet met verstandelijke oplossingen, maar ze blonken juist uit in het niet-zijn, het niet-denken, het niet-piekeren.
Toch sla jij de spirituele brug, wat je siert, maar ook al zijn wij wetenden, wij weten tenslotte niets en dat impliceert de overgave aan het Totaalandere!

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)